Weerstand

Ik ben opgevoed met reinheid hoog in het huishoudvaandel. Bij mijn moeder thuis moest alles blinkend schoon. Zelf boende ik ietsje minder rigoureus. Maar wel kreeg alles regelmatig een schoonmaakbeurt.

Het was dan ook even wennen toen oudste ging studeren. Helemaal in Groningen, dus hij moest op kamers. Gelukkig vonden we snel een kamer in een studentenflat. Toen we er een kijkje gingen nemen, werden we begroet door een man, die riep: “Niet schrikken, ze hadden gisteren een feessie!” Al in de hal sloeg ons de lucht van te lang openstaande vuilnisbakken toe.

In de gemeenschappelijke keuken moest ik even slikken. Een lang aanrecht waar overal vuile pannen, borden en glazen stonden. Vier grote kookplaten, die aangekoekt en vettig waren. Twee koelkasten, in de één diverse bakjes met schimmige inhoud. Iets roods, dat lang geleden waarschijnlijk Foe yong hai was geweest, wat ondefinieerbaar groen met een wollig laagje. In de andere koelkast een behoorlijke voorraad bier, met krat en al. Moest ons kind hier wonen en leven? Jazeker, en hij heeft het er ruim vier jaar uitgehouden. Over de hygiënische staat daar heb ik maar niet lang getobd, dat moest ik loslaten. Maar weet je wat nou zo gek was? Hij was nooit ziek. Blijkbaar zorgden al die bacteriën daar in huis voor een weerstand van je welste.

Ik vertel dit verhaal, omdat ik laatst las (klik) dat kinderen minder ziek waren in gezinnen waar de afwas met de hand werd gedaan in plaats van met een vaatwasser. Minder schoon misschien, maar dat zorgt wel voor meer weerstand!

Moestuintje

Bij hoeveel mensen zou er nu een schaaltje in de vensterbank staan met kleine potjes, waaruit nietige sprietjes groeien? Bij heel veel, denk ik zo. In ieder geval bij Bettie, die gisteren al een blogje wijdde aan de reclame van Albert Heijn. Ze was me dus net voor.
Ik ga nog niet zo ver dat ik uitkien wie er veel boodschappen heeft, maar beslist geen moestuintje wil beginnen. Maar ik reken wel uit dat ik tenminste 1x zo’n klein potje per keer krijg.

Ik vind het bijzonder dat Appie altijd weer zulke leuke reclamecampagnes bedenkt. Oh ja, er zijn azijnpissers die er niks aan vinden. Nou, die gaan dan maar ergens anders boodschappen doen. Bij Michiel van de Jumbo of zo.Hier staan in ieder geval de potjes naast elkaar. En ik geef ze elke dag trouw water, in de hoop dat mijn eigen groente er uit zal groeien.

De radijsjes piepen al aardig omhoog. Het zijn 7 (!) sprietjes, dus dat wordt straks smullen 😉

Ergernis

Afgelopen zondag lag ik in de clinch met een paar halogeenlampjes. Die zitten boven in de boekenkast en het is een crime om ze te vervangen.
Het zijn maar kleine lampjes, ter grootte van een pinda en ze zitten per twee in een blisterverpakking. Die openen is alleen een hele happening. Ik weet dat en let dan ook goed op dat zo’n lampje er niet uitfloept. Maar dan mag je zo’n lampje niet met je blote handen aanraken, dus doe je dat met een tissue. Daarin verdrinkt zo’n pinda natuurlijk. De twee dunne draadpootjes moeten in de piepkleine gaatjes van het armatuur. Maar die kun je niet zien, omdat dat tissuepapier in de weg zit. En natuurlijk sta ik ook nog een een beetje uit balans boven mijn hoofd te prutsen. Grrmph, wat een gedoe! Maar goed het lukte.

Helaas duurde de vreugde nog geen vijf uur. Toen was het lampje al weer geknapt. Het wordt tijd voor iets nieuws, een ledlamp misschien?

Kruidenmix

Vorige week maakte ik “Kip Madras”. De kruidenmix daarvoor maakte ik zelf. Je kan ze kant en klaar kopen, maar meestal zit daar vooral veel zout in en dat wil ik juist niet.

