Eigen oogst

Eigen-oogstDit is het begin van een -hopelijk- uitbundige oogst aardbeien. We kijken ze zowat de grond uit! Maar natuur laat zich niet dwingen, dus zullen we geduld moeten hebben.
Ze worden één voor één rijp en dan plukken we ze meteen. Anders vinden de vogels ze of rotten ze weg.
Ik hoef dus nog geen potten te sparen voor jam.
Maar in ieder geval hebben we dit jaar een eigen oogst(je)….
Ze smaken overigens voortreffelijk.

Binnenkomertje

binnenkomertjeNiet altijd is er inspiratie voor een blog. Maar dan zijn er gelukkig nog altijd mijn foto’s die me op ideeën brengen. Vandaag is zo’n dag, een blog over bijna niets.
Alhoewel, ik vind deze Suzanne met de mooie ogen toch een prachtig binnenkomertje. Ik plantte haar in een oude gieter, naast de regenpijp. Wat draadjes om in te klimmen en Suzanne is tevreden. En iedereen die bij mij aanbelt, wordt door haar hartelijk welkom geheten.

Prachtig

prachtigDe natuur is wonderschoon. Alles wat groeit en bloeit kan me blijven verbazen. Kijk nou naar deze waterlelie, die zich deze week in onze vijver ontvouwde.
Na de winter is er niks te zien, totdat er wat bladeren boven komen drijven.
En dan ineens is daar een knop. Die blijft lang dicht gevouwen.
Maar dan op een dag ligt er zo’n mooie bloem in de zon te schitteren. Suikerzoet roze bladeren en een hart van stralend geel.
Ik word daar heel blij en gelukkig van. En als het nou nog een beetje langer zulk mooi zomerweer blijft, dan komen er steeds nieuwe bloemen bij. Helemaal gratis en voor niks elke dag weer een feestje.

Mooi toch…?

Vorige week, net na een fikse regendag, begon de zon aarzelend te schijnen. Zo zag onze tuin er toen uit.
Ja, ja, ik ging natuurlijk op een goede plek staan, zorgde er voor dat er niet al te veel 😉  onkruid te zien is. Een klein beetje geflatteerd is het wel, maar goed. Dit is toch onze tuin, waar ik elke dag met veel plezier naar kijk. En in het voorjaar met nog een beetje meer plezier. En dat wilde ik gewoon even delen.
mijn-tuin.jpg

Natuur

Gek toch… wij mensen verbazen ons over de lange winter, de koude lente. De natuur zegt niks maar wacht met uitlopen tot de temperaturen een beetje aangenaam zijn. En dan, dan volgt er een groeispurt. Want nog nooit heb ik de bomen en struiken zo snel in bloei zien komen. Was er eerst nog geen zweempje blad of bloem te zien, in een paar dagen staat alles in volle bloei. Jammer dat het dan ook weer zo snel weg is, maar laten we niet klagen. Gewoon genieten van al dat moois…. Geweldig toch?

Lente

Soms dachten e dat het nooit meer zou komen, die lente. Maar nu is ze er dan toch. Alle bomen en bloemen hebben haast om uit te komen. Eerst is er nog niks en dan, ineens, zie groen alom. Heerlijk!! Genieten!!

Visite

Nu de dagen kouder en korter zijn, komt er zo nu en dan een grote reiger in onze tuin. Hij staat op de rand van de vijver en kijkt of er iets te snaaien valt. Soms vangt er een een kleine salamander. Maar gek genoeg liet hij die ook weer vallen. Misschien was dat een beetje onhandig type. Zijn honger stilde hij in elk geval niet erg.
Ik vind zo’n beest beslist erg mooi, maar ben toch niet zo blij met zijn komst.
Te groot, te veel aanwezig, een beetje buiten proportie. Hopelijk poept ie niet, want een reigerflats is enorm en stinkt als de hel. Maar ja, hij komt en hij gaat zo hij wil. Aan mij wordt niks gevraagd en wegjagen, nou ja dat gaat me te ver.
In het wild, in de polders rondom Rotterdam zitten tegenwoordig veel reigers. En ook in de wijktuin zie je ze vaak. Als het heel koud wordt, bivakkeren er soms wel meer dan vijftig bij de grote vijver daar.

