Hotels

Kampeertypes zijn wij beslist niet. Voor ons geen tentje of caravan. Een huisje, dat kan wel. Vroeger was primitief niet zo’n probleem, tegenwoordig willen we toch wel wat comfort.

Maar meestal gaan we in een hotel, wanneer we op vakantie gaan. En dan krijg je in de loop van de jaren heel wat ervaring. Want er is zo verschrikkelijk veel verschil in hotels.

Je hebt de grote, onpersoonlijke keten-hotels met kamers die er overal bijna hetzelfde uitzien. We kozen ook wel kleine particuliere hotelletjes, met gezellige kamers. Klein of groot, daar is geen staat op te maken. We sliepen in leuke kasteeltjes, waar de handdoeken viezig en gescheurd waren. We lagen al eens in een hemelbed, met roze rozen op de gordijnen.

Kamers met enorme bedden, met fraaie stoelen of een formidabel uitzicht. Hotelletjes met net genoeg ruimte om langs het bed te laveren. Badkamers met gammele wc-potten. In China zelfs een hurktoilet, dat tevens als douche gebruikt werd. Kasten te klein, of juist immens groot, te hoog om je kleding op te hangen, zonder planken, met te weinig of juist heel veel hangertjes.

Wat zou het leuk geweest zijn als we van alle kamers nog een fotootje hadden. Jammer, maar daar hebben we niet aan gedacht. Dus kunnen we ook niet meer tellen in hoeveel verschillende hotels we sliepen. Maar het waren er in de loop van de jaren beslist meer dan honderd.

Zo het waar zijn…

Ik weet werkelijk niet meer wat ik nou wel of niet moet geloven. Is het nieuws uit echt of een verzinsel van een creatieve geest?

Een aantal weken geleden stond dit in de krant. Ja, het is die krant met chocoladeletters als koppen en niet altijd geheel objectief. Maar dat ze zo sterk liegen? Dat kan toch niet waar zijn?


Is het mogelijk dat een hamburger met frietjes in tien jaar tijd er niet anders uit gaat zien? Ik kan het nauwelijks geloven. Of heeft een grapjas een bord met Japans etalagemateriaal neergezet?

Maar mocht het echt waar zijn , dan kijk ik toch heel anders aan tegen oud worden. Je moet gewoon heel veel fastfood eten, dan word je vanzelf geconserveerd…. 😮

Tegenstrijdig…

Op Facebook kreeg ik vorige week regelmatig het bericht te zien dat de Hartstichting geregeld heeft dat je nu ook bij de HEMA je bloeddruk kunt laten meten. Dat kan natuurlijk ook bij de huisarts, bij de apotheek of zelfs thuis met een eigen bloeddrukmeter.

Ik vind het wel vreemd dat het zomaar kan bij de HEMA. Misschien handig als je weinig tijd hebt… Maar ook tegenstrijdig. Want je loopt daar, pakt en passant een rookworst mee en nog een, altijd handig. Er naast staan zoute crackers… Mmm, lekker!! Dat die te zout en te vet, dus slecht voor je hart zijn laat je langs je heen gaan. Hé kijk, een nieuwe smaak chips in grootverpakking. Neem mee die zak. En de kruidnoten en speculaas zijn ook niet te versmaden….

En dan staat daar ineens een mevrouw die je bloeddruk meet. Want meten is weten…… Nou nee, daar doe ik niet aan mee. Zo nu en dan laat ik mijn bloeddruk bij de praktijkondersteuner meten en dan is die soms ietsje te hoog. Gek genoeg was die bloeddruk perfect toen ik een paar jaar geleden met klachten naar de huisarts ging. Het bezoek aan de POB-poli (Pijn op de borst) bracht echter een hartinfarct aan het licht. Ik werd meteen opgenomen en binnen twee weken was ik geopereerd en wel weer thuis.

Ik weet dan ook niet wat ik met al die meetgegevens aan moet. Dat vroeg ik ook al eens de cardioloog. Want bij te hoge druk, kon ik hem dan bellen? Nee…. Moest ik dan zelf maar wat meer medicijnen innemen? Nee!!! En als die druk lager werd, mocht ik dan medicijnen minderen of zelfs stoppen? Nee, in geen geval!

