Onze eigen Nijntje van Dick Bruna is niet alleen in Nederland populair, maar ook in Japan. Begrijpelijk want de stijl van Dick Bruna appelleert aan de stijl van de Japanners. Simpel, zonder poespas. Geen lijn of streepje te veel.
Nijntje is dan ook veelvuldig te spotten in Japanse winkels. En nu Nijntje inmiddels 70 jaar oud is geworden, is er in Kobe een tentoonstelling georganiseerd. Daar zullen vast wel mooie posters van gedrukt zijn, maar dit vond ik een heel bijzondere manier van aandacht trekken voor die tentoonstelling.
Simpelweg twee stippen en een kruisje op een gebouw. Et voilá, daar is Nijntje. Mooi en treffend in alle eenvoud.
Hoe zou ons leven er uit zien als ik toen een andere beslissing genomen had?
In 1971 viel Sint op zondag en zwager wilde dat vieren op zaterdagavond. Mij kwam dat helemaal niet uit, ik wilde naar de jeugdsoos. Sint vieren kon ook gewoon op zondag. Zwager vond het niks, schikte zich mopperend.
Ik kende de soos niet, voelde me er een beetje verloren. Totdat die ene jongen binnenkwam. Ik schoof meteen naast hem en begon een gesprek.
De jongen heette Leo, was erg aardig en bracht me thuis. Al na een paar dagen belde hij om een afspraak te maken. De rest is geschiedenis. We gingen al heel gauw samenwonen en op 14 augustus 1973, zijn we getrouwd.
Maar had ik naar mijn zwager geluisterd, had ik Leo nooit ontmoet, hadden we geen twee zonen gekregen. Was die foto nooit gemaakt.
En was ik ook niet vandaag precies 52 jaar getrouwd. 😉 😉 😉
Wie er over schreef weet ik niet meer. Maar meteen nadat ik over dit boek las, kon ik het vinden in de bieb. De schrijfster kende ik al van een eerder boek, dat ik met veel plezier had gelezen.
En ook dit boek hield mijn aandacht behoorlijk vast. De beschrijving van de vijf zussen, waar ook schrijfsters moeder toe behoorde, was op veel plekken herkenbaar. De vrouwen waren allemaal geboren in het begin van de 20e eeuw. Een generatie die ik ken van mijn eigen moeder, haar zussen.
Loes Hegger: Zoals zussen zijn.
Als hun moeder plots overlijdt, wordt zwijgend aangenomen dat de oudste dochter het huishouden op zich neemt. Zij is net vertrokken naar het buitenland, wordt halsoverkop teruggeroepen en ziet haar dromen en haar kansen op een eigen leven vervliegen. Het maakt haar boos, streng en zurig.
De oudste moet zich schikken. Die simpele gedachte van “zo hoort het, dus zo gaat het” past in die tijd. De man/vrouw verhoudingen, de plaats van de vrouw en haar ondankbare, maar vreselijk belangrijke taken in het huishouden, zullen velen herkennen.
Niet alleen oudste zus, maar ook de anderen, voelen het gebrek aan duidelijke waardering, de weggestopte gevoelens en frustraties, het uit de weg gaan van lastige vragen.
De verstikkende regels van fatsoen, maar ook soms -binnenkamers- bevrijdende slappe lach en het beoordelen van afwijkend gedrag.
Maar toch is er de onmiskenbare liefde en verbondenheid van de zussen. Al worden de goed bedoelde bedoelingen ook weer niet snel herkend.
Al met al een goed leesbaar boek, dat de lezer misschien wel even aan het denken zet.
Bij Bubbels las ik over de posteractie die in Utrecht gestart is om een tegenhanger te vormen tegen alle oorlogsgepraat, wapengekletter en ophitsende taal.
Wat de wereld nodig heeft zijn mensen die het hoofd koel houden, compromissen willen sluiten en niet meteen met vuur en zwaard een ander willen bestrijden.
De poster die Judy vond is van internet te downloaden. Ik kon niet wachten en schoof meteen achter de computer en printte hem uit. En nu zie je al weer een paar dagen dit als je langs mijn huis komt.
Het zou fijn zijn als meer mensen laten zien dat oorlog geen oplossing kan zijn, dat we de wereld niet naar de gallemiezen moeten helpen. Maar dat we samen aan een betere, vreedzame wereld moeten werken. Een wereld waar er voor iedereen plek en voedsel is.
Je leest meer over de actie en je kunt een geprinte poster bestellen via deze link.
Auto’s lijken de laatste jaren alsmaar groter te worden. En zwaarder, robuuster. Soms lijken het uit de kluiten gewassen tanks. En dan ook nog grijs, zwart, somber.
Leo en ik hebben een zwak voor kleinere autootjes. Niet dat we nu meteen besluiten om zo’n piepklein wagentje te kopen. Maar deze was wel leuk.
Niet alleen wij bekeken het met nieuwsgierige ogen. Ook andere bezoekers bekeken het al glimlachend.
