Van Nelle

Het blog over de Van Nelle reclames en Piggelmee kwam niet zo maar voorbij. Het was de opmaat naar dit blog. Want afgelopen vrijdag gingen we, in het kader van de Wereldhavendagen, naar de Van Nelle fabriek.

De grote loopbruggen die het gebouw zijn karakteristieke aanzien geven, zijn een beetje vreemd aangebracht. Dat kwam omdat de plannen voor een identiek, gespiegeld, gebouw er tegenover drastisch verkleind werd. Door de krach van 1929 liep de financiering gevaar en werd besloten voor een veel kleiner gebouw. Maar de loopbruggen waren al gemaakt en dus werd een oplossing gezocht en gevonden.

Zo’n excursie start vanaf het terrein bij de ss Rotterdam en daarvoor moeten wij met het OV de hele stad door. Geen nood, dat doen we graag. Vanaf de Rijnhaven liepen we naar de klaarstaande bus, die ons via Europoort naar de Van Nelle fabriek bracht.

We werden opgewacht door een vriendelijke jongeman die met veel verve vertelde over het ontstaan van de fabriek, de ontwikkelingen en de toekomst. Want het gebouw wordt stapje voor stapje milieu neutraal gemaakt. Koffie, thee en tabak wordt er niet meer verwerkt of verpakt. De fabriekshallen zijn omgebouwd tot moderne kantoren, waar computers en schermen de boventoon voeren.

De architect van het gebouw, Leendert van der Vlugt, had een vooruitziende blik. Want hoewel het gebouw in de jaren 20 op de tekentafel ontstaat, bevat het tal van ook voor deze tijd nog steeds moderne voorzieningen. Grote kabelgoten, de mogelijkheid om zware machines vrij naar de bovenste etages te takelen, veel glas en licht. Douches waren in die tijd ook een nieuwigheid.

In de werkplaatsen, fabriekshallen en kantoren waren de hoofdkleuren geel en bruin. De directie was te herkennen aan het blauw en rood op wanden en trappen. En al is het gebouw nu bijna 100 jaar oud, het lijkt nog zo modern.

Nuttig beton…

Toen we vorige week de noordroute langs de Zevenhuizerplas namen, zagen we op eens een grote betonnen muur. Wel veel groen er om heen, maar niet bereikbaar via het pad.

Gelukkig stond er een bordje langs de weg waar we op konden lezen dat deze wand, met een heleboel gaten, er was neer gezet ten behoeve van de oeverzwaluw. Oeverzwaluwen hadden tijdens de bouwwerkzaamheden in Nesselande hun nesten in grote zandbergen gemaakt. Maar ja, die zijn inmiddels allemaal verdwenen. En dus is besloten om een alternatief te maken. Deze wand dus, waar ze in de gaten hun nesten kunnen maken. Nou maak kijken of de dames en heren oeverzwaluw zich hiertoe laten verleiden. Dat zou natuurlijk heel leuk zijn, want er zitten inmiddels heel wat meer soorten vogels in dit gebied. En met mooi weer -en niet te veel wind- lopen de Ganzen daar graag.

Zit er nog leven in…?

Laatst blogde Marthy over de wilde buxus in de Ardèche, die ook opgevreten was door de buxusmot. Hele velden stonden er in 2017 kaal en armoedig bij, een triest gezicht.

In tegenstelling tot de keurig aangeharkte tuintjes in Nederland, waar alle buxus bijna is weggehaald, werd de natuur aan haar lot overgelaten in Frankrijk. En kijk… langzaam aan beginnen de struiken weer uit te lopen.

Zoiets zagen wij ook in Arboretum Poort-Bulten in De Lutte. De taxus (?) die kaal en levenloos leek en al bijna was omgehakt, liep ook hier weer uit. Aarzelend, het was nog maar een begin. Maar toch!

Wij mensen weten best al heel veel, maar echt zien of een boom nou wel of niet dood is, dat is nog steeds erg moeilijk. Misschien moeten we toch iets minder snel de hakbijl ter hand nemen.

Even weg…

Vorige week waren we even weg. Zomaar een paar dagen, rondom onze trouwdag. Niet zo ver, we waren naar Ootmarsum. En daar brachten we, net als vorige keer, een bezoek aan het Arboretum Poort-Bulten.

