Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
Helemaal hoteldebotel is ie, Gene Wilder…. die vrouw in het rood…. it’s you.
Meestal is er niet veel leuks te melden als je het nieuws ziet of leest. Maar soms springt er toch wel eens iets positiefs uit.
Want wat meldde Metro deze week? Dat muziek maken en zingen positief op ons brein werkt. Het schijnt dat door te zingen of een instrument te bespelen je tante Dementia nog even een straatje om stuurt. En dat is toch mooi mee genomen.
Ik zong al regelmatig regelmatig, maar nu zing ik nog maar eens vaker. Lekkere oude nummers vol nostalgia, nieuwe liedjes of zo maar iets, zelf verzonnen.
En heb ik de ruimte, dan maak ik er ook nog wel een danspasje bij. Want dat helpt ook mee, al is het alleen maar voor je evenwicht.
En daarom heb ik dit boekje maar weer eens te voor schijn gehaald. Liedjes uit de oude doos, destijds gekocht door mijn moeder voor onze zoons.
Die zong ook, zelfs als ze de ramen lapte. En ja, ze werd wel oud, maar bleef goed bij de pinken…! 😉
Nee, op zo’n ouwetje heb ik niet leren typen. Al waren de destijds “moderne” machines niet te vergelijken met de apparaten van nu. Daardoor ram ik nog steeds op de toetsen en kan Leo me horen als ik boven zit te bloggen 😉
Als ik zo’n oud exemplaar zie, hoor ik meteen de “typewritersong”van LeRoy Anderson in mijn oren. Want wat een kabaal maakten ze. Een bel om het eind van de regel aan te geven. Ik typte goed en snel, maar niet ritmisch. Leroy was niet aan mij besteed.
Niet iedereen gebruikte tab-stops en niet iedereen kon er mee overweg. Dus als je een machine van iemand over kreeg, dan was het best zoeken hoe en wat er ingesteld was. Ik gebruikte ze wel, vooral bij tabellen typen.
En vergeet niet de lintjes, die met de regelmaat van de klok verwisseld moesten worden. Soms zei men dat je nog best wel even… zodat de letters vager en vager werden.
Er zijn ook heel wat nagels op gesneuveld en nagellak was geen lang leven beschoren.
Toch was het een leuke tijd. Maar wat was ik blij met die nieuwe elektrische machines. Die van IBM zelfs met een correctielint….
Sinds kort wonen we tussen twee stranden. En toch zijn we niet verhuisd… Ra ra, hoe zit dat?
Aan de ene kant, bij het beginpunt van de Metro in Nesselanden, ligt het strand van de Zevenhuizerplas. Aan de andere kant ligt Hoek van Holland en is het eindpunt van diezelfde metrolijn, vrijwel op het strand.
Nou ja, wij stappen op de metro in Ommoord en dan is het altijd nog bijna een uur rijden. Dus helemaal klopt het niet. Maar het is heerlijk. En dat vonden wij niet alleen, maar afgelopen zondag trokken duizenden mensen naar de Hoek. We hadden er tenslotte ook lang op moeten wachten.
Hoe het was? Nou, gewoon heerlijk. De zon scheen, het strand was goudgeel, de golven rolden rustig en de wind was zeer bescheiden. De ouderwetse houten plankieren waren verwisseld voor stevige betonnen platen, die over kilometers langs het strand lagen. En dus konden deze Rotterdamse 60-plussers genieten van een lekkere strandwandeling.
En voordat we weer de metro in gingen, even uitblazen op een terrasje met een hapje en drankje. Zeker voor herhaling vatbaar!
Ergens tussen het nieuws las ik dat Cilia van Dijk was overleden. De naam zei me niks, maar in het artikel stond dat zij in 1985 een Oscar had gewonnen voor haar tekenfilm “Anna en Bella”.
Gek toch, dat we in Nederland soms zulke dingen een beetje onderschoffelen. Een Oscar winnen is toch niet niks. Daar mag je best een beetje trots op zijn.
