Zo nu en dan geloof ik niet wat ik zie. Neem nou zoiets als T-Shirts. Die zijn er in soorten en maten, voor dames, heren en kinderen en dan noem ik nog niet veelheid van kleuren of patronen. Sommige shirts vallen ruim, andere zijn getailleerd.
Maar dit t-shirt is wel heel speciaal. Voor mannen alleen. Voor mannen met een ietsie pietsie minderwaardigheidscomplex of voor mannen die zich even Tarzan willen wanen? Voor mannen die vrouwen willen imponeren of te lui zijn voor de sportschool en dan dit maar dragen….?
Een mini seconde overwoog ik of ik er een voor Leo zou bestellen, of voor de zonen. Maar ik geloof niet dat het helemaal hun smaak is.
Vanavond kijk ik weer naar Heel Holland bakt. Een tijd lang heb ik die uitzendingen niet gevolgd, maar dit jaar besloten we toch weer regelmatig te kijken.
En ja, het is nog steeds wel leuk. Maar eigenlijk niet meer om het bakken, maar veel meer om wat er allemaal niet zo goed dan wel helemaal fout gaat. Dat is ook niet verwonderlijk, want ik heb het gevoel dat er steeds meer stress in de opdrachten komt.
Bron: Google foto’s / De Stentor
En al die bouwwerken, spektakelstukken die gemaakt moeten worden. Voor mij is dat niet de essentie van bakken.
Het gaat om de smaak en natuurlijk moet een koekje of taart er ook aantrekkelijk uitzien.
En dat vinden Leo en ik bij Rudolph van Veen, die dagelijks bij 24Kitchen te zien is. Een paar weken lang reed hij met zijn bakfiets langs Nederlandse bakkers en proefde hij van hun specialiteiten. Die zijn vaak helemaal niet zo pompeus, maar voor een thuisbakker wel goed na te bakken.
En daarna gaat Rudolph aan de slag om een verrassing voor de bakkers zelf te maken. En ook daar komt geen spektakel aan te pas. Meestal wordt het een eenvoudig, maar wel erg lekker recept. Met ingrediënten die in de meeste keukens wel te vinden zijn.
Jaren geleden was in Duitsland het statiegeld voor plastic flesjes al ingevoerd.
Op het vliegveld in Berlijn zagen we toen een nette man met een enorme koffer in de ene hand en aan zijn arm een tas. Hij liep een beetje doelloos rond, leek het. Maar in feite keek hij naar de mensen die wachten en wat dronken uit een flesje. Want als Nadat zo’n flesje leeg was, kieperde men ze in een afvalbak.
Bron: Google foto’s / De Gelderlander
En daar kwam de man in actie. Onopvallend viste hij het flesje op, stopte het in de tas. En toen snapten we het. Een statiegeld jager. Eigenlijk een illegale handeling, want officieel zou het statiegeld aan de staat toebehoren, vertelde mijn Duitse vriendin. Maar de man haalde zo te zien heel wat geld op.
Als ik dan lees dat er in Nederland in 2023 miljoenen euro’s aan niet ingeleverd statiegeld op straat gegooid wordt. Dan lijkt het me niet zo lastig om zo wat geld te verdienen. Best slim toch?
Zoals vaker vond ik deze foto op Instagram. Er bestaat een hele groep van mensen die foto’s maken van waslijnen in allerlei vormen.
Het is dan ook een leuk gezicht, wapperende lakens, kleding of in dit geval werkdoekjes.
Ik heb deze zelf ook, doe ze alleen gewoon in de droger, bij de andere was. Ja dan mis je dit leuke plaatje. Want ook ik zou ze zo keurig op kleur ophangen.
Maar gelukkig zijn er altijd foto’s van anderen, die ik dan ook graag gebruik.
Ik vind het eigenlijk best slap van mezelf, maar ik ben best een beetje verslaafd aan Instagram.
Als ik de app geopend heb, ben ik niet meer te stuiten. Foto na foto -of nog erger- filmpje na filmpje laat ik voorbij komen. En als ik dan weer oo de klok kijk is er zo een half uur voorbij.
Heb ik er iets aan? Nee, want er zit heel veel troep tussen. Soms sla ik iets op, een recept, een tip. Maar of ik daar ook wat mee doe? Ik geloof het niet….
En als er dan zo’n filmpje als hieronder voorbij komt, ben ik helemaal weg. Mensen die vallen, uitglijden, stoer doen en onderuitgaan. Ik moet er soms zo om lachen.
Nou ja, ik weet dat ik er gewoon mee moet stoppen. Maar ja, dat mobieltje ligt zo onder handbereik. Toch maar weer eens iets anders onder handen nemen, want dit is te veel van het goed.
