Boek

Op dit moment ben ik niet in de stemming voor diepgaande boeken. Het hoeven niet allemaal 3stuiver romannetjes te zijn, maar problemen die trek ik even niet.

Nou ja, gezellige boeken te over, dus vervelen hoef ik me niet.

Zo las ik dit boek, verteld door de ene dochter en op schrift gesteld door een ander. Het verhaal van een gezin met zeventien kinderen. Van armoe, samen zijn, met elkaar optrekken. Van een huishouden waar altijd wel werk te doen was. Tja, dat ligt natuurlijk ook min of meer voor de hand.

Toch heeft elk kind op zijn eigen manier herinneringen aan hun jeugd. Aan kattenkwaad of aan smoesjes om onder een karweitje uit te komen. Aan allerlei manieren om aan de boosheid en tucht van moeder te ontkomen.

De rol van vader bleef vrijwel onbelicht. Tenminste, hij werkte zich natuurlijk drie slagen in de rondte, had een moestuin en een krantenwijk. En dan nog tijd om voor al dat nageslacht te zorgen. Voor hem had het eigenlijk niet zo gehoeven, maar ja, goed katholiek en een vrouw met een eigen wil. Dan lijkt er geen ontkomen aan.

Moeder heeft duidelijk de broek aan en voedt op met straffe hand. Naar mijn mening een iets te straffe hand. Al kan ik niet anders oordelen dat ze haar gezin als een uitstekend manager leidde. In deze tijd was er vast een headhunter die haar een aantrekkelijke baan zou aanbieden.

Een prettig boek om te lezen en voor mij een totaal andere wereld dan in mijn jeugd.