Dit is het recept, dat ik al snel hier op internet vond:

Madras currymix

  • 4 el korianderpoeder
  • 2 el komijnpoeder
  • ½ el kurkuma
  • 2 tl gemalen zwarte peper
  • 2 tl mosterdzaad
  • 1 tl chilipoeder
  • 5 tenen knoflook, uit de knijper
  • 2 el verse gember, geraspt
  • 2,5 el zonnebloemolie
  • 2 el citroensap
 

Neem een schaaltje en meng alle droge kruiden goed door elkaar.
Voeg de knoflook en de gember toe.
Roer de olie en het citroensap erdoor tot een pasta ontstaat.
Doe het mengsel in een (glazen) potje en voeg eventueel nog een klein laagje olie toe.
De currypasta is wel een paar weken houdbaar in de koelkast.

De meeste ingrediënten had ik wel in huis, maar wat er niet was , kocht ik in de toko.

En zo stond er binnen no time dit potje in de koelkast, genoeg voor wel vier keer Kip Madras.

Maar ik maakte er ook iets anders mee. Dat recept komt later.

Preitaart

Afgelopen zaterdag stond hij op mijn Facebook-pagina. Vandaag heb ik het recept uitgewerkt en dat geef ik hierbij. Wie hem voor 4 personen wil maken, neemt een natuurlijk een grotere vorm en stelt de hoeveelheden bij. Maar hij smaakt hoe dan ook lekker!

Voor 2 personen:4 plakjes bladerdeeg (diepvries)
ca. 400 gram prei, in dunne ringen
75 gram spekblokjes
100 gram belegen, pittige geitenkaas (dat mag ook een andere soort pittige kaas zijn, of een combi)
3 eieren
scheut room
peper, zout, tijm naar smaak
olijfolie
2 eetlepels oude geraspte kaas
springvorm van 18 cm. Diameter, ingevet.

Bak de spekjes zachtjes uit en haal uit de pan. Voeg aan het vet in de pan wat olijfolie toe en bak hierin de preiringen met wat tijm in ongeveer 5 tot 8 minuten beetgaar. Laat afkoelen.

Verwarm de oven voor tot 200° C.

Rol het bladerdeeg uit tot een ronde lap (ik leg daarvoor de plakjes telkens kruislings verspringend over elkaar en rol dan uit). De lap moet groot genoeg zijn om bodem en rand te bekleden. Bekleed de vorm met het bladerdeeg.
Klop de eieren los met room, peper en zout.
Snij de kaas in kleine blokjes. Meng eieren, kaas en prei door elkaar. Giet dit in de vorm en vouw de rand enigszins naar binnen over de vulling. Strijk wat eimengsel (er is altijd nog een beetje in de schaal achtergebleven) over de deegrand, bestrooi met geraspte kaas.

Bak de taart in het midden van de oven gedurende 20 minuten, verlaag de temperatuur dan tot 180° en bak nog 25 minuten tot de vulling goed gaar en stevig is. Laat nog even afkoelen en serveer.

 

Zoeken

Soms kun je zo oneindig zoeken naar iets dat er gisteren nog gewoon was en ineens, op onverklaarbare wijze, is verdwenen.

Zo zocht ik vorige week naar de briefopener. Die ligt altijd op een speciale plek in een kastje. Hij is gesneden uit zwart ebbenhout en al tamelijk oud. Iemand bracht hem voor me uit Afrika mee en ik was meteen weg van het mooie gezichtje en het glanzende hout.
Nou zijn we al een een tijdje aan het opruimen en dan kan er wel eens wat worden weggegooid, wat eigenlijk moet blijven. Maar dit leek ons toch niet iets dan je gedachteloos weg kiepert. We zochten op alle mogelijke plaatsen, maar zonder resultaat. “Dan zal ie toch wel met de vuilnisman zij meegegaan”, dacht ik tenslotte gelaten.

Maar toen ik een netjes open geritste envelop zag, besefte ik dat die ná de vuilnisophaal was gekomen. Hij moest dus nog ergens zijn! Vuilnisbak, boekenkast, papierbak, keukenla… nergens te vinden. En waar vond ik hem? Tussen de glazen in wat bij ons “de bar” heet. Blijkbaar achteloos en zonder het te beseffen weggelegd.

Pfft…. een pak van mijn hart.

