Winkel

Wie Berlijn bezoekt, gaat ongetwijfeld ook op zoek naar leuke en bijzondere winkels. Op allerlei sites kun je daar -al naar gelang je belangstelling- berichten over vinden.

Hoe ik nou op deze winkel kwam, is me niet meer duidelijk. Ik heb de zaak van Paul Knopf nog nooit bezocht en naar Berlijn gaan staat niet in de planning. Toch leek het me zo’n bijzondere winkel, dat ik er een blog aan wijd.

Een zaak met alleen knopen, in allerlei maten, kleuren, vormen en uitvoeringen. Een website over alleen maar knopen: de literatuur, de geschiedenis , de vorm en het formaat van knopen.

Bron: Google fotos / www.paulknopf.de

Het lijkt saai, maar wie zelf naait, weet dat juist knopen een model kunnen opkrikken. Een gewone witte bloes wordt bijzonder met gekleurde knoopjes en bijpassende kleuren knoopsgaten. Een bruidsjurk wordt een japon met speciale knoopjes, die versierd zijn met glitter of juist mat gekleurd.

Dus wie binnenkort naar Berlijn gaat, wil er misschien wel eens even gaan kijken.

Stilte

Vorige week waren we er een paar dagen tussenuit. Even geen huishouden, geen eten koken. Maar ons lekker laten verwennen in een hotel, net over de grens. Daar waren we al eerder en ook toen beviel ons dat heel erg goed.

We boften met het weer. Stralende zon, weinig wind en een natuur die bijna niet kon wachten om uit te botten. We reden naar een hoogveengebied, met grote vlaktes onder water en een stilte die we in Nederland bijna niet meer kunnen vinden.

Eigenlijk wilden we wandelen, maar toen we een bankje bij een uitkijkhut vonden, lekker in de zon maar ook een beetje schaduwrijk onder de bomen, besloten we een rustpauze in te lassen.

Zo maar zitten, geen zorg in de wereld en de vogels die een gratis concert gaven. Wat kan een mens meer verlangen?

Vakantieherinnering

In 1988 gingen we met onze toen nog tienerkinderen naar Weissenborn, in Duitsland. Het was de laatste plaats voor de Oostduitse grens.

Toen we aankwamen regende het, ook de volgende dag nog. Maar het werd alsmaar kouder, er hingen inmiddels ijspegels aan de waslijn. En toen we de volgende morgen naar buiten keken was de wereld helemaal bedekt onder een dikke sneeuwdeken. En onze auto onder een dikke ijslaag verborgen.

En het bleef sneeuwen. We konden niet weg, moesten in het dorp onze boodschappen halen. We waren ingesneeuwd. Och, eigenlijk wel een leuk avontuur.

Toen was er nog een kruidenier, een slager, een bakker in het dorp. Dus honger hoefde we niet te lijden. Na een paar dagen kende men ons al een beetje. De kruidenier, altijd gekleed in de zelfde dikke trui, maakte al snel een praatje. We roken waar er gebakken werd en hoorden varkens schreeuwen en koeien loeien.

En natuurlijk genoten we van de natuur rond om het dorp. Het was er nog zo puur, zo ongerept. Je kon er heerlijk wandelen, wat we dan ook volop deden.

Als we ’s middags bij het café wat gingen eten, kregen de jongens al meteen een groot glas Malzbier voorgezet en Leo een bier, met mooie schuimkop. We aten schnitzels, bratwurst, sauerkraut en grunkohl en voelden ons er erg op ons gemak.

Zomaar een herinnering aan een leuke vakantie.

Rijnhaven

De Rijnhaven, één van de oudste havens van de stad. Hij werd gegraven in de periode 1887 tot 1895. Met handkracht, scheppen en kruiwagens werd ongeveer 28 hectare grond weg geschept. Daarna konden de schepen er aanleggen. Dat waren eerst schepen die vanuit Duitsland over de Rijn naar Rotterdam kwamen. Later werd de Rijnhaven uitgediept en konden zeeschepen aanmeren. Ze brachten of haalden “massagoed” (ertsen, granen). Maar na een tijdje veranderde dat weer en werd het een haven voor voornamelijk rijnaken.