Drama…

bron: Google foto’s

De vuurdoorn in onze tuin is dringend aan een snoeibeurt toe. Ik was dat al langer van plan, want weken geleden stond ik klaar om te gaan knippen. Toen begon papa Merel op de pergola angstig te piepen. Ik wist het niet, maar hij en moe Merel waren al aan een tweede leg begonnen. In het nest dat veilig leek, daar in die prikkende vuurdoorn. En dus liet ik de boel de boel. Dat snoeien komt later nog wel.
Niet dat ik rampspoed kon voorkomen. Want afgelopen zondag is het in de tuin ineens een kabaal van jewelste. Papa Merel vliegt van de ene kant naar de andere kant, met een dikke worm in zijn bek. Mama Merel fladdert heen en weer, angstig piepend. En een ander zielig piepen komt uit de vuurdoorn.
Dan springt de buurtkat ineens vanaf de schutting en schiet ijlings weg. Hij kijkt schichtig en schuldig achterom. Pffft…. het zal toch niet? Maar dan zie ik de beide vogels weer af en aan vliegen, met dikke wormen en slakken in hun bek. Het zal dus wel niet zo’n vaart gelopen hebben. Nog een paar keer horen we zulk kabaal en dan snellen we naar de deur, trekken hem open en roepen “ksss” om die kat te verjagen.
Maar gisteren hoorde ik opeens wel heel angstig piepen, maar zag ik geen kat. Ik installeerde me met goed zicht op de tuin. En al na een paar minuten kwam moe Merel aangevlogen. Ze landde op de grond, net naast het keitjespad. En ja, daar zat een klein mereltje. Ik zag z’n bekje opensperren. Even later wipte hij het pad op en och wat een kleintje was dat. Nog met fluffige nestveren, geen staart, niet in staat om te vliegen. Hij was ook een beetje mank. Die kat had hem dus wel degelijk te pakken gehad. Och arme, amechtig scharrelde hij rond en viel uiteindelijk tussen de keien. Je zag hem nauwelijks. Moe kwam er weer aan, met twee oranje bessen in haar bek. Merelkind nam ze nog wel aan, maar nee, dat mocht niet meer baten. Deze zou het niet halen.
Een klein drama, zo dicht bij huis, vlak onder mijn neus…. Je zou er een verhaal over kunnen schrijven.

Bewaren

Bewaren

Waterlelie

Eigenlijk is ie te groot voor ons kleine vijvertje. Het had een mini-waterlelie moeten zijn. Maar ja, dat had ik even over het hoofd gezien.

De eerste jaren bloeit zo’n plant niet, krijg je alleen maar bladeren. Maar dit jaar verraste ze met flinke knoppen. En ik vind ze zo mooi, zo sprookjesachtig. Dus zolang ze er nog wel inpast, mag ze blijven.

Misschien kan ik ze wel delen en iemand anders er een plezier mee doen. Dat moet ik toch eens aan de tuinman vragen. Voorlopig maak ik me geen zorgen. Ik geniet ervan.

Bewaren

Inwoning

bron: internet

Wel vaker hebben wij in de tuin inwoning van vogels. Maar dit jaar zijn het er wel veel. Voor en achter zitten merels in de klimhortensia en vuurdoorn, in de klimop huist een fitispaartje. Het is dan ook druk af- en aanvliegen. Schiphol is er niks bij 😉
Zolang er alleen nog maar eieren zijn, is het ook al druk maar vrij stil. Maar nu zijn er jonkies en die kunnen zich goed laten horen. Niet alleen wij horen ze, maar ik zie ook de loslopende katten hun oren spitsen. Die mogen nu even niet hier zijn en dus verjagen we ze met een driftig “kssss”. Ik vind het wel heel leuk, maar ja, rustig zitten in de tuin is even niet aan de orde. Wil je net je glas pakken, strijkt een merel neer op de schutting, zijn bek vol wormen. Dus schieten we in de “stilhoud modus” tot pa of moe naar het nest vliegen en we de kleintjes horen piepen. En net hebben we een slokje genomen, dan komt er alweer een andere ouder met proviand aan.
Nog even, dan vliegen ze uit en is de tuin weer van ons. Al zal ik het gepiep dan wel weer missen.

Bewaren