Binnenkijken

Woonbladen, die vind ik zo heerlijk om mee weg te dromen. Hoe je een heel huis telkens weer anders kunt inrichten. Niet dat nou vaak gebeurt. Integendeel, wij zijn nogal behoudend en veranderen zelden iets in ons huis. Omdat we alle rommel en het gesjouw er om heen maar vervelend vinden en omdat we tevreden zijn met hoe het nu staat.Maar daar hebben ze bij al die woonbladen geen last van. Die moeten elke maand weer alles op de schop gooien en van kleur en stijl verwisselen. Is het de ene maand zacht roze en super romantisch, dan kun je er vergif op innemen dat de volgende uitgave  vol met stoere stoelen in donkere kleuren staat.  

En daar zit ik dan, op mijn vertrouwde bank naast de al even vertrouwde tafel en denk zou ik dat willen, alles ineens donkerbruin? Zo’n grote ruw houten plank, die gigantisch veel plaats inneemt?  Ach welnee, ik houd het gewoon bij het zelfde.

Opruimen

Niet elk kookboek dat ik heb/had, gebruik ik ook echt. Ik vind het vaak ook vooral echte leesboeken en geniet van de schitterende foto’s. Maar sommige boeken zijn wel vaker gebruikt. Dat zag ik ook aan alle stukjes papier die er her en der instaken en aan de recepten die er zo nu en dan uitvielen.

En dit briefje zat bij het recept van de Arabische lamsragout. Het stamt uit de tijd dat ik op woensdag naar de markt ging en insloeg voor de hele week. Als ik thuis kwam, maakte ik een weekmenu en hing dat in de keuken op het prikbord.  Zo kon ik op mijn gemak een beetje gevarieerde maaltijd bedenken en alvast plannen. De jongens gaven daar natuurlijk hun commentaar op. Niet alles vonden ze even lekker, maar er was altijd wel één dag dat het “spekkie naar hun bekkie” was.

 

 

Opruimen

Een nieuw jaar, nieuwe plannen. Er moet hier in huis het een en ander gebeuren. En dat gaat niet zo maar vanzelf. Je denkt “er moet nieuwe vloerbedekking komen” en dan begint de reeks van dingen die daarvóór allemaal gedaan moeten worden. Zoals de boekenkast opruimen. En daar ben ik nu mee bezig, te beginnen bij mijn kookboeken. Hoewel het me aan het hart gaat, heb ik toch al een behoorlijke schifting gemaakt.  

Maar wat moet er gebeuren met de overtollige boeken? Wie zou ze willen hebben? Geen idee, maar ik wil er niet mee lopen leuren. Even dachten we ze op een rommelmarkt te verkopen, maar het risico dat je er maar een paar verkoopt is vrij groot. En dan blijf ik nog met een heleboel boeken zitten. Dus heb ik ze aangeboden aan wat 2ehands (kook)boekenwinkels. En krijg ik daar geen respons van, dan gaan ze naar de kringloop. Maar ik heb in ieder geval wel een foto van alle boeken gemaakt. Daar kan ik dan nog eens naar kijken…

Zo en dan opnieuw aan de slag met de “gewone” boeken. En dat zijn er ook nogal wat!

PS: 3 keer raden wat ik gewonnen heb bij de Postcodeloterij: ja,ja een KOOKBOEK 🙁

Kliekjes

Eigenlijk heb ik niet vaak kliekjes. Ik probeer zo veel mogelijk “op maat” te koken, zodat alles schoon op gaat. Brood komt sneegewijs uit de diepvriezer en als er al eens wat restjes zijn dan brengt ook die diepvries uitkomst. Kortom, eten weggooien doe ik vrij weinig. Ik vind het ook heel vervelend, want goed eten in de vuilnisbak gooien staat me tegen.

Mijn moeder schermde vroeger altijd met “die arme kindertjes in Afrika”, maar meer indruk maakte het verhaal van het vrouwtje van Stavoren. Ik voel me altijd een beetje betrapt als er eten in de vuilnisbak gaat, hoe weinig dat dan ook is.  Kliek&Co mag dan ook op mijn steun rekenen.
En dat daar nog het een en ander te winnen is, bleek wel uit het gesprek dat ik laatst in de bus hoorde. Twee dames, waarvan de een blijkbaar verrast was met een biologisch voedselpakket. “Nou ja, dat was niet veel hoor”, vertelde ze. “Wat fruit en een paar bietjes, maar van de rare gele en witte. Die heb ik meteen in de kliko gepleurd! Want daar kan ik niks mee”. Wat zonde, want daar was vast iets lekkers mee te bereiden geweest!