
We spreken allemaal wel een woordje Engels. Maar zelfs als je je verdiept hebt in die taal, kom je wel eens voor raadsels te staan.
Dat wat we dagelijks gebruiken mag dan voor ons heel logisch zijn, maar hoe noem je dat dan in het Engels?
Die can-opener was niet zo’n probleem, maar een ladle of een masher? Zie je meteen was er bedoeld wordt of weet je het woord op te lepelen als je zoiets zou willen kopen?
Ja, tegenwoordig is internet en Google geduldig, maar vroeger was het soms een heel gezoek.

Aan deze reclame uiting erger ik me groen en geel. Waarom? Omdat het het zoveelste “weinig calorieën product” is? Nee, al zitten we daar natuurlijk niet op te wachten. Ik erger me omdat er geen letter Nederlands gebruikt wordt.
De winkel van Jac. van Zanten op de Karel Doormanstraat in Rotterdam herinner ik me nog wel. Een delicatessenzaak met voornamelijk Engelse zaken. Thee, jam, cider, Engelse kaas en leuke snuisterijen. Jammer, maar die zaak zul je er niet meer vinden. Het winkelaanbod is totaal veranderd, de huren stegen en het klantenbestand dunde uit.