Kookboek

Dit is een uniek exemplaar, want een zelfgemaakt kookboek.

In 1971 volgde ik , met collega Ans, een avondcursus “Fijne keuken” bij de “Rotterdamse Huishoud-school” in de Graaf Florisstraat. Destijds een bekend instituut in Rotterdam.

Ik leerde er bijzondere dingen koken en bakken, zoals bavarois maken, mokkataart, ragouts en gevulde speculaas.

De recepten kregen we op een gestencild papiertje. En die schreef ik dan keurig over in mijn map. Die ik ook weer zelf had versierd en geplastificeerd. Later schreef ik er andere recepten in, plakte ik uitgeknipte recepten uit de Libelle of Margriet in. Het werd een persoonlijk document en kreeg en mooi plekje in onze boekenkast.

En zeker eens per jaar haal ik dit boek weer te voorschijn. Meestal zo tegen december, want dan is het dé tijd om gevulde speculaas te maken.
En dat deed ik vorige week ook weer. Aan de hand van dat bij 50-jaar oude recept. Het is even wat werk, maar dat is het alleszins waard. Volgens Leo kan geen enkele bakker tippen aan die heerlijke smaak 😉

De winter van ’63

Vorige week reageerde Wieneke op een blog en vroeg of ik me de winter van ’63 nog herinnerde. Nou en of, die winter met dikke pakken sneeuw in de straten, gladde stoepen, glibberende mensen en natuurlijk de Elfstedentocht.
Toen zat ik nog op de MULO en moest dagelijks met de tram naar school. Van Spangen naar de Schonebergerweg. En in dat jaar had ik ook nog een aantal weken kookles, in de Huishoudschool op de Graaf Florisstraat. Daar moest ik dan van school naar toe lopen. Tja, ik vind het nu een afstand van niks, maar toen een lange weg. Ik droeg waarschijnlijk een lange broek onder mijn rok. Want alleen een lange broek was niks voor meisjes, vond mijn moeder. In mijn tas zat een pannetje voor mijn kookkunsten. Wat maakte ik? Pepermuntkussentjes…. En dat vond mijn moeder wel lekker, maar helemaal niet praktisch 😉 Maar ik kookte ook soep, aardappelen, rijst en groenten en vanillevla. Nou ja, de basis voor goed huishouden werd in ieder geval gelegd.
De dag vóór de Elfstedentocht trouwde mijn nichtje. In een witte kanten jurk. Veel te koud voor die barre temperaturen, dus werd op de laatste nipper een bontcape voor haar gehuurd. Desondanks zag je haar bibberen op de foto’s.
En op de radio, want TV hadden wij nog niet, hoorde ik het verslag over de tocht der tochten. Over bevroren oren, neuzen, afzien en doorzetten. Dat het zo’n verschrikkelijke tocht was, realiseerde ik me niet. Dat besef kwam veel later.
Leo lag toen in dienst, in Steenwijkerwold. Hij droeg kranten onder zijn kleren, tegen de felle wind. Hij herinnert zich nog de hoge sneeuwduinen, daar in het noorden.
Tja, kom daar nu eens om. Dat kennen we toch niet meer, zulke arctische weersomstandigheden. Dat zijn nu toch echt verhalen uit de oude doos…?

Zo zag Rotterdam er in de sneeuw van 1963 uit
Foto: Jan Sluijter

Bewaren