Toen en nu

Rotterdam, in 1908, gezien vanaf het Witte Huis.

Bron: Facebook / 010web

In het geboortejaar van mijn moeder stond het Witte Huis al in Rotterdam. Toendertijd een “wolkenkrabber”. Nu een niet eens zo’n hoog gebouw tussen alle grote woontorens die de stad inmiddels rijk is.

Wie de gelegenheid heeft om eens op het dak van het Witte Huis te staan, ziet nu een geheel andere stad.

Veel van de gebouwen van toen zijn in de oorlog verwoest. Andere zijn gesloopt omdat ze niet meer voldeden aan de eisen van de tijd of plaats moesten maken voor wegen en bredere straten.

Ja, alles verandert in de loop van de tijd. De foto van toen lijkt rustig, fraai, gezellig. Maar wie ziet de armoe in de huizen, kent het verdriet om ziekte en dood?

Ach, zo gaat dat. Het is en blijft in ieder geval een mooi plaatje van een stad die altijd in beweging is.

Zingen

Bron: Google foto’s / Libelle

Vanmiddag zal onze Zangclub + zingen in de bieb, en dat alles om de activiteiten van de SKVR te promoten.

Leo gaat mee voor het steuntje in de rug en verder moet onze uitstraling voor de finishing touch zorgen.

Ik hoop maar dat het allemaal goed gaat, want we zingen voor ons eigen plezier. Zo’n openbaar optreden hoeft helemaal niet voor de groep.

Maar we willen best nog wat meer zang enthousiasten er bij hebben. Dus oefenden we de laatste weken op een serie liedjes en zullen we met ons allen de club in het zonnetje zetten.

Er is nog genoeg ruimte voor meer mensen.

Winkelen

Vond ik het vroeger heerlijk om te winkelen en deed ik dat ook veel vaker dan nu. Maar ja, toen werkte ik in de stad met winkels onder handbereik en ging ik op weg naar kantoor langs de etalages als voorproefje.

Ook kwamen we met enige regelmaat op het Zuidplein, op weg naar mijn schoonouders. Mijn schoonmoeder ging elke dag naar het Zuidplein, destijds een heel modern en groot winkelcentrum op loopafstand van haar huis. En dag zonder Zuidplein was voor haar geen echte dag.

Maar het winkelcentrum verpauperde een beetje. Winkels verdwenen, er kwamen andere zaken voor in de plaats en de sfeer veranderde. Jarenlang hadden we er niks te zoeken.

Nu is het verbouwd, gemoderniseerd en aangepast. Reden om weer eens een kijkje te nemen.

Maar gek, de zin om te winkelen lijkt een beetje weg. We liepen er, kochten weliswaar wat, maar waren toch weer blij dat we naar huis konden.

Architect

Bron: Google foto’s

Steden en dorpen, allemaal herbergen ze wel bijzondere gebouwen. Maar weten we wel wie deze gebouwen ontworpen heeft? Soms wel natuurlijk, maar soms ook blijft de naam van de architect een beetje ondergesneeuwd.

Natuurlijk ken ik het stadhuis van Rotterdam. Een markant gebouw aan de Coolsingel. Ik ben er heel vaak langs gereden, we zijn er getrouwd en diverse malen heb ik er een paspoort, rijbewijs of ander document opgehaald.

Maar wie had het ontworpen? Ik wist het niet een-twee-drie. Pas toen ik er met de wandelclub was, ontdekte ik de naam van de architect: Henri Evers. Daar moest ik dan ook een foto van maken.

Hij heeft niet alleen het stadhuis van Rotterdam ontworpen, maar ook de Armeniuskerk in Rotterdam, het Caland monument. Ook De Lindenhof in het Agnetapark in Delft is van zijn hand.

Doorkijkje

Zomaar een foto van een doorkijkje in Rotterdam.

Lopend over de Meent naar de Coolsingel, met aan de rechterzijde het gebouw van Dudok.

We kijken richting Het Steiger en op de achtergrond vormen wolkenkrabbers de horizon.

Een stukje stad met een eigen sfeer. Ik werkte er in de buurt en kwam er vaak langs. Nu was het weer een hernieuwde kennismaking.

Mooi op een bepaalde manier, al kan ik niet uitleggen wat er nou zo mooi of bijzonder aan is.

Ach, gewoon even kijken naar mijn stad.

Poffertjes

Gisteren liep ik met de Ganzenpas niet door de natuur, maar maakten we een wandeling door de stad.

Met de metro naar het centrum en dan een beetje kriskras door winkelstraten die we bijna allemaal van vroeger kenden.

Hier zat …, daar heb ik gewerkt. Daar hebben we zo vaak gegeten. De herinneringen vlogen over en weer.

We namen een kijkje in de tuin van het stadhuis, maar lieten de koopgoot links liggen.

En tot besluit aten we met z’n allen poffertjes.

Wandeling down Memorylane 😉

Keuze

Onlangs werd bekend dat de kroketten in Blijdorp al een hele tijd “vega” zijn en dus geen dierlijke elementen bevatten. Het gaf nogal wat reacties (ook van mij) op Facebook.

