Herfst

Vorige week schreef ik over de pompoenen die je op dit moment overal ziet. Ik nam een doos met wat verschillende kleuren uit Twente mee.

In de auto had ik al bedacht waar ik ze in de tuin zou leggen. Alleen nog niet waarop, want het rek is niet geschikt voor kleinere dingen.

Gelukkig vond ik in de berging nog een stukje plank. Dat kon ik prima gebruiken. Wat kleurige herfstbladen, klimop en oh ja, tamme kastanjes. Die groeien hier in Ommoord bijna overal. Ze zijn lastig om mee te nemen, want die stekels gaan overal doorheen.

Dit is het resultaat geworden. Het lijkt een beetje op een schilderij uit de Gouden eeuw, maar voorlopig is onze entree vrolijk versierd.

Boek

James Rebanks: Boerenleven

Boerenleven van James Rebanks vond ik aanvankelijk een beetje stroef lezen. Het duurde even voor ik de draad kon oppakken. Maar daarna las ik het in één ruk uit.

Ik reserveerde het in de periode dat de boerenprotesten hevig waren. Het lijkt inmiddels weer een beetje minder fel, al zagen we in Overijssel nog overal omgekeerde vlaggen.

Het is ook te begrijpen, want veel boeren zitten in een lastig parket. Tegen hun zin, maar meegaand in de maalstroom van de ontwikkelingen, hebben ze hun bedrijven groter gemaakt, meer dieren genomen en andere methoden van landbouw en veeteelt omarmd. Ze deden het vaak tegen beter weten in.

Het boerenleven heeft een revolutionaire ontwikkeling doorgemaakt. Kleine boerenbedrijven konden het hoofd nauwelijks boven water houden. Moesten eigenlijk investeren, maar de daaruit voortvloeiende schuldenlast hing als een “zwaard van Damocles” boven hun hoofd.

Anderen, die wel moderner methodes gingen gebruiken, met grotere akkers, moesten daarvoor ook veel weg saneren. Het landschap werd compleet veranderd. Maar werd het ook beter? Op dit moment is dat maar de vraag.

Rebanks beschrijft hoe het was, hoe het veranderde en hoe het eigenlijk weer zou moeten. Kleinschaliger, zonder of in ieder geval met veel minder kunstmest. Met aandacht voor het landschap, want de heggen, bomen en struiken hadden een doel. Ze beschermden de landerijen, dienden als nestelplek en bieden een schuilplaats aan wild.

Een interessant boek, waar veel over na te denken is. Want niet alles is zwart/wit, al lijkt het er soms in de politiek wel op.

Pompoenen

We reden langs velden doorspikkeld met grote oranje bollen in allerlei maten. En langs de kant van de weg kraampjes, karretjes of flinke karren met pompoenen in allerlei kleuren, vormen en maten. Ze werden gretig gekocht, vaak stonden er al mensen bij. De keuze was soms moeilijk. Niet alleen door de hoeveelheid, maar ook doordat er flinke zware jongens bij zaten. En op de fiets is zo’n pompoen toch lastig ….

Vroeger waren ze toch een beetje excentriek, buitenissig. Maar nu kun je je bijna geen groentezaak meer zonder voorstellen.

Natuurlijk stopten we bij zo’n kar. Ik had ze voor het uitzoeken. In de auto stond al een doos. Kwam dat mooi uit! Die was dus rap gevuld. Netjes geld in de kassa gedaan, natuurlijk.

En thuis alles uitgestald op het rek voor het raam. Nog wat takken en blad erbij zoeken en ik ben klaar voor de herfst.

En straks naar de groentenman, want natuurlijk wil ik ook pompoensoep maken. Met gember, lekker!

Te hoog

We hoorden een heleboel geraas en Leo ging eens kijken wat er aan de hand was. En riep mij er toen ook snel bij. Ik kwam te laat om de hele verwijdering van een levensgrote naaldboom te zien, even verderop in de straat.

Maar zelfs al bijna geheel gestript, was het heel indrukwekkend. Dat wilde ik wel even op de foto zetten.

De man in de top was goed gezekerd, maar ik vond het toch een wat griezelig gezicht. De twee anderen voerden de afgezaagde takken en stukken stonk in een versnipperaar, ook al een hevig ratelend apparaat.

Maar ja, het zou niet doenlijk zijn om zo’n joekel van een boom met een handzaag klein te krijgen. Die boom is er vast in het begin geplant en dan weten de meesten niet hoe snel zo’n boom in de hoogte groeit en hoeveel licht er in het huis ontnomen wordt.

Het is dus wel begrijpelijk dat ie weg moest. Zulke hoge bomen passen niet in een kleine voortuin. Maar jammer is het wel. Hopelijk komt er wel wat ander groen voor in de plaats. Dat moeten we nog maar afwachten.

Herfstig

Hoewel de zon nog wel even haar best wil doen, wordt de natuur zo langzamerhand wel en beetje meer herfstig.

Meer dan een week geleden fotografeerde ik deze eikels, die voor de dieren een flinke voedselvoorraad in petto hebben.

En dat ondanks de droogte waar we dagelijks over te lezen krijgen.

Wandelen

Vorige week, toen de 4-daagse zou beginnen maar een dag werd opgeschort vanwege de hitte, waren wij in Drenthe.

Ja, het was warm, ongetwijfeld. Maar wat werden we beroerd van al die ongelofelijk opgefokte berichten over de warmte. Alsof het nog nooit boven de 30 graden was geweest.

Je kon geen krant lezen, radio beluisteren of tv bekijken of er werd over de hitte en het hitteplan en de daaruit volgende gele, oranje en rode codes gepraat. En het leek wel of iedereen zijn oren er naar liet hangen. Want de wegen waren stil, de terrassen leeg.