Een lange tijd reed ik elke morgen met de metro over de Rijnhaven heen en zag de schepen liggen. Het was er meestal een drukte van belang. Tot in 2015 ook die schepen er niet meer kwamen en de Rijnhaven leger en leger werd.

En nu? Nu wordt een groot gedeelte van die haven gedempt. Vele tonnen zand zijn met vrachtwagens aangevoerd en een gedeelte wordt bouwrijp gemaakt voor hoge woontorens. En er komt groen, een parkje zelfs. Tegenwoordig geen schip meer te bekennen, maar beton, beton, beton….

Toetjes

Er zijn, denk ik, maar weinig mensen die geen toetjes lusten. Die zijn er dan ook in allerlei vormen en smaken en dus kan iedereen wel iets lekkers bedenken als afsluiting van de maaltijd.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de tentoonstelling “Grand dessert” in het Kunstmuseum in Den Haag druk bezocht wordt. Het is een lust voor het oog en je neus. Want er zijn allerlei geuren te herkennen, je kunt (met je ogen) genieten van drilpuddingen tot ijscoupes in soorten en maten.

Samen met Lies bekeek ik een enorme verzameling puddingvormen, konden we likkebaardend kijken naar gehaakte fruittaarten, macarons en andere heerlijke zoetigheden. Er was een grote proeverij van taartjes, koekjes, bonbons en snoep te bewonderen. Niet te eten, want de kunstenares is allergisch en mag geen desserts eten. Dan maar van glas, net zo mooi, zoet en heerlijk om te bekijken. Maar zonder allergenen en zonder calorieën…. 😉

Er was ook plaats ingeruimd voor kookboeken, zodat we even konden uitrusten en een beetje inspiratie op doen om thuis te gaan koken en bakken.

Kortom een heerlijke tentoonstelling, mooi opgesteld en sfeervol. Ik kon er niet genoeg van krijgen, dus ga ik zeker nog een keertje kijken.

Details

Tussen mijn boeken lag jarenlang “…” van …. Zij had jarenlang een rubriek in de NRC, waarin ze kleine, soms bijna onzichtbare dingen toonde in allerlei kunstuitingen. Dat boek heb ik heel vaak ingekeken. Maar soms verdwijnen zulke boeken in de boekenkast en raken uit het zicht.

Toch heb ik het weer teruggezocht, want ik moest er ineens aan denken toen ik vorige week dit fotografeerde. Wie het niet dadelijk herkent, het is een stukje van een voetpad bij ons in de buurt.

Het leek me in eerste instantie een vleugel van een vogel, maar het is waarschijnlijk een schelp, vertrapt en platgedrukt door de wals. Maar op de een of andere manier toch opvallend. En ineens zag ik er ook nog een Indiaan in.

Wie goed om zich heen kijkt, vindt altijd wel iets bijzonders. Zelfs op het voetpad tijdens een wandeling.

Tegenstrijdig

De gemeente Den Haag is de eerste stad ter wereld waar binnenkort geen reclame meer gemaakt wordt voor vliegreizen. De Partij voor de Dieren heeft voor elkaar gekregen dat er in de openbare ruimte geen posters of advertenties mogen hangen over benzineauto’s, vliegreizen en cruisevakanties.

Bron: Google / Omroep West

Je kunt daar van denken wat je wilt. Maar ik begrijp dan niet dat de gemeente Den Haag wel boos is dat op de A13 bij afslag 11 alleen nog maar Rotterdam Airport staat aangegeven. De naam The Hague is gesneuveld en Rijkswaterstaat wil dit niet veranderen.

Oh ja, heb ook nog even nagezocht hoeveel dienstreizen de het College van Burgemeester en Wethouders in 2024 maakten (Google weet tenslotte alles!). Het waren er in totaal 17, waarvan 10 per vliegtuig. Soms was het vliegtuig onvermijdelijk, want anders kom je niet op de bestemming. Maar toch, zou dat niet een beetje beperkt kunnen worden. We hebben tenslotte nu goeie digitale mogelijkheden.

Of zijn principes zijn er alleen voor anderen en koesteren ze zelf hun blinde vlek?

