Hergebruik

Bron: Google foto’s / Leefzuinig.be

Het eerste wat ik vroeger in een hotel deed, was kijken in de badkamer. Om te zien of die wel schoon was én om te zien of er stukjes zeep lagen. Meestal was dat het geval, vaak in een leuk papiertje, kant en klaar om te gebruiken. Dat deed ik dan weer niet, ik had mijn eigen zeep meestal mee. Dat stukje (of meer) ging linea recta in mijn koffer. Thuis verzamelde ik die stukjes in een grote pot, voor de show en om te gebruiken bij het fonteintje in het kleinste kamertje.

Niet iedereen nam de zeep mee, maar gebruikte het wel tijdens het hotelverblijf. En wat doe je met al die restanten zeep? Soms worden de stukjes verzameld en verstuurd naar een bedrijf dat de zeep vermaalt en omsmelt naar nieuwe zeepjes. Die worden dan uitgedeeld aan mensen die geen geld hebben om zeep te kopen, maar zich toch moeten wassen. Want hygiëne is tenslotte van groot belang voor iedereen.

Hoe gaat dat in de toekomst? Want steeds meer hotels gaan over op vloeibare zeep en shampoo. Dat moet dan wel weer in plastic flessen. En het hervullen is omslachtig en duurt veel langer dan een stukje zeep neerleggen. Verandering is niet altijd verbetering.

En ik vind het jammer dat de zeepjes langzamerhand verdwijnen. Had toch een bepaald soort charme.

Rood

Wees niet verbaasd als je vandaag heel veel vrouwen in het rood gekleed ziet gaan. Ook ik trek vandaag iets roods aan. Geen probleem, want ik draag die kleur graag.

Maar dat ik me vandaag in rood hul, heeft een reden. Want het is dress red day. Met het dragen van rode kleding wordt de aandacht gevestigd op vrouwen met een hartkwaal. En op de hele wereld zijn dat er veel.

Vroeger leek het dat alleen mannen iets aan hun hart kregen, maar vandaag de dag is het aantal vrouwen met hartproblemen is nog steeds stijgend.

Een vrouwenhart is anders dan een mannenhart en daardoor wordt een hartkwaal soms niet snel genoeg ontdekt.

Na mijn hartoperatie in 2016 is mijn verjaardag dus ook altijd verbonden met het dragen van rood. En vanavond in het theater hoop ik dan ook vele “women in red” te zien.

Kruidenmix

Leo had voor een gerecht kipkruiden nodig en zocht in de supermarkt. Maar helaas, al die potjes -en dat zijn er nog al wat- bevatten voornamelijk zout.

Nou snap ik best dat zo’n kant en klaar potje handig kan zijn, maar al dat zout willen we niet in onze gerechten.

Dus zat er niks anders voor Leo op dan zelf de kruiden te mixen. En al doende ontdekte hij dat je met een redelijke voorraad kruiden eigenlijk van alles kunt klaarmaken. Naar eigen smaak of volgens een bestaand recept.

Dus werd mijn voorraadje kruidenzakjes geïnspecteerd en mixte hij een potje. Zonder zout uiteraard. Dat doen we later zeer beperkt in het gerecht zelf.

Wat we ook ontdekten, is dat die kruidenmixen ongelofelijk duur zijn. En dan krijg je dus vooral zout. Veel leuker en lekkerder is om je eigen mix te maken. Daar heb ik al eerder over geblogd, dus wie recepten zoekt, klikt hier.

Melk

Bron: Google foto’s / Schoolbank

In mijn schooltijd kregen we schoolmelk. Ik heb het maar heel kort gedronken.

Jesses, zo’n krat werd vlak bij de verwarming gezet en de melk was dus lauw als je het kreeg. Ik was sowieso een lastig etertje en lauwe melk… Brrr, niks voor mij!!!

De doppen van de melkflesjes werden verzameld voor de Missie of een ander doel. Mijn school was openbaar, dus gerelateerd aan een of andere religie…? Dat betwijfel ik nu.

Toen onze kinderen naar school gingen, kregen ze pakjes mee. Later kocht mijn zus leuke mini-thermosflessen. voor de jongens. Daar had ik een keer warme chocolademelk in gedaan. Einde verhaal, want de melk was zuur geworden en onze kinderen hoefden dus ook geen melk meer mee.

En nu vraag ik me af of de kinderen van nu nog wel wat drinken op school…?

Kriebel

Bron: Facebook / Historic Photographs

Er zijn van die dingen, die het leven zeer onaangenaam kunnen maken. Niks ernstigs of bijzonders, maar uitermate vervelend. Zoals een kriebel aan je neus.

In het dagelijks leven geen probleem. Je wrijft even en dan is het voorbij. Maar hoe doe je dat dan als je een grote helm op hebt, zoals astronauten. Die zitten helemaal in hun ruimtepak, dus krabbelen is geen optie. Die helm zet je ook niet zomaar af….!

Maar voor (bijna) elk probleem is wel oplossing te vinden. Je moet er natuurlijk wel opkomen. Deze foto uit 1972 laat zien wat er op bedacht is.

Aan de binnenzijde van de helm werd op een strategische plek een stukje ruw klittenband (Velcron) geplakt. En daar kon de astronaut bij een kriebel zijn neus aan krabbelen. Simpel, maar toch heel ingenieus bedacht.

Hoe het verder moet, als hij ook nog gaat niesen…? Dat vertelt het verhaal niet!

Krakend

Een beetje bruuske beweging en het dopje van Leo’s oogdruppels valt op de grond, rolt weg. Onder het bed, je zal het altijd zien.

Ik ga op de knieën, maar vind het niet. Opstaan dan maar, al kraakt mijn lijf aan alle kanten. Misschien is het verder gerold, dus aan de andere kant kijken. Ook daar weer door de knieën.