Waaruit ik concludeerde dat het dus geen zin had. Want minder zout eten, rustig aan doen, veel bewegen en niet te zwaar worden, daar ben ik al jaren mee bezig. Wat mij betreft laat ik dat meetpunt bij de HEMA dan ook links liggen. Trouwens, net als rookworst, chips, crackers en zoetigheden. Bij de HEMA koop ik wel pennen, ondergoed, bekers en nylons. Ze raken me niet kwijt als klant. Daar zullen ze dus wel blij mee zijn….. 😉 😉 😉

Lekker luisteren…

Al vaker vertelde ik hier over podcasts. Een podcast is een geluidsbestand en kan over van alles en nog wat gaan. Muziekpodcasts, zoals van de Sandwich, Andermans Veren, maar ook documentaires zoals “Tante Jos”, die ik afgelopen weken beluisterde.

Deze podcast gaat over verzetsvrouw Jos Gemmeke. Radiomaakster Mijke van Wijk gaat daarin op zoek naar de details van het verhaal zoals haar tante Jos het altijd vertelde. Maar hoe zat het nou werkelijk in elkaar en wat was verzinsel en wat was werkelijkheid? Een diepgravend onderzoek in Nederlandse en Britse archieven. Dat alles doorspekt met een verslag van de fietstocht die Mijke in navolging van haar tante Jos maakte, zoektochten naar mensen die Jos kenden of mogelijk gekend zouden hebben. En wie was dan toch die vriendin, die ook een groot stuk mee fietste en plotsklaps verdwenen was, maar later toch weer opdook.

Heerlijk om naar te luisteren als je ergens mee bezig bent. Altijd oproepbaar en wanneer het te veel wordt, kun je stoppen en later weer verder luisteren.

Rustig aan…

Er zijn van die weken dat je elke dag wel een afspraak hebt. Niet per sé een vervelende afspraak, integendeel. Maar toch, je moet weg, ergens op tijd zijn, laat terug en dus ook laat naar bed.

Een paar weken achter elkaar hadden we dat. Ik zie het voordeel er ook wel van in, want we zijn nog lang niet uitgeblust en leven nog steeds redelijk actief. Maar dan opeens, hebben we behoeft aan rust. Geen bezoek, geen film of theater, geen afspraken bij die of gene. Gewoon niks, nada!

En dan houden we een soort van “pyamadag”. We slapen wat uit, ontbijten zeer op ons gemak en wat langduriger, trekken een lekkere en comfortabele joggingbroek aan met een makkelijk shirt of trui. Dagje in slow motion. Zelfs koken wordt met de Franse slag gedaan, want we trekken een reeds bereide maaltijd uit de diepvries. En daarna kunnen we er wel weer tegen!

Spelen…

Terugkijkend op mijn jeugd, besef ik dat ik, hoewel meer verwend dan anderen, in vergelijking met nu maar weinig speelgoed had. Leed ik daar onder? Welnee zeg! Ik had poppen, wat stoffen dieren, een fornuisje met pannetjes. Daarop mocht ik alleen koken, met echte vlammen, als mijn moeder tijd en zin had om er bij te blijven. En ik had knotsen en een grote lap stof, een stapel Margriets waarin ik mocht knippen. Eigenlijk speelde ik daar het meest mee, want die knotsen werden in mijn fantasie “mannequins” de lap stof drapeerde ik daar om heen. Van de Margriet-plaatjes maakte ik paspoppen. Uren was ik er mee zoet.

En natuurlijk speelde ik buiten. Op de stoep voor ons huis, met andere kinderen uit de straat. Ballen, touwtje springen, hinkelen…

Kinderen van nu hebben veel meer speelgoed, technisch en geavanceerd ook. Maar ik vind het soms zo fantasieloos. Of kijk ik met een wat bevooroordeelde blik? Het boekje op de tafel bij een vriendin trok mijn aandacht en bij elke bladzijde dacht ik terug…. Oh kijk, Lego, maar wat was dat toch nog simpel. Oh ja, hinkelen… En een springtouw…. En ja, dat deden we ook graag…. Bokkie springen.

