Vierkant vlees

Toen onze kinderen klein waren, kon ik ze geen groter plezier doen dan “vierkant vlees” klaar te maken. Zo noemden ze Smac. Je weet wel, zo’n rechthoekig blikje met een sleuteltje eraan om het open te maken.

Vooral in de vakantie kwam het nogal eens op tafel, gebakken, in plakken of blokjes door rijst of macaroni. Voor de smaak moesten er altijd wel kruiden bij of een sausje. Of later sambal, voor de pittigheid.

Maar op een keer had ik iets heel anders klaar gemaakt. Niks blikje Smac, maar lekkere ham, varkenshaas en champignons. Met aardappeltjes en groente. Het was behoorlijk wat werk geweest en dat midden in de zomer, op een bloedhete dag. Ik denk dat we onze trouwdag vierden.

De jongste keek argwanend naar zijn bord en prikte lusteloos in een hamblokje. Oudste had geen honger. Nou ja, ik had me natuurlijk niet voor niets uitgesloofd, dus eten moesten ze, vond ik streng. Heel voorzichtig proefde jongste zo’n blokje en sprak toen de gedenkwaardige woorden: “Oh, dat is best te eten hoor! Het is gewoon vierkant vlees”.

In de “ Allerhande” van deze maand staat dat Smac weer helemaal in is. Maar jammer, daar hoef ik nu niet meer mee aan te komen. Inmiddels koken de zonen al lang zelf en heel creatief. Die willen het vierkante vlees niet meer.