En de eigenaar? Die kennen we niet, maar die lacht misschien wel in zijn vuistje, want hij/zij kon heel makkelijk dat karretje kwijt. Paste overdwars op een parkeerplek 😉
Soms vraag ik me af of we alles wel moeten willen. Want er kan zoveel in deze tijd. Wie geen kinderen kan krijgen of verwekken, kan een beroep doen op een donor, op een draagmoeder of op IVF. Het is prachtig dat het kan, maar moet het ook….?
Want er zijn genoeg verhalen bekend van mensen die het donorschap wel heel erg ruim namen en tientallen kinderen op de wereld gezet hebben. Of zo als laatst, een arts die ongevraagd een wensmoeder voorzag van zaad dat helemaal niet was bedoeld om door te geven. En toen bleek later dat het kind een erfelijke ziekte had.
Geen kinderen hebben kan beslist een groot drama betekenen in het leven van een mens. Al weet je weet nooit tevoren welk verdriet of welk geluk je ten deel zal vallen.
Maar dat je verliefd wordt en dan een DNA-test moet ondergaan…. Omdat die ander misschien wel je halfbroer of halfzus kan zijn….
Elisabeth van het blog BussyBessy vraagt ons een jaar lang onze favorieten op te geven. Dat loopt van je favoriete muziek naar je favoriete seizoen en alles wat daartussen kan liggen. Kijk eens op haar blog. Misschien wil je alsnog aansluiten.
Deze maand is het onderwerp “Huisdieren”. Die hebben wij niet. Vroeger hadden we een konijn, dat in een hok in de tuin stond. De jongens zouden dat samen verzorgen….. Ja, je begrijpt wie daar uiteindelijk daarvoor opdraaide.
Na een paar jaar ging het beest dood. Kinderen in tranen, begrafenis in de tuin. Maar daarna nooit meer een huisdier gehad.
Toch denk ik nu wel eens dat een kat wel leuk zou zijn. Zo’n spinnend beest, dat ’s avonds op je schoot kruipt en zich laat aaien.
Maar dan denk ik aan de kattenbak en vooral aan het verschonen daarvan en dan besluiten we toch maar geen dier in huis te nemen. En het gedoe als je weer een keertje een paar dagen van huis bent. Wie zou er dan voor moeten zorgen?
Nee, we houden het maar bij de ene kat, die elke dag wel een keertje in onze tuin komt zitten. Ze vindt het blijkbaar een lekker plekje bij onze vijver. En omdat ze iets te dik is en een beetje lui, hoeven de vogels haar niet te vrezen.
Ze komt nooit verder dan de vijverrand en dat is prima.
Het is komkommertijd want de nieuwsdienst en hebben nog maar één onderwerp hoe warm het is.
En ik denk terug aan mijn vader, huisschilder tot aan zijn pensionering in 1968.
Bron: Pinterest
Hij ging zomer en winter gekleed in lange onderbroek, borstrok en driedelig pak en stropdas naar zijn werk. Overhemden met korte mouwen had hij niet, al zal hij zijn mouwen wel eens opgestroopt hebben.
Op zijn werk ging zijn jasje uit en verruilde hij dat voor een ketelpak. En dan ging hij aan het werk. Ladder op, ladder af met een pot verf en zijn kwasten.
Natuurlijk zocht hij de schaduw op, maar als het niet anders kon dan stond hij ook in de volle zon. De hele lange 8-urige werkdag schilderde hij ramen en deuren of muren. En nooit hoorde je hem klagen over de warmte.
In zijn tas zat een halve liter melk en zijn boterhammetjes. Als hij geluk had, schonk men wel eens koffie, thee of limonade.
Nu loopt men al bij 20 graden in korte broek en hemd, worden ijsjes en water uitgedeeld. En toch klaagt men nog steen en been. We zijn een beetje watjes geworden.
Ieder mens heeft een geheugen, de een beter dan de ander. Tenminste dat lijkt soms zo.
Maar we herinneren ons niet alles, maar de dingen die zich vasthaken in je geheugen.
Vraag me niet hoe de buren aan de overkant van de straat heten. Die wonen er net zolang als wij, maar toch…. Nee hun naam krijg ik maar met moeite naar boven. Maar soms lepel ik -zonder te snappen hoe- een lastige naam van een plant op.
Waren wij wel eens in….. vraagt Leo me. Ja, dat was met dat Hotel met die kleine lift, de hoge trap of het uitgebreide ontbijtbuffet. Weet ik zelfs nog hoe de kamer er uit zag. Dat heeft blijkbaar indruk gemaakt….? Leo haalt dan zijn schouders op, maar weet zich weer wel te herinneren dat we in die of die stad dat ene automodel voor het eerst zagen. Maar auto’s, die zeggen mij dan weer niks.
Zo hebben we allemaal onze eigen manier om onze herinneringen te bewaren.