Bijna dagelijks komt zij langs. Ze heeft een vast plekje langs de vijver. Het lijkt me behoorlijk koud op dat loden randje.
Maar zij zit er vorstelijk, doopt een pootje in de vijver en likt het af.

Zo nu en dan wordt ze gestoord door langs vliegende vogels. Ze kijkt geïnteresseerd, maar vangen nee. Daarvoor zit haar corpulentie in de weg.
En dan, na soms wel een kwartier, verlaat ze zwiepstaartend de tuin. Naar haar eigen huis, haar eigen voerbak….
Dat denken we tenminste.



