Schrik

Vorige week liep ik op weg naar de kapper. Plotseling kwam er uit een zijstraatje een man met twee grote honden. Die honden sloegen meteen aan en met ontblote tanden blaften ze fel en vijandig naar me. De man hield ze maar met moeite vast.
Ik schrok me lam. Ik ben een beetje bang van honden, vooral van dat soort en zoiets geeft me helemaal de rillingen.
Snel liep ik door. De man riep iets, maar wilde er geen aandacht aan schenken. Tot ik hem plotseling hoorde ik zeggen “Ja, nu hoort u niks hè?” Ik draaide me om. Hij bleef gelukkig op afstand, want de honden stonden al weer dreigend te blaffen. “Ik ben heel gespannen en dat voelen die honden ook. Ik ben hier al eens overvallen, door zware criminelen. Dus dan weet u het. Mijn excuses hiervoor.” Ik zal de man wel perplex hebben aangekeken. Ik stamelde wat, voelde me totaal uit het lood geslagen.
Daarna ben ik snel doorgelopen, maar ondertussen raasde er van alles door mijn hoofd. De man leek best een nette vent, geen branieschopper. Zou het waar zijn? En wat betekent dat dan? En wat zou er gebeurd zijn als hij de honden niet had kunnen houden. Ik moet er niet aan denken. Zelfs toen ik na een paar uur thuis kwam, moest ik mijn verhaal nog kwijt.
Blaffende honden bijten niet, zegt het spreekwoord. Maar mijn hand steek ik er niet voor in het vuur!