Dit zag ik vanu8it de vogelkijkhut

Dit keer was het weer een beetje onbestendig, maar tussen de buien door liepen we een lekker rondje. We namen het stuk door een wat moerassig gedeelte en kwamen bij een vogelkijkhut. En wat doe je dan? Ja, natuurlijk kijken of je ook vogels kunt spotten. Horen deden we ze in ieder geval, maar zien… Tot opeens ik een helder blauwe schim over het water zag scheren. Zo mooi blauw, dat moest wel een ijsvogel geweest zijn. Ik wachtte nog wat langer, maar helaas hij kwam niet meer terug. Een geluks-momentje van nauwelijks een seconde, maar toch… een geluks-moment!

Tentoonstelling

In het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam bekeken we de tentoonstelling “Lust for Life” met het werk van Ed van der Elsken. Hij maakte foto’s in een tijd dat fotograferen nog niet zo wijd verbreid was als het nu is. Nu kiekt Jan en Alleman er op los en worden we overspoeld met foto’s.

Ed van der Elsken was een echte mensen-fotograaf. Niks geposeerd, maar mensen in het echte leven. In de hippietijd in Amsterdam maakte hij prachtige foto’s van de “paradijsvogels” die er rondliepen. Maar ook maakte hij honderden foto’s op zijn reizen naar verre bestemmingen. Niet altijd onder de fijnste omstandigheden, niet vrolijk, maar hartverscheurend. Bij het zien van de foto’s die hij in Bangladesh maakte, voel je nog steeds de pijn die toen geleden is.

De dia’s werden niet altijd goed bewaard en daardoor waren ze bijna onherstelbaar beschadigd. Gelukkig heeft het Nederlands Fotomuseum er voor gezorgd dat de dia’s nog net op tijd gerestaureerd konden worden. Ook dat wordt in de tentoonstelling belicht. Nu kunnen we dus gelukkig nog genieten van die vele duizenden prachtige beelden.

Misschien gaan we nog wel een keertje kijken. De tentoonstelling is nog tot 6 oktober 2019 te zien.

Helemaal vanzelf…

Dit busje kan helemaal uit zich zelf rijden. Geen mens meer nodig aan het stuur, dat is overgenomen door een computer. Toch is het experiment in Wenen gestopt, want er was een voetganger aangereden.

Nou was dat misschien ook wel gebeurd als er een meneer of mevrouw aan het stuur had gezeten. Fouten worden tenslotte dagelijks gemaakt en ongelukken gebeuren aan de lopende band. Maar ik heb wel eens gehoord dat de techniek om de auto te laten rijden zonder menselijke tussenkomst niet zo moeilijk is. Wat de struikelblokken zijn, is welke keuzes er gemaakt moeten worden. Wanneer moet ie stoppen, wat is de beste snelheid? Natuurlijk moet ie voor een mens stoppen. Maar hoe bepaal je dat? Ik heb er geen verstand van, maar de mogelijkheden om een mens te herkennen moeten legio zijn. En stopt ie dan ook voor een dier? Welke grootte heeft dat dier? Een hond, okay, maar een kakkerlak? Dat denk ik niet. Toch moet aan elke mogelijkheid worden gedacht en geprogrammeerd.

Voorlopig houden wij het nog maar bij een doodnormale auto 😉 😉 😉

Creatief rekenen…

Deze week moest ik ineens denken aan de co-piloot van onze vlucht naar Zakynthos. Want die man kon heel creatief rekenen. Toen we bijna gingen landen, kregen we een praatje over wat voor weer ons te wachten stond. Maar ook vertelde hij hoeveel kerosine erop Schiphol getankt was, hoeveel kilometers we hadden afgelegd en hoeveel mensen er in het vliegtuig zaten. En als we dat nou allemaal gingen berekenen, dan hoefden we ons helemaal niet te schamen over het vliegen, want dan waren we gemiddeld op ongeveer … liter brandstof naar Zakynthos gegaan.

Het praatje ging toen een beetje oor in-oor uit, dus de precieze cijfers kan ik jammer genoeg niet meer herhalen. Maar als ik die hoeveelheid brandstof vergelijk met wat er in onze auto moet, dan waren we nog niet tot halverwege gekomen.

