Molens

Overal op de wereld komen molens voor, maar toch worden ze altijd onlosmakelijk verbonden met Nederland.

Er zijn er dan ook nog heel veel. Bij ons in de buurt hoef je maar een klein stukje te fietsen of je rijdt langs de Molenviergang langs de Rotte. En de molen van Delfshaven is heel bekend.

Wie verder rijdt komt natuurlijk bij Kinderdijk de vele molens tegen. Maar ook in de andere provincies staan er vele. En telkens als ik zo’n molen zie, ben ik weer geïmponeerd door de techniek, die al vele eeuwen zijn dienst heeft bewezen bij het bemalen van de polders, maar ook bij het malen van graan.

Ik zocht in mijn Google-foto’s naar welke molens ik gefotografeerd heb. Er zijn er vast nog meer, maar ik houd het even bij deze. Ze staan (v.l.n.r) in Rotterdam-Delfshaven, Bourtange, Rotterdam-Park Zestienhoven, Sloten, Woudsend, Culemborg en Berkel-Rodenrijs.

Onderweg

Er zijn vele wegen naar Roma, maar ook naar Workum. Voor de heenweg kozen wij er voor om via de Afsluitdijk te gaan. Eerst een stuk over de snelweg, maar voorbij Amsterdam kozen we de binnenwegen. En stoppen zouden we ij Broek in Waterland.

Al sinds mijn schooltijd intrigeert zo’n naam me. En nu kwamen we er dan echt. Het doet het water eer aan, want dat is er veel. En als de zon schijnt, er weinig wind is, kan dat water zich meten met het mooiste blauw.

We wandelden door het dorp, dronken koffie bij de kerk en raakten helemaal in vakantiesfeer. Broek in Waterland was door de handel zeer welvarend. Handelaren bouwden hier hun statige huizen met fraaie deuren. hier dus weer met verborgen schatten. Het heeft een beschermd dorpsgezicht en er zijn genoeg verborgen schatten te vinden.

Alweer een plek om vaker naar toe te gaan en te genieten van de schoonheid van Nederland.

Creatief

Al lange tijd volg ik het Instagram account van Edgar Artis Hij is modeontwerper en maakt tekeningen van vrouwen, die hij kleedtmet met van alles en nog wat…. bloemblaadjes, groente, potloodslijpsel, potloden… te veel om op te noemen.

De laatste weken gebruikt hij kleine paspopjes in plaats van tekeningen. En dat is te volgen op Instagram. En weer gebruikt hij allerlei ongewone materialen, zoals uienschillen, spinazie of notendoppen.

Ik hou van dat soort creatieve uitingen. Edgar maakt niet alleen dit soort dingen, maar ontwerpt en maakt ook tassen. Stoer en toch elegant.

Dat is het leuke van al die Instagram beelden. Je ziet zoveel voorbij komen.

Nog even…

En dan komt de dag dat je toch weer terug moet naar huis. We zouden nog wel willen blijven, maar ja, aan alles komt een eind.

Om niet al te snel af te kicken, gaan we nog naar Woudsend. Een klein watersport dorp met een beschermd dorpsgezicht. En zo lopen we al snel door een heerlijk straatje. Met een sfeer van Ot en Sien, rustig en stil. Er zijn wat oude winkeltjes, al is het assortiment wel veranderd. Een man op echte klompen komt ons tegemoet.

Woudsend heeft ook een haven, waar de boten al af en aan varen. En al die boten moeten een keer onder de brug door. Geen probleem met een sloepje, maar een zeilboot is andere koek. Dan moet de brug open en al het rijverkeer wachten. Haast is geen optie.

Vanaf het caféterras heb je een goed zicht op de brug. We zitten er met koffie en zien ondertussen vele malen de brug opengaan. En soms, als het autoverkeer weer door mag gaan, rare en benarde situaties als auto’s en campers elkaar maar ternauwernood kunnen passeren. We kijken zo geboeid dat een foto maken erbij inschiet 😉

Stuk bijten

Dit was nou echt een puzzel om je tanden (figuurlijk) op stuk te bijten.

Een enorme doos met suikerzoete macarons, die me weken zoet heeft gehouden.