Eigenlijk maakt het mij niet uit of iets met vlees gemaakt wordt, zonder of helemaal uit plantaardig spul bestaat. Het is de smaak die belangrijk is. En eerlijk, ook vega of vegetarisch producten kunnen voortreffelijk smaken. Snacks met vlees kunnen daarentegen ook heel smerig zijn.

Maar ik wil wel de keuze hebben. Allereerst omdat ik zelf wil bepalen wat ik eet. Wie bepaalt of een vega kroket beter of slechter voor onze gezondheid is? Ze zijn allemaal vet en allemaal bereid met ingrediënten die men kan/wil/moet vermijden.

Daarbij komt dat de producten die men bij de diverse kraampjes in Blijdorp kopen kan, vrijwel allemaal behoren tot de groep zeer zoet en/of zeer vet. Dan is die ene, stiekeme, vega kroket een beetje hypocriete manier om aan de gezondheid van de mensen bij te dragen.

Maar het gekste vind ik dat men bij Blijdorp niet door heeft dat men op deze manier aan de poten van hun eigen stoelen zagen. Sommige vega-fanaten vinden namelijk dierentuinen ook niet meer passen in deze tijd. Die zouden op den duur moeten verdwijnen.

Dat zal nog best een tijd duren en hoe dat moet gebeuren is me niet duidelijk. Maar Blijdorp zou er naar mijn idee beter aan doen om iedereen te vriend te houden. Dus laten ze nou maar weer gewoon beide kroketten op het menu zetten.

Gezond eten doen we thuis wel weer 😉 😉 😉

Doorkijkje

Lopend naar het Fotomuseum kwamen we dit doorkijkje tegen.

Onmiskenbaar een stukje Rotterdam, met de Nieuwe Maas, boten en flats, hoog, hoger en hoogst. Die laatste flat is de Zalmtoren, op dit moment het hoogste gebouw van Nederland.

Mooi…? Mmm, indrukwekkend, niet alleen door de afmetingen. Want op de slappe grond van Rotterdam is dit bouwen toch ook een hoogstandje op bouwtechnisch gebied.

Maar ik zou er niet in willen wonen. Te opgesloten, te beperkt. Ondanks het absoluut fraaie uitzicht.

Kleintje

Alweer een tijd geleden waren we in Diergaarde Blijdorp. Vaak vonden we het te druk, maar nu moest ons abonnement verlengd worden en daar knoopten we een bezoek aan vast.

Meestal gaan we wat later in de middag, dan is er niet zo veel bezoek meer. We hebben geen speciale routes, lopen meestal op goed geluk en zien wel wat er op ons pad komt.

Dit keer wilden we wel speciaal naar de olifanten toe. Nog maar een paar weken geleden was er een olifantje geboren en dat wilden we nu toch wel graag zien.

Buiten was geen olifant te ontdekken, maar binnen in Taman Indah, het olifanten verblijf stonden er wel een stuk of vijf. Olifanten doen het goed in Blijdorp. De kudde heeft inmiddels twee kleintjes, Radjik die op 5 mei 2021 geboren is en Maxi, die 9 oktober ter wereld kwam.

Net als bij mensen groeien olifanten snel. Radjik is nog wel aanzienlijk kleiner dan zo’n volwassen beest, maar steekt al ver boven de kleine Maxi uit.

Gelukkig showden de moeders hun kinderen graag en die kleintjes… ach die scharrelen lekker rond.

Borstels en bezems

Sinds lange tijd liep ik weer eens over de Lijnbaan. Al lang niet meer de chique winkelstraat die het vroeger was. Toen allerlei mooie zaken, nu voornamelijk (vr)eettenten, goedkope mode- of sneakerwinkels. Of ben ik te oud voor deze tijd?

Toen de Lijnbaan in 1953 werd geopend, werkte mijn zus op het Stadhuisplein. Je kunt je voorstellen dat al die fraaie winkels door haar en haar collega’s druk bekeken werden. Hoeveel dromen over mooie schoenen, tassen, fraaie japonnen en nog veel meer (toen) te dure aankopen zullen er wel bij elkaar gedroomd zijn.

Er zaten toen ook nog veel speciaalzaken. Er was de handschoenenwinkel van Laïmbock en de winkel van Th. Malais, gespecialiseerd in borstels, zeemlederen lappen en stofdoekenmandjes. Mijn zus was toen 23 en had al vaste verkering. Er was sprake over verloven en trouwen.

Ik hoorde haar wel met mijn moeder praten over ragebollen, meubelborstels, sponsen en hoe je het best kon ramen lappen. En waar die spullen moest kopen.

Zoiets ging mij niet aan. Mijn interesse lag bij een andere speciaalzaak op de Lijnbaan, die van Meijer en Blessing, voor speelgoed.

De zaak van Malais is al weer jaren weg, opgegaan in een ander bedrijf of gewoon failliet bij gebrek aan klanten. Stofdoek en meubelschuiers zijn vervangen door swiffer en microvezels.