Jaja, die man kon zijn zaken goed verkopen. Je zou bijna besluiten alles maar met het vliegtuig te doen. Zo veel beter voor het milieu… :-O
Toch heeft het me aan het denken gezet. Want er zijn natuurlijk allerlei berekeningen te maken en zo kun ja alles wat krom is weer recht praten. Zoveel dingen moeten meegerekend worden. Daar kom ik nog wel eens op terug.

Kinderlijk genoegen…

Het was nog even dubben of ik wel zou gaan wandelen, want het regende donderdag. Maar toch besloten om te gaan en de weergoden te trotseren. En dat pakte heel gezellig uit.

Zes dames waren er en we namen dit keer eens een nog niet zo vaak belopen gebied, het Hoge Bergse Bos. Een wandeling daarheen had ik al eens uitgezocht. Maar jammer genoeg kun je bij het uitzoeken op de computer niet zien of je echte wandelpaadjes neemt of dat het meer asfalt is. En dat laatste bleek het geval. Maar toen we iemand aan het maaien zagen, vroegen we hem de weg.

Het vee-hek door en daar stonden we meteen in wild 😉 gebied. Het paadje was net gemaaid. Verderop stuitten we op een heel stuk met uitbundig groeiende bramen. En dan worden keurige dames opeens weer kinderen. We plukten en snoepten van het fruit. Een dame zocht en vond nog een plastic zakje en scharrelde haar toetje van de dag bij elkaar. Dat het soms een beetje regende maakte de wandeling juist nog leuker. Want deze vrouwen zijn toch zeker niet van suiker!

Trammuseum

Aanstaande zaterdag is er weer een open dag in het Trammuseum van de Stichting RoMeO inRottrerdam. Het museum draait volledig op vrijwilligers en is niet elke dag geopend. Wie er een kijkje wil nemen, zou dat dus komende zaterdag kunnen doen. Wij brachten al eerder een bezoekje en dat is altijd leuk. Zoveel oude trams en bussen staan er en ze zijn bijna allemaal ook van binnen te bezichtigen.

Ook staat er een van de eerste metrostellen. Keurig opgeknapt en in oude luister hersteld. Nou ja, wat schrijf ik, oude luister. Als je zo’n wagon van binnen bekijkt, dan blijkt dat de reis vroeger stukken simpeler was. Nauwelijks luxe, harde stoelen en banken. En nog maar weinig technische snufjes.

Vroeger ging ik met de tram naar de middelbare school. En toen ik dan laatst in zo’n oude tram stapte, wist ik het meteen weer. De banken, met handgrepen aan het gangpad, de mechanische bel en het bordje “de aandacht van het personeel niet afleiden”.

De bus was ook soberder dan nu. Al zag ik wel dat de vloer toen gewoon egaal was en dat ik nu opstapje op- en af moet in de bus. Het slingeren is nog steeds hetzelfde vrees ik 😉

Boek

Eline stamt uit een gegoed Leids gezin en is getrouwd met Wieger, een archeoloog. Ze is niet religieus, wel ongedurig en heeft behoefte aan vrijheid. Als haar man naar een klein dorp in Drenthe gaat om er een veenlijk te onderzoeken, mist Eline hem enorm. Impulsief besluit ze naar hem toe te gaan en ze neemt haar kinderen mee.

Hoewel ze vriendelijk wordt ontvangen in het dorp, leidt haar aanwezigheid tot opschudding. Eline is niet gewend van haar hart een moordkuil te maken en haar vrije manier van doen en denken valt niet bij iedereen in goede aarde. Ze wordt dan ook min of meer terug gestuurd naar Leiden.

Nederland is in 1918 dan wel nog steeds neutraal in de grote oorlog, iedereen krijgt toch te maken met de nare gevolgen. Familieleden komen om, er is weinig meer te krijgen, het is armoe troef. Dan aan het eind van die oorlog staat een nieuwe en nog onbekende vijand op: de Spaanse griep maakt heel veel slachtoffers. Eline besluit terug te keren naar het Drentse dorp en helpt bij de verzorging van de grieppatiënten. Haar blik op de wereld wordt wijder en haar leven wordt langzaamaan anders.

Het boek is goed geschreven en die periode (1918 tot ca. 1922) interesseert me in hoge mate. Ik las het boek in één adem uit. Ik ga zeker nog meer boeken van deze schrijfster lezen.