Sommige puzzelaars sorteren van te voren alle kleuren min of meer uit. Dat doe ik niet. Ik begin natuurlijk met de rand en heb ik die dan voor een groot deel, ga ik verder met het invullen van het geheel. Dus lagen er her en der diverse macarons en groeide het beeld gestaag. De rand had ik inmiddels op één stukje na klaar. Op sommige dagen schoot ik maar hooguit 10 stukjes op.

Maar nu is ie dan toch klaar. Hij ligt nog even te pronk onder het glazen tafelblad. Kan ik eens bedenken welke ik nou weer mag lenen.

En heb ik intussen ook macarons gebakken? Nee, dat niet. Echt mijn gebit stukbijten gaat me te ver… 🙂

Workum

Workum heeft ons hart gestolen. Waarom we nou juist dit zo’n enig stadje vinden, kan ik niet goed verwoorden. Maar het heeft een speciale sfeer.
Het Jopie Huismanmuseum is weer open, het plein op de Markt is prachtig, maar vooral ook gezellig.

Het stadje ademt nog een beetje de grandeur van vroeger. Oude huisjes, vaak nog bijna in de oorspronkelijke vorm. We houden er van.

Omdat het zulk mooi weer was, konden we alle dagen ontbijten en dineren op het terras van het hotel. Dat terras loopt door in een tuin en stap je dan nog wat verder door, kom je bij een sloot met waterlelies. Daarachter ligt het weidse Friese landschap. Groene weiden, een maaiende boer, bomen, lucht en water.

Er staan wat bankjes, zodat de gasten kunnen genieten van de zons-ondergang en het gefluit van de vogels. Er is niet veel nodig om gelukkig te zijn.

Op stap

Friesland is mooi, ruim en rustig. Nou ja, niet in de buurt van grotere steden, want in de buurt van Leeuwarden stonden we toch weer in de file.

Op weg naar Dokkum, waar we nog nooit geweest waren. Dat ligt ook echt een beetje uit de gooi, maar nu hadden we dus een mooie gelegenheid.

We parkeerden de auto net buiten het centrum en wandelden Dokkum in. Oude, mooi gerestaureerde huizen, gevelstenen. Hobbelige straatjes en een fraaie boot in de gracht. Het ademde rust en historie uit.

Ook in deze stad natuurlijk een 11-steden fontein. Een ijsfontein en dat deed met de hitte zeer onwerkelijk aan. Maar de mistflarden er rondom gaven wel een hint van verkoeling. ’s Winters zal het zeker een heel ander aanzien hebben, berijpt en bevroren.

Leo kon natuurlijk niet om het Bonifaciusbier heen en proefde een flesje bij de lunch. Het smaakte naar meer, maar dat bewaarde hij wel voor later.

Op stap

We hadden het al langer tevoren geregeld, ondanks de C-maatregelen. Maar gelukkig kwamen de versoepelingen net op tijd. Dus konden we gewoon logeren in “Hotel Wymerts” in Workum, kregen we ons ontbijt en diner aan tafel geserveerd. Alles dus prima geregeld! En dan het weer, dat zo uitbundig was. Heerlijk!

Even uitrusten bij een klein meertje

En wat deden we? We reden naar Gaasterland en wandelden in de omgeving van Oudemirum. Leo had een wandeling gezocht en het was heerlijk. Alleen die muggen. Zelden zo veel muggen gezien, gehoord en gevoeld. Het jeukt nog steeds hier en daar 😉

We reden daarna naar Slaet (Sloten). Vorig jaar zagen we alleen het kleine straatje, maar nu liepen we verder. Lunchten gezellig op een terrasje en wandelden op ons gemak door het mooie vestingstadje. Een pareltje en meerdere bezoeken zeker waard.

En net als in de andere 11-steden staat hier ook een fontein. Een stapeling van waterbekkens, met daar boven op een jongen, die een meisje op zijn schouders torst. Het zinnebeeldt het water, bron van alle leven en zo veel te vinden in Friesland, net als de kievit die het meisje in haar hand houdt. Lucy en Jorge Orta ontwierpen de fontein. Ik vond het een heel begrijpelijk beeld.