Nee, niks te zien. Het is ook zo donker. Wacht, lamp van telefoon erbij. Opstaan (kraak, kraak), telefoon pakken, lampje aan. Opnieuw zak ik krakend op de grond en ja, daar ligt dat vermaledijde dopje. Net achter een poot van het bed. Daar kan ik zo niet bij. Waarmee kan ik het nou dichterbij halen? Oh ja, er ligt een raamstok in de badkamer.

Maar weer opstaan. Pfft, dat valt niet mee en dat allemaal om één uur ’s nachts en na een lange dag. Stok gepakt en opnieuw proberen. Potverdrie, kan ik er net niet bij. Opstaan, om het bed heen lopen en weer op de grond.

Hèhè, het is gelukt. En voor de laatste maal sta ik krakend op. Inmiddels voel ik de slappe lach opkomen. Twee ouwetjes, midden in de nacht, krakend en steunend. Het moet niet gekker worden.

Levertraan

Deze foto vond ik op Instagram, het is een opname van Robert Doisneau. Eigenlijk weet ik helemaal niet wat die jongens in hun mond gestopt krijgen. Maar mijn fantasie ging op de loop.

Bron: Instagram / Robert Doisneau / Simpleisbeautifulphotografy

Meteen proefde ik weer de levertraan, die ik van mijn moeder moest slikken. Nou ja, dat was één keer, want ik spuugde het onmiddellijk weer uit. Maar vergeten doe ik nooit. Alleen de lucht deed me al kokhalzen. Getver, wat smerig!

Deze jongens staan ook niet te trappelen, maar of ze veel kans hadden de vieze slok te ontlopen? Het lijkt me een onwrikbaar ritueel. Het moest en zou naar binnen, voor je gezondheid!

En dan vraag ik me af, wat zou er van al die jongens geworden zijn? Zijn ze echt groot en sterk geworden? Zijn ze nu oud, maar nog gezond en fit?

Dat is een vraag waar ik nooit antwoord op zal krijgen.

Blokjes

Dit zijn bouillonblokjes. Van die handige dingen, die het niet alleen in soep goed doen, maar ook smaak geven aan een sausje.

Ik maak ze zelf en vries ze in. Ik gebruik daar een recept van Nancy Birtwhistle voor, maar wel met een eigen twist.

Zo gebruik een flinke lepel miso pasta en verder wat ik in de vriezer heb opgespaard. Want in een grote diepvrieszak stop ik regelmatig wat stukjes groente, zoals bleekselderij, wortel, steeltjes van kruiden of champignons. In een paar weken heb ik dan een flinke zak vol en kan ik bouillonpasta/blokjes maken.

Ik fruit een flinke gehakte ui goed aan in een scheut olie, doe er wat knoflooktenen bij en kruid het met tijm, Italiaanse kruiden, flink wat peper, hete paprika en een theelepel zout. Dan de bevroren groenten erbij.

Alles zachtjes laten pruttelen, zo nu en dan omroeren en als het een beetje zachte massa is geworden, roer ik er de miso door en een eetlepel maizena. Na ongeveer anderhalf uur is het een dikke prut. Die laat ik afkoelen en mix ik daarna zo fijn mogelijk. Alles in ijsblokjesvormen en laten bevriezen. Daarna blokjes lossen en in diepvrieszakjes of bakjes doen.

Het lijkt een heleboel werk, maar ik weet nu wel wat er allemaal in zit en vooral wat er niet in zit. Bouillonblokjes zonder palmvet en veel minder zout. Dat is mij het werk wel waard.

En zo gaat er ook geen voedsel verloren.

Blij, blij…..?

Dit bord zag ik vorige week. Ik had nogal haast, dus nam ik niet goed de tijd om het van dichtbij te fotograferen. Maar de boodschap is toch goed te lezen.

Hoera, we hebben weer een gaatje. Nou fijn dan!

Daar hoef je toch niet blij om te zijn? Meestal betekent dat pijn, een nare behandeling en een fikse rekening van de tandarts.

Maar nee, zo is dat helemaal niet bedoeld natuurlijk. Een drukke praktijk, dus is het moeilijk een afspraak te maken. Maar nu is er weer een plek te reserveren. Ja, dat is weer wel een reden om blij te zijn.

Ach, alles is voor tweeërlei uitleg vatbaar.

Ontbijt

Verblijven in een hotel heeft diverse bekoringen voor mij. Ik ben altijd zeer benieuwd naar de kamer, het uitzicht en vooral het ontbijt.

We hebben tijdens onze reizen al heel wat vreemde gerechten als ontbijt voorgeschoteld gekregen. Van zeer pittige kerriesoep, glibberige mie uit enorme gamellen tot een soort soep waar de kippenkop nog in dreef.

In westerse hotels is het aanbod wat minder exotisch, al mogen we graag iets proberen wat we niet kennen. Dat zijn nu vaak vega smeersels, maar ook wel kaas of worst die er geheel anders uitziet dan thuis. En soms is het lekker, of valt het gewoon vies tegen.

In de meeste hotels krijg je tegenwoordig een ontbijtbuffet. En daar genieten Leo en ik erg van. Rustig beginnen met een sapje, een eitje, bacon, worstjes en soms nog wel meer. Dan langs de broodjes en kiezen uit wat er voorhanden is. Meestal is één ronde niet genoeg en lopen we wel een paar maal met als toetje wat yoghurt met fruit. Thuis eten we ook altijd redelijk uitgebreid, maar beslist minder dan in een hotel.

En dat ondanks het artikel in Metro, waarin de bacteriebrigade waarschuwt vooral goed op te letten of alles wel op de juiste manier wordt gekoeld of verwarmd.