Murphy ging verder

Had ik vorige week al geschreven over Murphy’s wet, waarbij alles helemaal fout loopt. Vorige week ging het nog even door met pech hebben.
Omdat Leo’s tandkroon verloren was, kreeg hij voorlopig een noodkroon en een reeks afspraken voor de komende maanden. Maar al de eerste nacht werd hij wakker met een losse noodkroon in zijn mond. Gelukkig woont onze tandarts om de hoek, dus de volgende dag even terug laten plaatsen. Helaas, ’s nachts weer hetzelfde. Dus moet er gezocht worden naar een andere oplossing. Een heel duur, lang en zeker geen pijnloos traject of de snelle manier van een tand op een plaatje.
Door alle malle capriolen die ik had gemaakt, kreeg ik  last van mijn rug. Dat heb ik al vaker gehad en dan weet ik best dat ik het een beetje rustig aan moet doen. Maar ja, theorie en praktijk…. Woensdagmorgen was de pijn niet meer te negeren en ging ik naar de huisarts. “Spit, mevrouwtje. Rustig aandoen en paracetamol slikken, dan moet het binnen 10 dagen over zijn”. Ik slikte gehoorzaam de tabletten en hoopte dat het snel gepiept zou zijn. Helaas, donderdagmorgen kon ik werkelijk geen kant meer op. Zitten, staan, liggen, lopen, elke beweging gaf een helse pijn. De dokter schreef een recept voor een morfine-achtig tabletje, dus heftig spul. Ook kon ik nog bij de fysiotherapeut terecht, die mijn rug tenminste iets losser kon maken. En ik legde hem uit hoe slecht dit akkefietje me uitkwam. Hij begreep het gelukkig en maakte ook vrijdag nog een afspraak.  Leo had inmiddels al tig keer geroepen dat “het hele feestje wel afgeblazen zou moeten worden”, waarop ik niet al te vriendelijk reageerde en bezwoer dat ik, desnoods leunend op een stok, alles wilde laten doorgaan. Gezellig sfeertje dus 😉
Door de spit had ik niet meer zo’n controle over mijn linkerbeen, zodat ik vaak zwikte. Dus toen ik donderdagavond, met twee flessen bubbelwijn, languit in de hal ten val kwam, kwam ook voor mij het feest op nogal losse schroeven te staan. In ieder geval werd het etentje met de kinderen afgeblazen en lieten we vrijdagavond de buurtchinees bezorgen.
Maar het echte feest ging toch door, al moest ik de regie vrijwel uit handen geven. Weliswaar liep ik moeilijk op “ouwetjes tempo” en stevig aan de arm van Leo. Nu gaat het gelukkig al wat beter, al ziet mijn linker enkel, rechter elleboog en dijbeen bont en blauw.

Oh ja, en wat vond Leo zaterdagmorgen onder de badmat? Zijn kroon, die dus helemaal niet weggespoeld was. Ach ja, als je alles van te voren weet, kom je met een halve Euro de wereld door….

Wet van Murphy

Herkennen jullie dit? Dat alle grote en kleine pech tegelijkertijd komt? Vrijdagochtend, manlief heeft met een vriend afgesproken om een dagje weg te gaan. Bij het tandenpoetsen breekt hij een stifttand, die verdwijnt door de afvoer. Snel de sifon eraf, maar helaas, tand niet meer te vinden. Sifon er weer opgedraaid, maar scheef, dus lekt ie. Leo naar het station gebracht, boodschappen gedaan. Thuis zelf geprobeerd sifon er op te draaien, maar het bleef lekken. Zo’n ding zit op een nogal ongemakkelijke plaats, dus lag ik op mijn knietjes te wurmen. Toen ik wilde opstaan zat ik zowat klem tussen wastafelkastje en douchecabine, zodat ik ietwat moeite had met omhoogkomen. Slappe lach, zodat ik helemaal niet meer op mijn benen kwam. Uiteindelijk toch gelukt, loodgieter gebeld en afspraak voor dinsdag gemaakt. Kwam wel niet zo goed uit, maar toch maar oké. Gelukkig was de telefoniste heel klantvriendelijk en wist zij later toch nog een loodgieter te strikken, die de wastafel diezelfde dag nog in orde maakt.
‘s-Avonds belt  Leo en vraagt of ik hem kan ophalen. Sta keurig op tijd bij het station, maar geen echtgenoot. Die was in slaap gevallen en belde even later schuldbewust dat hij al twee stations verder was. Ach, kan gebeuren, dus nog maar even wachten en het intussen alsmaar kouder krijgen. Hè ja, gelukkig daar is tie dan toch.
En alsof dat nog niet genoeg is, blijkt op zaterdagochtend dat het aanrechtkastje drijfnat is. Nu is het de keukenkraan die lekt…… Maar met wat improvisatie lukt het om daar een mouw aan te passen.

Zoveel onvoorziens, en dat allemaal met in het vooruitzicht een week waarin heel veel gedaan moet worden, wat niet uitgesteld kan. Willen jullie voor me duimen dat dit voorlopig de laatste pech was?