Gevangenis

Al eerder waren we in Veenhuizen, waar in vroeger tijd landlopers en paupers woonden en te werk werden gesteld. Maar dat was in de C-tijd en konden we het museum niet in.

Nu dat weer wel kon, hebben we niet geaarzeld om een bezoek te plannen. Veenhuizen is sowieso een mooie plek om naar toe te gaan. Het ademt een heel speciale sfeer en je kunt er heerlijk wandelen.

LocatierEsserheem

Maar dit keer kwamen we speciaal voor het “Tweede Gesticht” waar het gevangenismuseum is gehuisvest.

Interieur Esserheem

Al bij binnenkomst kreeg ik meteen al een soort van claustrofobisch gevoel. De sluis gaat dicht achter je en voor je gaat hij nog niet open. Eerst een film over hoe in vroeger tijd misdaad beoordeeld, veroordeeld en gestraft werd. Toen was stelen een veel ernstiger vergrijp en kon je diefstal met de dood bekopen.

Dat diefstal het enige alternatief was, omdat geen werk, geen geld, geen sociaal opvangnet ook geen enkele mogelijkheid bood om aan eten te komen, dat ontging de rechterlijke macht. Gelukkig was niet elke rechter even hardvochtig, maar dat ze strenger waren dan we nu zien, dat staat buiten kijf.

Erg weekhartig moest je als slachtoffer ook niet zijn. We keken in slaapkooien, waar het woord comfort niet op van toepassing was. We zagen ketenen en lazen over regels die toen golden. Het was een hard, heel hard leven daar in Veenhuizen.

We kregen ook een “rode pannen”rondleiding in locatie Esserheem, die voor heel zware criminelen gebruikt werd. De rondleidster vertelde hoe het aan toe gaat bij aankomst van gedetineerden.

We mochten de isolatiecel bekijken en ik vroeg me af hoe het zou zijn om daar in totale afzondering te moeten zitten. Mij benauwde het al met een groep en de deur nog open.

In ieder geval was ik blij weer naar buiten te kunnen en te genieten van een wandeling in alle rust en vrijheid.

Pauperparadijs

De volgende nachten logeerden we in een hotel in Drenthe.

Eigenlijk wilden we wandelen, maar regenbuien haalden een streep door de plannen. Dus besloten we naar Veenhuizen voor een bezoek aan “De kolonie van Weldadigheid” en het gevangenismuseum.

Helaas lukte het ons niet een tijdslot te reserveren. Alles was al vol.

Tussen buien door liepen we langs de huizen, waar vroeger de “paupers” in woonden. En bekeken we de andere gebouwen, vaak voorzien van een in steen gehouwen opschrift. “Orde en tucht” of “Werkzaamheid”. De paupers hadden het ongetwijfeld beter dan in de goot, maar of het nou echt zo veel vrolijker was…

Bij een volgend bezoek aan Drenthe willen we nog wel eens in Veenhuizen gaan kijken.

Het is toch onvoorstelbaar in deze tijd dat je mensen zo maar kunt verbannen om ze een “heropvoeding” te geven. Zoeken we wel een droge dag uit 😉

Later zag ik dat je in de archieven kunt zoeken naar je pauper-voorouders.

Wel apart om te ontdekken dat verre familie misschien wel daar vandaan kwam.