Op Facebook kwam ik dit filmpje tegen. Een reclame voor een koel/vriescombi. Niet van nu, maar uit 1963!
En ik vraag me af waarom we dit ontwerp niet meer kunnen kopen. Veel handiger dan die planken op vaste hoogte. Veel simpeler alles te bereiken met die draaibare plateaus. Onderin een lekkere vriesla en ook nog eens een vakje waarin de boter zacht blijft.
Stoofschotel van champignons en witte bonen Voor 4 personen: 500 gram champignons 2 flinke uien 5 teentjes knoflook 350 gram gekookte witte bonen (ik gebruikte een blik) 500 gram aardappel (vastkokend) 2 theelepels gedroogde rozemarijn 1 eetlepel miso 2 eetlepels sojasaus 350 ml groentebouillon 2 eetlepels boter of olie 1 eetlepel maïzena (optioneel) verse peterselie
Snijd de uien in stukjes en hak de knoflook fijn. Heb je hele kleine champignons laat die dan heel grotere snijd je doormidden of in vieren. Schil de aardappelen en snijd ze in stukken iets groter dan de champignons. Was ze en laat ze in het water staan.
Verhit in een grote hapjespan de boter of olie en bak hierin de stukjes ui. Voeg er in 2 gedeeltes de champignons aan toe en laat ze op hoog vuur iets verkleuren. Dit gaat het beste als je niet te veel roert. Voeg de knoflook toe en laat eventjes meebakken. Breng de champignons op smaak met rozemarijn, zout en peper naar smaak, miso en sojasaus en blus af met de warme bouillon. Voeg de aardappels toe en breng alles aan de kook. Doe de deksel op de pan en laat dit ongeveer een half uur zachtjes stoven tot de aardappels bijna gaar zijn. Hoe lang dat dit duurt, hangt af van de soort aardappel en de grootte van de stukken. Gebruik als het nodig is een beetje water om aanbranden te voorkomen. Voeg als laatste de (afgespoelde) witte bonen toe en laat die nog een kwartiertje meestoven zodat de saus enigszins bindt. Vind je de saus te slap bindt die dan bij met een beetje maïzena, opgelost in water, tot de gewenste dikte. Proef en breng eventueel verder op smaak met miso, zoute sojasaus of peper. Roer er net voor het serveren de gehakte peterselie door en schep de stoofschotel van champignons en witte bonen in kommen.
EET SMAKELIJK!
Wie geen miso in huis heeft, kan volgens mij ook wat meer zout, maggi of zoute sojasaus gebruiken.
Als…. Als de hemel valt, krijgen we allemaal een blauw petje. Het is een oud gezegde en mijn ouders zeiden dat te pas en te onpas. Een dooddoener van formaat dus.
Bron: Google foto’s
Maar nu zou ik het wel weer nieuw leven in willen blazen, want her en der zie en lees ik allerlei waarschuwingen voor als…. als de zeespiegel stijgt, als het klimaat verandert, als de dijken breken, als …..
Tijdens de watersnood in februari 1953 logeerde Leo bij een tante en oom in Vlaardingen, waar ze helemaal niks merkten van wateroverlast.
Thuis in Rotterdam en dus een flink stuk verder oostelijk en verder van de zee, zagen mijn schoonouders het water door de straten zo de Lange Hilleweg op denderen.
Het kan heus geen kwaad om een beetje vooruit te denken, maar we moeten er voor passen om ons te laten opnaaien door angst en voorspellingen die misschien nooit waarheid worden.
De wereldhandel vraagt om steeds grotere schepen. Sinds op 3 mei 1966 het eerste containerschip van New York naar Rotterdam voer, is er in de capaciteit van de schepen wel heel veel veranderd.
Bron: Google foto’s / NT-boek ‘Rotterdamse containerkopstukken’
Het ms FAIRLAND van de Sea-Land rederij had 226 containers aan boord. Zo’n container was 20 voet groot (6,10 meter lang, 2,44 meter breed en 2,59 meter hoog) en die maat geldt nog steeds als standaard (TEU = twenty-foot equivalent unit) om de omvang van de containers en de hoeveelheid aan boord van een schip te omschrijven.
Het ms FAIRLAND is maar een kleintje, het ms EVER ALOT, op dit moment het grootste containerschip, is een reus, die 24.004 TEU aan boord kan laden.
Bron: Google foto’s / Havenloods
In enkele decennia zijn de containerschepen steeds groter geworden. En nu zijn ze enorm en worden de containers gevuld met alle goederen die wij willen kopen.
Maar de schepen kunnen niet blijven groeien. Dan wordt het te lastig om nog in een haven aan te leggen. Rotterdam heeft daar al vroeg op ingespeeld met de aanleg van de Maasvlakte, waar schepen met een grote diepgang nog wel kunnen komen.