Want het is zo mooi om te zien hoe de zusjes Anna en Bella hun jeugdherinneringen bekijken en samen terug gaan in de tijd. Met alle leuks dingen, met de kleine pesterijtjes, met jaloezie, maar met ook de sterke verbondenheid.
Leo heeft iets meer ervaring. Hij bracht diverse vakanties door met een vriend in een sheltertje. Hij weet er sappig over te vertellen. Hoe ze geen plek konden vinden en later toch wel. Want toen mochten ze op het gazon in een Engelse tuin hun sheltertje opzetten. ’s Avonds nodigde de bewoners hen uit voor een glas whisky en een jointje roken. Ja, dan voel je natuurlijk ook geen kou 😉 !
Maar al hou ik danniet van kamperen, ik kijk wel met plezier naar “We zijn er bijna”. En daar moest ik onmiddellijk aan denken toen ik dit op een vintagebeurs zag.
Ik neem aan dat met dit bordje de plek waar je mag staan wordt gemarkeerd. Zo te zien al heel wat jaartjes geleden in gebruik geweest. Er is toch (bijna) niemand meer die met zo’n klein eitje op vakantie gaat? Wat ik zo nu en dan aan caravans voorbij zie komen is groot, luxe en van alle gemakken voorzien.
Maar voor mij hoeft het niet. Ik ga wel in een hotel.
Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
Begin van de maand, dus weer een Nederlands liedje. Ditmaal van Senne Guns: De goudvis.
In 2010 werd voor de kust van Texel door hobby duikers een 17e eeuws vrachtschip ontdekt. Toen in 2014 de duikers ontdekten dat het schip gedeeltelijk vrij was gespoeld, hebben ze het onderzocht en dingen naar boven weten te halen. Ze vonden onder andere palmhout en noemden het schip derhalve “Het palmhoutwrak”
Bron: Google fotos / Museum Kaap Skill, Texel
Het bleek een schatkamer te zijn. Er werden een heleboel prachtige voorwerpen opgehaald, maar het mooist was een jurk. Een (bijna) complete jurk van gouden zijde. Van wie was die jurk, hoe kwam zo’n fraaie en dure japon aan boord van dat schip? Wie waren er allemaal aan boord en waarom vervoerde het schip ook zo veel boeken?
De duikers weten niet goed wat met de jurk aan te vangen. Ze spoelen hem schoon en hangen hem op. Maar als de directrice van het Texelse museum Kaap Skill op bezoek komt, realiseert ze zich dat er nu wel een groot probleem is. Want je mag niet zomaar iets uit zee opvissen. Dat moet gemeld, anders valt het onder diefstal.
En hoe moet je verder met zo’n jurk. Nat kan het niet blijven, maar drogen brengt risico’s met zich mee. En omdat het zo’n kostbare en bijzondere jurk is, beginnen allerlei instanties, waaronder musea, zich te roeren. Die willen zo’n object wel onderzoeken, conserveren en dan in hun eigen collectie hebben.
Moeten ze dat nu allemaal uit handen geven? Ja, daar zit niks anders op. Maar er wordt beloofd dat alles weer terug zal komen naar Texel en tentoongesteld zal worden in Museum Kaap Skill. Uiteindelijk worden alle voorwerpen nauwkeurig onderzocht, er wordt gezorgd voor de juiste vitrines en een (semi) permanente tentoonstelling wordt opgesteld.
Dat alles was te zien in de 3-delige TV-serie “De jurk en het scheepswrak” die ik met heel veel belangstelling volgde. En natuurlijk ook luisterde naar de 5-delige podcast, waarin gezocht wordt naar verhalen die kunnen leiden naar de oorsprong van de jurk.
En nou wil ik vanzelfsprekend ook weer een keer naar Texel. Zelf zien hoe die jurk er uit ziet en wat er nog meer uit dat palmhoutwrak is opgedoken.