Herdenken

breepleinkerkWie van na de oorlog is, kan met geen mogelijkheid zich voorstellen hoe het is om te moeten onderduiken. Noch kunnen we weten wat het betekent om te zorgen voor onderduikers. Om met schamele middelen, weinig eten en drinken mensen op een geheime plek te verbergen en te verzorgen. Hopelijk hoeven we dat ook nooit te ervaren. Maar vergeten dat mensen konden overleven dankzij de heldenmoed van ontelbare medemensen, dat mogen we niet.
Juist op deze 4e mei is het van belang dat iedereen herdenkt en stilstaat bij het leed van al die mensen die het niet overleefden.
De bekendste onderduiker van Nederland is wellicht Anne Frank. Maar ook Rotterdam heeft zijn eigen “achterhuis”, liever gezegd “achterkerk”. Want in de gereformeerde kerk aan het Breeplein zaten drie Joodse gezinnen ondergedoken op de zolders boven het orgel. En dat niet alleen, er werd ook nog een kind geboren.
Telkens als ik langs deze kerk rijd, word ik herinnerd aan deze geschiedenis. Koster Jacobus de Mars en zijn vrouw Annigje keken niet naar ras of geloof. Zij deden wat gedaan moest worden en konden alleen maar hopen dat het eens allemaal goed zou komen.

Boek

Als we niet in mijn oude buurt gewandeld hadden, had ik van dit boek waarschijnlijk niet geweten. Maar het affiche op het raam van een huis aan de Mathenesserweg trok mijn aandacht. De bieb had het gelukkig en dus lees ik nu het ongelofelijke verhaal van een gezin -vader, moeder en twee dochters- die de oorlog overleefde door onder te duiken bij een katholiek gezin.
Carry Ulreich begint haar dagboek als ze nog maar 14 jaar is. Wat ze opschrijft is dan nog niet zo heel interessant. Vrienden, vriendinnetjes, school spelen de hoofdrol. De oorlog is rottig, maar ja, als 14-jarige beleef je dat toch anders en ligt je belangstelling niet zo bij politiek. Maar gaandeweg zie je haar groeien, volwassen worden. Lees je over hoe de sfeer en de leefomstandigheden in Rotterdam in die jaren zijn. Hoe er steeds meer beperkingen komen voor Joden. En dat ze uiteindelijk gaan “duiken”. Ze beschrijft het dagelijks leven, met toch nog wel leuke momenten, feestjes, dansen. Maar ook de ergernissen, de angsten. De soms ongelofelijke mazzel, het zich verstoppen, honger, zoeken naar voedsel, saamhorigheid. Haar dromen over vrede, misschien volgende week, volgende maand, jaar… wanneer…? Dan ja, dan is er eindelijk een einde aan die oorlog. Haar dagboeken stopt ze in haar rugzak en daar blijven ze. Totdat al dik in de 21e eeuw ze het dagboek terugvindt en het dan toch wordt uitgegeven.
Lezenswaardig, met soms rake bespiegelingen, en een volwassen kijk op een idiote wereld.

Bewaren

Bewaren