Geluiden

Eindelijk is het dan mooi weer en kunnen we in het zonnetje buiten in de tuin koffie drinken, lezen, lunchen. Of werken, want al die regen heeft natuurlijk het onkruid welig laten tieren.
Maar mijn plezier wordt soms danig verpest door de geluiden rond om me. Is het geen hogedrukspuit, dan is er wel een schuur- of boormachine bezig. Of wordt ergens met een elektrische grasmaaier een postzegelgazonnetje gemaaid.
Toch zijn het niet die geluiden, die me het meest ergeren. Het is het vrijwel onophoudelijke gegil van kinderen. Niet een beetje, niet om een zere knie of beknelde vinger. Maar het schrille hoge gillen dat sommige kinderen tegenwoordig constant bezigen. Het gaat me door merg en been, want het is ook nog eens op volle sterkte.
En geen corrigerende stem op de achtergrond. Geen moeder, vader, opa of oma die eens opmerkt dat het ook wel zachter of zelf zonder gillen kan.
Natuurlijk moeten kinderen spelen en dat gaat niet in doodse stilte. Ze mogen van mij best praten, lachen, zingen. En als dat soms uit volle borst is, prima. Maar zodra het klinkt als Maria Callas in barensnood, zou er toch wel eens tot stilte gemaand kunnen worden!