Wie in Limburg is, moet natuurlijk een keer koffie met vlaai eten. Och, er zijn ergere plichten, zou ik zeggen 😄
Maar dan moeten er geen wespen zijn. Want meteen nadat er zo’n heerlijke kersenvlaai op tafel was gezet, zoemde het van de wespen.
Leo begon al wat te wapperen met zijn handen, waarop ik zei dat je het best “gewoon rustig moest blijven”. Maar net toen ik een hapje wilde nemen, voelde ik een steek in mijn arm. En een wespensteek doet gemeen pijn.
Gelukkig zat er een drogist naast de bakkerij, dus kon ik meteen iets tegen de pijn kopen.
Maar de vlaai was heerlijk. Ondanks de steek heb ik gesmuld.
Pierre Martin: Madame le Commissaire en de verdwenen Engelsman
Omdat ik nog steeds niet in de stemming ben voor al te bloederige of bloedstollende scenes, zocht ik een boek, dat niet al te realistische details zou beschrijven, maar toch spannend, vlot geschreven maar wel heerlijk relaxed zou zijn. En dit boek voldeed aan mijn eisen.
Pierre Martin, de schrijver verschuilt zich achter een pseudoniem, maar heeft al diverse boeken op zijn eigen naam gepubliceerd.
Isabelle Bonnet is op weg naar het dorp in de Provence waar zij is geboren. Ze is er na de dood van haar ouders, toen ze zelf acht jaar was, nooit meer terug geweest. Maar nu wil ze toch eens kijken hoe het daar was. Is het echt zo’n ingeslapen plekje. Dat zou mooi zijn, want rust is vooral het doel van haar reis.
Na een heel traumatische ervaring moet ze vooral bijkomen. Weer haar leven op de rails krijgen en aan haar revalidatie werken. En toch ook eens uitzoeken hoe het zat met dat ongeluk waarbij haar ouders omkwamen….
Maar dan blijkt dat het dorp helemaal niet zo ingeslapen is. Het bruist van het leven en…. er is een geheimzinnige moord gepleegd. In een huis wordt een dode vrouw gevonden. Maar woonde zij daar wel? En welke relatie had zij met de bewoner, die op dat moment nergens meer te vinden is?
Allemaal ingrediënten voor een leuke en gezellige thriller. Want hoewel er dus gemoord wordt en een portie geweld soms niet wordt geschuwd, is het vooral een zonnig verhaal met de nodige spanning.
Fijn vakantieboek, voor lekker lezen onder de parasol. Glaasje witte wijn, zoutje, hapje…. Bijna als in de Provence… 😉
Ik las dat veldbonen ons nu worden voorgeschoteld als voedsel van de toekomst. Maar niks nieuws onder de zon, gewoon een van de vele soorten bonen. Peulvruchten dus.
In ontelbaar veel soorten te koop en op nog veel meer manieren klaar te maken. Van de gewone bruine boon tot flageolets, witte bonen, kapucijners, tot kikkererwten en linzen. Die dan weer in allerlei kleuren te vinden zijn. Geel, groen, grauw, zwart, rood, bijna een hele regenboog vol 😉
Bron: Google photo’s / Maker: Wim Messink / Auteursrecht: Wim Messink Fotografie
En vergeet ook niet de peulvruchten die vers gegeten worden, zoals sperziebonen, snijbonen, peultjes, tuinbonen of kousenband.
Peulvruchten zijn rijk aan eiwitten, dus prima vleesvervangers. En ze bevatten veel vezels, ijzer en vitaminen. Komt nog bij dat ze je cholesterol verlagen. Dus valt er heel veel voor te zeggen ze wat vaker te koken en dat kan op heel veel manieren.
Ach ja, alles keert terug in de geschiedenis van de mensheid. Want in het oude Egypte aten ze al bonen, prima bron van eiwitten. Gecombineerd met granen een volwaardige maaltijd. Daar hadden ze geen Wetenschappelijk onderzoek of Floriade voor nodig. Intuïtie of nuchter boerenverstand zal wel een grote rol gespeeld hebben.
Er was een tijd dat deze foto absoluut niet gemaakt kon worden.
Ik herinner me als kind nog wel verhalen van familieleden die op besmuikte wijze vertelden van hun bezoek aan een “witte winkel”. Daar wilden ze niet gezien worden door buren of bekenden.
Later de schroom van een collegaatje, die haar vakantievoorraad “regenjasjes” niet in haar geboorteplaats durfde kopen. Bang dat bekenden het aan haar ouders zouden doorvertellen. Dus ging ik met haar mee naar een winkel in de Rotterdamse binnenstad, waar haar aankopen anoniem waren.
Nu vond ik deze advertentie in het reclameblaadje van de Lidl en ik weet niet of het nu beter is. Aan de ene kant, waarom zou je je moeten schamen voor iets wat zuiver een privé zaak is? Aan de andere kant, als het privé is, moet dat dan tussen de dagelijkse boodschappen liggen, naast de stroopwafels en een stronk bloemkool?
Niet alleen mensen lijden aan obesitas, maar ook de dieren in de steden hebben er last van. Een overdaad van voedsel wordt, per ongeluk of opzettelijk, rondgestrooid.
en die duiven kun je het niet kwalijk nemen als ze maar blijven eten.
In Mechelen ontdekte ik deze poster. En ja, die duif is echt aan de te dikke kant. En dus wordt het publiek netjes gevraagd om niet meer te voederen.