Waaraan zouden de mensen straks over zo’n jaar of vijftig terugdenken en waar zullen hun (klein)kinderen dan mee spelen…. ?

Skipton

De laatste vakantiedagen brachten we door in Skipton. We reden er naar toe in de stromende regen. Natuurlijk gebruikten we de navigatie, maar die had duidelijk moeite met het adres van The Woolly Sheep Inn.

“De bestemming ligt aan een niet toegankelijke weg” meldde Katelijntje van de navigatie regelmatig. We belandden op een parkeerterrein, maar geen hotel te ontdekken. Dan maar weer het drukke verkeer in. Leo is dan geconcentreerd bezig met letten op voetgangers, tegenligggers en vooral links blijven rijden en heeft dus geen oog voor andere zaken. Ik zocht en tuurde, maar geen hotel. Nadat we al drie keer dezelfde rotonde hadden rondgereden, vonden we een plekje in de Hoogstraat en ik ging op zoek naar een winkel waar ze me wellicht verder konden helpen.

En ja hoor, de eerste zaak was raak. De eigenaresse kende het hotel wel vagelijk, maar een klant wees me duidelijk de goeie weg. Maar of we daar konden parkeren….?

Bij de receptie hoorden we dat er een parkeerterrein was, maar dat was wel een beetje verscholen. Natuurlijk reden we er na alle uitleg meteen naar toe, openden de slagboom met een speciale munt en hè hè, we waren er.

Na zo’n vermoeiende rit was Leo wel toe aan een biertje en ik ook. Koffers stonden inmiddels op de kamer, de jassen hingen en wij doken de pub in. Je bent uiteindelijk niet voor niks in Great Britain. “Yes sir”, we gladly would like a nice pint of that beer. Cheerio!”

Pretty in pink

Soms is het wel eens leuk om het leven door een roze bril te bezien. Niet elke dag, een beetje realiteitszin is nooit weg. Maar soms een dag er tussen met alleen maar roze wolken, roze bloemen, roze auto’s, nou ja, gewoon alles “pretty in pink”. Dus struinde ik Pinterest af en vond deze roze plaatjes.

Geschiedenis…

Het programma heette vroeger “Andere tijden” en het dreigde van de TV te verdwijnen. Maar gelukkig, de naam is wat gewijzigd, maar nog altijd kun je kijken naar Hans Goedkoop die ook de reeks “Een bezeten wereld. Nederland tussen de oorlogen” presenteert.

Een aantal uitzendingen laat hij je verschillende facetten van Nederland tussen de eerste en de tweede wereldoorlog zien. En dat is soms heel amusant, maar vaak toch ook verschrikkelijk confronterend. Want in de aflevering over “vreemdelingen” komen we beslist niet als het meest tolerante volk naar voren.

Heb je de uitzendingen gemist, bekijk ze dan nog op NPO Start, want het is zeer de moeite waard.

Oh ja, soms bestaat toeval toch echt niet. Schreef ik gisteren over Radio Kootwijk, bleek blogvriendin Dorothé er net ook geweest te zijn. En waaruit wordt “Een bezeten wereld” gepresenteerd? Ja echt, vanuit het gebouw van Radio Kootwijk!

Verpakking

Zo nu en dan koop ik een KitKat. Er zijn verschillende soorten hier, maar in Japan kon je tig verschillende smaken kopen. Van gewoon tot heel exotisch. Het is daar dan ook heel populair. Maar omdat de verpakking van plastic is, krijgt het ook veel kritiek te verduren.

En daar is een oplossing voor gevonden, want de verpakking is nu van papier. Wie het wikkel er voorzichtig en zonder scheuren afhaalt, kan er een origami zwaantje mee maken. Of iets anders mee vouwen. En geloof me, binnen no time zul je die vouwsels wel ergens op Pinterest of Facebook tegenkomen.

Het is een super marketingstunt, want we hoeven alleen maar te wachten op iemand die 1000 gevouwen kraanvogels wil. Het bijgeloof is dat je met 1000 origami kraanvogels gezondheid kunt krijgen. Alleen vraag ik me af, hoe gezond word je van 100 KitKats snoepen….?