Keukenmeid

Toen ik dit gedicht op Facebook zag, dacht ik meteen aan m’n moeder. Die kon ook zo sappig vertellen, zeker als ze samen met haar twee zussen aan het kletsen was. Want alle drie hadden ze ervaring als dienstbode. En heus, niet alle mevrouwen waren aardig en menselijk.

Bron: Modemuze.nl

Een brief van een keukenmeid
Mevrouw, ik heb je liever laten zitten
Omdat je niks van me verdragen kan.
Den heelen dag dat drijverige vitten,
Daar werd ik veels te tegenstrijdig van.
Als ik ‘ t van te vore had gewete’,
Was ik niet in zo’n slavedienst gegaan.
Ik heb geen trek om kliekjes op te ete’,
Die van ’n maandag in de kelder staan.

En dan dat adder van ‘n jongejuffer,
Wat heeft dat nest me toch maar getemteerd.
Dat was maar stommeling en boere-suffer,
Dat heeft ze zeker van d’r moe geleerd.
Hoe krijgt zo’n netekop geen ongelukkie
Mevrouw, dan was je dat dierage kwijt.
Ik heb genoeg van jullie kouwe drukkie,
Ik ben ’n mens al ben ik maar een meid.

Me moeder die zal om me kassie kome,
Ik heb ’t espres niet op slot gedaan.
Kijk jij maar vrij, ik heb niks meê genome,
Ik ben wel slecht, maar alles laat ik staan.
Nou mag je zelf de bakker ope-make
En redder je zelf nou je boel maar als je kan;
’t Is lekker vrijdag, daarom ga ik staken,
Doe nou de trap maar met je manniman.

Dan had je nog dat eeuwig trappe sjouwe,
Van de kwitansies stond de bel niet stil,
En dat je m’n percente-geld bleef houwe,
Is voor ’n meid ‘n veels te groot verschil.
Van laatst die mense, die zijn weze ete,
Heb ik me fooitje ook al nie gehad;
Die mense moste maar verachtig wete,
Dat me meheer d’r voor te roke zat.

Ik mot niet voor getuigen bij je weze,
Daar heb je niks an van zo’n snert-mevrouw.
Als je m’n brief maar goed hebt uitgeleze,
Val dan voor mijn part maar ’n beetje flauw.
En nou mevrouw, mot ik je nog wat zegge
Kijk gauw ’s in die grote mellekkan.
Daar vin-je dertien rooje cente legge,
Koop daar ’n flessie wonderolie van.

(Uit: De beste gedichten van J.H. Speenhoff; verzameld en ingeleid door J. Greshoff. Beeld: Anders Zorn ‘de keukenmeid’ 1919)

Multitasking

Bron: Google afbeeldingen

Ze neemt twee plaatsen in, want haar tas staat naast haar. Toch is het behoorlijk druk in de trein. Als ik vraag of ik naast haar mag zitten, neemt ze de tas snel op schoot. Verder geen woord of knikje, want ze heeft het heel druk.

Er moet nog mascara en ogenschaduw opgebracht worden en op het tafeltje staat een filmpje te draaien. Hoe ze dat kan bekijken tussen al dat optutten door, begrijp ik niet zo goed. Maar ze kan multi-tasken, dat zie ik zo wel.

Het mobieltje staat tegen een gevulde beker koffie, die moet ook nog opgedronken worden. Och jee, moderne vrouwen, die hebben het altijd druk.

Maassluis

Zoals gewoonlijk gaat De Ganzenpas in deze tijd altijd een dagje weg. Dit jaar werd het Maassluis. Daar kunnen we allemaal gemakkelijk komen, want je rijdt er met de metro zo heen.

We waren echte Ganzen hoor, want bij allerlei stations stapte wel een wandelgans in. Na een uurtje waren we er en liepen we wat door het stadje. Maassluis is in de zomer een echte toeristische attractie, maar nu niet. Overal was het redelijk stil, ook al omdat het weer helemaal niet mee wilde werken.

Gelukkig hadden we een tafel voor de lunch gereserveerd en schoven we wat eerder aan voor warme koffie en kozen we daarna uit het heerlijke broodjes assortiment.

En hoewel we elkaar bijna elke week zien, hebben we nooit tekort aan gesprekstof. Het was dus weer ouderwets gezellig.