Zodat de buurt netjes blijft. Ik weet niet of het ook echt helpt, maar wie weet…
En wat aten wij daar in Mechelen? Nee, geen gebraden duif, maar wel Mechelse koekoek, die geen koekoek maar een soort kip bleek te zijn. Heel lekker!
Vorige week, toen de 4-daagse zou beginnen maar een dag werd opgeschort vanwege de hitte, waren wij in Drenthe.
Ja, het was warm, ongetwijfeld. Maar wat werden we beroerd van al die ongelofelijk opgefokte berichten over de warmte. Alsof het nog nooit boven de 30 graden was geweest.
Je kon geen krant lezen, radio beluisteren of tv bekijken of er werd over de hitte en het hitteplan en de daaruit volgende gele, oranje en rode codes gepraat. En het leek wel of iedereen zijn oren er naar liet hangen. Want de wegen waren stil, de terrassen leeg.
En wat deden wij? Wij hadden al in Rotterdam besloten dat we lekker zouden gaan wandelen. Natuurlijk geen 40 kilometer, maar ja, zulke afstanden lopen we sowieso niet. We hadden een leuke wandeling gevonden, waar je in snel tempo wel in een krap uurtje mee klaar zou zijn. Maar waarom haasten? We liepen op ons gemak, aten wat en dronken ons flesje water leeg op een bankje in de schaduw. We hebben genoten van de rust en de stilte.
Slechts twee mannen trotseerden ook die “vreselijke hitte”. Ook zij leken niet al te veel onder de indruk.
Dan kom je doodmoe thuis van je werk en moet je eigenlijk nog wel wat bewegen. Want onderdoen voor de joggende, sportende of wandelende vriendinnen is geen optie. Maar de bank lokt, er staat al thee en in de trommel zitten nog een paar van die heerlijke koekjes… Wat doe je dan?
Nou je sjoemelt een beetje, voor deze éne keer. Niemand die het weet, dus niemand die het deert 😉 😉
Een boek van Marjan Berk kan bijna niet droevig zijn. Als geen ander weet ze de dagelijkse dingen een hilarische draai te geven. En een portie extra fantasie leukt alles nog meer op.
Toch is in dit boek ook heel wat droefenis te vinden. Je zou zeggen, bijna als het gewone leven, niet waar?
Drie alleenstaande vrouwen zoeken wat meer warmte en reageren op een contactadvertentie van een alleen zijnde heer. Allemaal retoucheren ze hun uitstraling een beetje. En soms valt het mee, soms valt het tegen.
Eigenlijk bestaat het boek uit drie delen. Een soort van intro, waarin we de vrouwen en hun entourage leren kennen, daarna een uit pure recalcitrantie geboren beslissing om alles achter te laten en naar een zonnig oord te vertrekken. En dan als laatste deel de onontkoombare werkelijkheid. Wat we ook willen, wat we ook doen, het leven gaat zijn eigen weg. En hoe ouder we worden, hoe meer hobbels de weg gaat vertonen.
Ik vond het een boek met soms wat Hendrik Groen-sfeer, soms uiterst humorvol, soms met een bittere ondertoon. Maar wel heel leesbaar.
Een grote snoepwinkel op Hoog Catherijne in Utrecht. Met een regenboog aan zuurtjes, dropjes en andere zoetigheden, netjes op kleur. Dat is een heerlijke regenboog.
Niet dat ik er ook maar één snoepje gekocht heb. Maar het leek me gewoon een heerlijk Luilekkerland.
Bij het opschonen van de computer kwam ik een aantal stukjes tegen over de tijd dat ik in het Zeehospitium in Katwijk kuurde. Blijkbaar was ik vergeten dat ik dat allemaal geschreven had, maar ik wil ze zo nu en dan alsnog hier plaatsen.
Bron: Google foto’s
Prikken
Toen, in 1952, moest je de hele dag in bed blijven. Dan is elk verzetje zeer welkom. En kinderen die al een beetje opknapten, wilden maar al te graag de boel op stelten zetten. Hoewel er voor ons ook heel veel mogelijk werd gemaakt, waren de mogelijkheden natuurlijk beperkt.
Kinderen blijven kinderen, die hun energie kwijt wilden. Dus een onbekend geluid op de gang kon betekenen dat er iets leuks op handen was.
Bron: Pinterest/Museum Rotterdam
Maar hoorde je het gerammel van de “prikzuster” dan was Leiden in last. Want regelmatig (ik denk elk kwartaal) werd je bloed onderzocht.De naalden waren toen nog niet zo dun en flexibel als nu. Het waren grote, gevaarlijk uitziende spuiten van glas. Ze werden natuurlijk hergebruikt en keer op keer gesteriliseerd.
Ik denk dat heel wat kinderen hier hun leven lang angst voor hebben gehouden.Veel kinderen kropen onder de dekens, begonnen te huilen of te schreeuwen. Maar het hielp geen cent, want geprikt worden moest je toch.
Ik weet niet of ik zo’n kouwe kikker ben of dat mijn karakter nogal neigt naar “wat moet dat moet, niet zeuren”. Die priksessies maakten echt wel indruk en ik vond ze ook niet leuk. Maar een trauma of angst voor naalden of witte jassen heb ik er niet aan overgehouden.
En die zuster of dokter zal aan het eind van de dag wel een diepe zucht gelaten hebben, omdat het er weer opzat voor een tijdje.