Zolder

In Rotterdam is men tegenwoordig niet zuinig met dure en vooral Engelse termen. Vooral bouwondernemers en makelaars hebben er een handje van.

Een woning die ik als “rijtjeshuis” zou definiëren, wordt meteen een stadsvilla. Een appartement op de bovenste verdieping is natuurlijk een “penthouse” of een “loft”.

Laatst liet ik Leo zo’n project zien. Hij keek er naar en zei meteen: Dat is toch gewoon een zolder…? En ja, daar had hij groot gelijk in. Je mocht het dan een beetje mooi aankleden, het was en bleef een zolderverdieping.

Bron: Google

Dat opleuken kan je natuurlijk in de toekomst doen, maar achteraf bekeken heeft het ook wel iets.

Leo sliep thuis op zolder. Maar daarvoor hebben zijn ouders jarenlang inwoning gehad op hun zolderverdieping. Schoonmoeder heeft het me ook laten zien en er dikwijls over verteld. Onder anderen haar zus woonde er een tijd, met man en kind.

Gewoon op de zolder dus, al zou men het nu een loft noemen. Het was een klein kamertje, met een piepklein afgeschoten stukje waar een kinderbedje in kon, een geïmproviseerd keukentje in het kolenhok en stromend (koud) water op de overloop. De wc was beneden en werd door schoonouders en inwoning gedeeld. Een badkamer was er niet. In die tijd van woningnood telde vooral een dak boven je hoofd en moest je enigszins behelpen en inschikken.

Ik weet nog hoe het er uitzag en het kwam op mij over als een beetje benauwend. Maar als loft lijkt het ineens een stuk luxer.