Ouderwets

Breien en haken, dat was wat mijn moeder vroeger deed. Naaien, borduren of nog ingewikkelder “smokwerk” daar begon ze niet aan.

Ik had dus wel poppenkleertjes die moeder zelf gebreid had en truien voor mijzelf. Maar gesmokte kleding, dat zat er voor mij niet in.

Zelf leerde ik wel smokken, op school. Er staat me nog iets bij van een geel-geruit nachthemd dat ik zelf genaaid en gesmokt had.

Het lijkt een beetje ouderwets handwerk, maar laatst zag ik op Instagram toch weer dat iemand er aan bezig was. En dit fraaie proeflapje lag in de Wonderkamer van het Museum van de vrouw in Echt.

Misschien komt het -net als alles- wel weer in de mode. Ik vond -en vind het nog steeds- heel fraai handwerk.

Stel je voor, van die lieve “Shirley Temple” meisjes met pastelkleurig boerenbonten ruitjurkjes, versierd met dat smokwerk.

Hoe nostalgisch….

Lievelingskleur

Iedereen heeft wel een lievelingskleur of zelfs meerdere.

Ik kwam er op toen we laatst in een wachtkamer tegenover een mevrouw zaten, die een rode agenda, rode portemonnee en een rode telefoon had. Overduidelijk was rood dus haar lievelingskleur.

Zelf word ik blij van rood, geel maar ook van groen. Al moet dat wel fris groen zijn, grauwig legergroen, nee!

Maar we hebben al een hele tijd een knalrode auto, de vierde in de reeks. Slechts onderbroken door twee keer een groene.

En als ik zo eens rondkijk, dan heb ik rode truien, broeken, rugtassen, tasjes, een rode klemmap en agenda. Ja, zelfs rode schoenen. Rood is dan ook echt mijn lievelingskleur!

Niks

Bron: Google foto’s

Kijk nou eens aan, dit is het kabinet van Jan de Quay. Allemaal statige heren in een …. jacquet en hoge zijden hoed. Dat was toen gebruikelijk, denk ik. Nou, dat vind ik wel een beetje overdreven.

Later gingen de heren ministers gekleed in keurige donkere pakken, driedelig, dus met een vest. En een beschaafde stropdas. Zwart, donkerblauw of grijs. Niks frivole kleurtjes.

Bron: via De Telegraaf

En moet je nu eens kijken. Tegenwoordig komt onze minister-president zondags zo aan bij het Catshuis.

En dat vind ik dan ook overdreven, maar naar de andere kant.

Hij hoeft van mij niet meer in een stijf pak, maar een beetje meer allure zou wel kunnen.