En wat deden wij? Wij hadden al in Rotterdam besloten dat we lekker zouden gaan wandelen. Natuurlijk geen 40 kilometer, maar ja, zulke afstanden lopen we sowieso niet. We hadden een leuke wandeling gevonden, waar je in snel tempo wel in een krap uurtje mee klaar zou zijn. Maar waarom haasten? We liepen op ons gemak, aten wat en dronken ons flesje water leeg op een bankje in de schaduw. We hebben genoten van de rust en de stilte.

Slechts twee mannen trotseerden ook die “vreselijke hitte”. Ook zij leken niet al te veel onder de indruk.

Straatnamen

De straten in onze woonwijk zijn allemaal vernoemd naar een plantensoort, boom of struik. Zo nu en dan zal ik van elke soort een paar onder de loep te nemen. Want na de klavers zijn er nog rozen, doornen, mossen, grassen, kruiden, distels of varens. Kijk, daar kan ik voorlopig wel mee vooruit!

Bron: Google foto’s

Dit is Medicago lupulina, of in gewoon Nederlands “Hopklaver”. Een klaver die je waarschijnlijk vrij veel kunt vinden.

Het is een kruipende, vaste plant uit de vlinderbloemenfamilie en groeit op voedselrijke grond in gras- en bouwland en langs wegen en dijken. Ze komt van nature voor in Eurazië en Afrika.

De stengels zijn opstijgend en de plant wordt 5-50 cm hoog. De hopklaver bloeit van april tot oktober in trossen met één tot vijftig 2-3 mm grote, heldergele bloempjes. De bloeiwijze ziet eruit als hoofdjes op lange stelen, langer dan de bladstelen.

De plant draagt een niervormige, eenzadige met een doorsnede van 2 mm.

Hopklaver is dus een gewone, niet echt bijzondere plant. Ze is niet medicinaal of giftig en je kunt er verder niks mee. Nou ja, als de straat maar een naam heeft, nietwaar?

Straatnaam

Paardenhoefklaver staat op open, zonnige, matig droge tot matig vochtige, stikstofarme, matig voedselrijke, weinig of niet bemeste, kalkrijke zand- of mergelgrond, ook op kalksteen. De soort vermijdt standplaatsen op zware klei. Ze groeit op rivierduinen, in kalkgraslanden en op rotsachtige hellingen, in bermen en in steengroeven.

De westgrens van het Midden-Europese areaal bereikt Nederland niet. Onze voormalige vindplaatsen zijn als een voorposten van het verspreidingsgebied te beschouwen.

De soort groeide vroeger gedurende een lange tijd op een rivierduin bij Lexmond langs de Lek en kortstondig in de 80er jaren in Zuid-Limburg. (Al deze kennis kopieerde ik van de site Verspreidingsatlas.nl)

Vroeger speelde de plant een rol bij hekserij en toverkunst. Ze werd als afrodisiacum gebruikt en werd ook medisch aangewend wegens de aanwezige werkzame psychofarmacologische stoffen. Voor zo ver mij bekend is, wonen er geen heksen in de Paardenhoefklaver, maar ja weten doe je dat natuurlijk niet zeker 😉 😉

Even slikken

Met verbazing keek ik naar deze reclame. Een ontbijt in een flesje…? Zoiets was er al langer, maar volgens hersenprofessor Scherder niet echt aan te bevelen. Want kauwen heeft een functie. En even rustig ontbijten is ook veel beter dan haastig een drankje naar binnen gooien.

Maar de meeste verbazing betrof de nutriscore. Een A-score. Alsof er niks beters en kant en klaar puur natuur te koop is. Een peperduur flesje, met daarin melk, vezels, een smaakje maar geen suiker? En lang en zonder koeling (!) houdbaar.

Waarom zou je dat tot je nemen? En waarom hebben al die jonge mensen toch zo’n haast? Kun je nou niet even ’s avonds een schaaltje havermout (oh nee, dat heet nu overnight oats) of een boterhammetje klaarmaken en dan ’s morgens even 3 minuten zitten en eten?

Nee, dit dus. Om onderweg op te slurpen, in je eentje. Een plastic flesje met een drankje. Wie heeft het nog over een afvalprobleem?

Welkom in de nieuwe wereld, zonder boeren en koeien, maar met zulke idioterie. Hoogstwaarschijnlijk bedacht in een oh zo wetenschappelijke Foodhub.

Bah, mag ik een teiltje

Straatnamen

Na alle nare berichten van de vorige week over natuur die verdwijnt, stikstof en CO2 bedacht ik me dat het misschien geen slecht idee zou zijn om de planten waarnaar de straten in mijn wijk vernoemd zijn eens op te zoeken. Want als de wereld echt op zijn eindje loopt, hebben we dan tenminste de foto’s nog 😉

Bron: Google foto’s

Dit is citroengele Honingklaver, een plant die de meesten als onkruid zullen betitelen. Maar in grote getale vormt het een leuk geel veld. en de plant schijnt ook nog eens geneeskrachtig te zijn.

Honingklaver is een kruid wat reeds millennia lang door de mensheid wordt gebruikt om zijn culinaire en medicinale kwaliteiten. Het kruid wordt gedroogd en gebruikt bij kaasmaken; zo ontstaat groene kaas. Daarnaast is de wortel eetbaar en worden de jonge scheuten als asperges opgegeten. Jonge bladeren kunnen net zo worden bereid als groente. Zelfs de peulen zijn te eten. Ook de bloemetjes van honingklaver kunnen uitstekend een salade zowel optisch als nutritief verrijken. Van de bloemen kun je eveneens een thee maken.

Volgende keer eens kijken of er honingklaver kaas te koop is.