Nu bijna geen mens meer lijkt te roken, zie je ook steeds minder aanstekers. Vroeger had elke man die wel in zijn achterzak zitten. Of hij had tenminste een doosje lucifers bij zich.
Bron: Facebook / Kees Pootjes
Mijn vader had er zo een als deze. Er zat een prop katoen in en als ie leeg was, moest er benzine in.
Dat hadden wij altijd in het gootsteenkastje staan. In een gewone fles, met een kurk erop.
En als die aansteker dan gevuld moet worden, druppel voor druppel, brak mijn vader een lucifer half doormidden, hing hem in de flesopening en druppelde zo voorzichtig de benzine in de houder. Al ging er ook wel eens iets naast.
Aansteker dicht en dan proberen of hij het deed. Ik hoor nog het geluid dat dat maakte. Soms lukte dat niet erg en moest de hele procedure opnieuw. Hij had engelengeduld daarvoor.
Soms deed de vlam het juist iets te goed. Dat was beslist een beetje gevaarlijk, met die fles in de nabijheid. Maar gelukkig is altijd alles goed gekomen. Brand hebben we nooit gehad.
Later kreeg mijn vader een mooie gasaansteker, maar of hij dat echt ook beter vond….? Ik betwijfel het.
Regelmatig gaan we met veel plezier naar de dierentuin. Blijdorp is voor ons natuurlijk de beste optie en goed met de auto te bereiken.
Bron: Google foto’s / You Tube
Maar we kijken ook heel graag naar “Leopard, Seebär und Co”, een programma van de ARD en bij ons te zien op het kanaal van de NDR. Van maandag tot en met vrijdag kunnen we daar meekijken bij de dieren van Tierpark Hagenbeck in Hamburg. En dat al een hele tijd.
We leven mee met de dieren, zien de verzorgers bij hun werk, kunnen meekijken bij geboortes en ziekte van de dieren. Van de leeuwen tot de pinguïns, van de kameleons tot de haaien.
Inmiddels kennen we de dieren en hun verzorgers, zien we dieren opgroeien, naar een andere dierentuin vertrekken of bekijken we nieuwe bewoners en hoe ze wel of niet gewend raken in de tuin.
Een lekker programma om dagelijks even bij uit te blazen met een kopje thee erbij of een lekker glaasje.
Al weer een tijd geleden las ik het boek van Bart van Loo: de Bourgondiers. Een dikke pil met honderden voetnoten. Het verhaal hoe de Nederlanden, België en Luxemburg hun oorsprong vinden bij Filips de Stoute. Je kunt je voorstellen dat het boek vooral vol staat met veldslagen. De diverse koningen, prinsen en graven trokken nogal eens ten strijde.
Bron: Google foto’s / VRT MAX
Maar Bart van Loo maakte over die Bourgondiërs ook een podcastserie. En nu is er dan Stoute schoenen, opnieuw een podcastserie waarin hij elke keer een tijdreis maakt en een plek bezoekt en beschrijft, waar een wetenswaardigheid uit het boek te bekijken is. Soms is dat een slagveld, maar ook kastelen, bruggen, kerken worden bezocht.
En Bart van Loo is een begenadigd verteller. Hij brengt de geschiedenis zo levendig ten tonele, maakt af en toe een uitstapje naar een andere tijd, een andere beroemdheid. Middeleeuwse muziek en geluidseffecten maken het tot een heel levendig geheel.
Elke uitzending duurt ongeveer een half uur. Ik beluisterde inmiddels al een hele rij, meestal voor ik ga slapen, met oortjes in. Net genoeg om zachtjes richting dromenland te gaan.
Dit is een doorkijkje vanaf de Schiedamse dijk. Rotterdam grossiert in hoogbouw, dat is duidelijk te zien. Hoog, hoger, hoogst en het eind is geloof ik nog niet in zicht.
Vroeger werd het Witte Huis al een “wolkenkrabber” genoemd. In 1897 werd met de bouw daarvan begonnen en toen het klaar was, was het hoogste gebouw van Europa.
Maar ja, tijden veranderen en nu is het Witte Huis een mini tussen alle maxi. Wie goed kijkt op deze foto, ziet nog een klein stukje van die eens enorme “wolkenkrabber”.
Waar op dit moment het hoogste gebouw in Europa staat, ik heb geen idee. Zodra ergens een record wordt gevestigd, begint er ergens anders een nieuw project.
Vorige week maakte ik deze foto tijdens de Havendagen in Rotterdam. Ik kan me zo’n bootje nog wel herinneren. Een parlevinker, oftewel een varende supermarkt. Nou ja, het assortiment zal wel wat beperkter zijn geweest, maar voor de klanten was er toch van alles te koop.
Dagelijks voeren de bootjes langs de binnen-vaartschepen en bezorgden hun waren. Het moet voor de schippersvrouwen een hoop gezeul bespaard hebben. De boodschappen werden meteen over bak-of stuurboord geleverd en betaald.
Maar niet alleen schippers gebruikten de diensten van de parlevinker. Ook toeristen, in Friesland vooral, vonden de service wel erg prettig.
Het beroep van parlevinker is al jaren uitgestorven. Dit scheepje behoort dan ook tot het Maritiem Museum en voor deze gelegenheid was er van alles te eten en drinken te koop. Een klein terrasje maakte het deze dag compleet.
Dit gedicht maakte stadsdichter Daniël Dee en ik ontdekte het op de muur van het pand Hoogstraat / Mariniersweg. En ja, zeg nou zelf. Dat kan toch alleen maar over Rotterdam gaan.
Ademruimte
een kale vlakte maken is niet moeilijk
met bommen of sloopkogels kom je een eind
en met de juiste materialen – staal steen en cement – heb je binnen de kortste keren weer een stad
maar om ware levenlust te scheppen heb je Rotterdammers nodig