Leo had voor Moederdag een kookboekje gekocht. Geen up-to-date recepten, maar een boekje over hoe er in de jaren 50 en 60 gekookt werd. Zoals onze moeders dat deden. Met de beperkte middelen die er toen waren.
Want bij de groenteman lag geen keur aan exotische groenten van over de hele wereld. Nee, het was allemaal Hollands wat de klok sloeg. Het assortiment veranderde met het seizoen. ’s Winters kool en wortelen, en in de zomer sla, spinazie, radijsjes. Zelfs aardappelen raakten op een gegeven moment op. Dan waren ze niet meer zo lekker en keken we uit naar de nieuwe oogst.
De recepten zijn ook veel eenvoudiger, met maar een paar ingrediënten. Spaghetti met tomatenpuree is wel heel basaal. Wie nu een spaghetti maaltijd klaarmaakt gebruikt toch op zijn minst wat meer groenten.
Sommige gerechten zouden we nu niet meer aan gasten aanbieden. Wie zet er nu nog griesmeelsoep op het menu?
Het eten van toen was duidelijk veel minder rijk, maar de generatie van toen is toch ook groot gegroeid. Nu moeten we op dieet, minderen, opletten niet te veel vet, suiker. Misschien toch weer eens zo’n simpele maaltijd klaarmaken?