Jungle

Afgelopen week ging ik weer naar de fysio en daarna reden we door naar de Rhoonse Grienden. Het begint al een beetje traditie te worden.

Het is ongelofelijk hoe de natuur in een paar weken zo veranderen kan. De eerste keer dit jaar kwamen we eind februari. Alles was nog kaal. Veel wilgen werden geknot en je kon met gemak naar de horizon kijken.

Hoe anders is het nu. Weelderig groen is opgeschoten en overal hangen takken of planten over het pad. Je loopt regelmatig de kans een zwiepende tak in je gezicht te krijgen. Het maakt zo’n wandeling natuurlijk wel avontuurlijk. Zo nu en dan kun je je met gemak voorstellen dat je diep in de jungle bent.

Waarom gaan mensen toch zo ver weg 😉 😉 😉

Wandelen

Na weer een fysio-sessie reden we opnieuw naar de Rhoonse grienden. En daar ontdekten we weer heel andere dingen dan tijdens onze wandeltocht in februari.

Er waren meer bomen geknot, maar intussen ook al heel veel wilgentakken opgeruimd, dus geen stapels meer te zien. In de kale bomen groeide inmiddels al verschillende aangewaaide plantjes. Sommige bloeiden zelfs. En dan blijkt maar weer dat de natuur de mooiste combi’s weet te verzinnen. Voor thuis zie ik het nog niet op tafel staan, maar we genoten volop van deze vondsten.

De vogels waren druk bezig en floten dat het een lieve lust was. Ik probeerde met mijn Birdnet-appje te ontdekken wie er zo vrolijk zong en dat bleek een winterkoninkje te zijn. Laat hem nou even in een boom zijn kunsten herhalen. Zo mooi, dat verstoorde ik niet met een poging tot een videootje, maar (klik) dit vond ik op internet (bedankt Monigroen) 😉

En kijk, de dotterbloemen bloeiden. Hele stukken sloot waren er mee bedekt.

Binnenkort moet ik weer naar de fysio en wie weet wat we daarna dan gaan doen…

Wandelen

Gisteren, na het bezoek aan de fysio, reden we door naar Albrandswaard, naar de Rhoonse Grienden. Vroeger waren we daar al vaker geweest. Ik herinner me wandelingen met modderpaden en natte voeten.

Nu is het er wat meer gecultiveerd, met nette schelpenpaden. En het is er nu ook veel drukker. Gelukkig nog niet zo druk dat we besloten terug te gaan.

Er is veel te zien, maar de hoofdmoot van de begroeiing bestaat uit wilgen. Sommige al heel oud aan hun verweerde en grillige staat te zien. En ook al heel vaak geknot. Met dat knotten waren ze nog druk bezig. Overal lagen stapels wilgentenen, al wel samen-gebonden, te wachten op verder transport.

Lekker ruim een uur gelopen in de wind, maar met heerlijke zon. Daar knapt een mens van op.

Volgende keer gaan we er weer wandelen, op zoek naar wat er dan al bloeit en misschien zien we dan ook de bevers, waar een wandelaar ons over vertelde.