Verhaal

Bij het opschonen van de computer kwam ik een aantal stukjes tegen over de tijd dat ik in het Zeehospitium in Katwijk kuurde. Blijkbaar was ik vergeten dat ik dat allemaal geschreven had, maar ik wil ze zo nu en dan alsnog hier plaatsen.

Bron: Google foto’s

Prikken

Toen, in 1952, moest je de hele dag in bed blijven. Dan is elk verzetje zeer welkom. En kinderen die al een beetje opknapten, wilden maar al te graag de boel op stelten zetten. Hoewel er voor ons ook heel veel mogelijk werd gemaakt, waren de mogelijkheden natuurlijk beperkt.

Kinderen blijven kinderen, die hun energie kwijt wilden. Dus een onbekend geluid op de gang kon betekenen dat er iets leuks op handen was.

Bron: Pinterest/Museum Rotterdam

Maar hoorde je het gerammel van de “prikzuster” dan was Leiden in last. Want regelmatig (ik denk elk kwartaal) werd je bloed onderzocht. De naalden waren toen nog niet zo dun en flexibel als nu. Het waren grote, gevaarlijk uitziende spuiten van glas. Ze werden natuurlijk hergebruikt en keer op keer gesteriliseerd.

Ik denk dat heel wat kinderen hier hun leven lang angst voor hebben gehouden. Veel kinderen kropen onder de dekens, begonnen te huilen of te schreeuwen. Maar het hielp geen cent, want geprikt worden moest je toch.

Ik weet niet of ik zo’n kouwe kikker ben of dat mijn karakter nogal neigt naar “wat moet dat moet, niet zeuren”. Die priksessies maakten echt wel indruk en ik vond ze ook niet leuk. Maar een trauma of angst voor naalden of witte jassen heb ik er niet aan overgehouden.

En die zuster of dokter zal aan het eind van de dag wel een diepe zucht gelaten hebben, omdat het er weer opzat voor een tijdje.