DDT

Bron: Google foto’s / Shutterstock

Bij 2voor12 kwam een vraag over een insectenbestrijdingsmiddel voorbij. Helaas wisten de spelers niet dat het om DDT ging.

Een veel geroemd en gewaardeerd middel, ontwikkeld in de jaren 30, in 1948 bekroond met de Nobelprijs. In de jaren 60 werd pas onderkend dat het middel zijn vernietigende werking niet beperkte tot insecten, zoals muggen, luizen. Toen waren er al heel wat dieren bijna uitgeroeid.

Maar malaria werd er ook door teruggedrongen. Tenminste als je de huizen regelmatig royaal bespoot. En ach, dacht men, laten we dan ook maar de mensen een flinke portie geven. En zo werden mannen, vrouwen, kinderen bestookt met een forse wolk DDT. En dat allemaal in het kader van “gezondheid”.

Inmiddels is wel bekend dat het zinvol is om muren te besproeien, al geldt ook hier dat meer beslist niet beter is. DDT heeft wel degelijk nut, maar moet slechts spaarzaam gebruikt worden.

En dan vraag ik me altijd af, moeten we nou echt met zoveel zware middelen iets bestrijden. Kwam het nou werkelijk bij niemand op dat we door al die DDT niet alleen de schadelijke, maar ook de nuttige dieren om zeep hielpen?

Eerst denken, dan doen. Helemaal zo gek nog niet.