
Voor m’n 75e verjaardag kreeg ik van jongste een Chinese pagode. In een platte doos zaten 11 platen van balsa hout, waaruit honderden stukjes gedrukt konden worden en een lijvige handleiding met afbeeldingen welke stukjes waar en hoe aan elkaar gemaakt moesten worden.
Ik begon met frisse moed. Het was niet moeilijk, alles was er. Maar wat een priegelwerk!!

Het hout was licht maar ook zacht en hoewel alles goed in elkaar paste, brak er wel eens stukje af. En daarmee verloor de constructie ook haar houvast. Had ik net wat vast gemaakt aan de ene kant, viel er aan de andere zijde weer wat af.
Lange tijd stond het onafgemaakte bouwwerkje op een tafeltje uit het zicht. Ik zocht naar een oplossing die niet zichtbaar zou zijn. En die vond ik uiteindelijk. Een klein flesje met een miniem spuitmondje vulde ik met extra sterke houtlijm. En toen lukte het me om de gehavende stukjes weer stevig in elkaar te krijgen door hier en daar wat mini lijmdruppels te zetten.
Nu na ruim twee jaar, is de pagode af. Ik vond een mooi plekje op de boekenkast, hoog en onbereikbaar, maar vooral veilig. Samen met de echte Chinese dakleeuw daar vormen ze een mooi stel.









