Verrassing

Gisteren vertelde ik over onze bezoek aan het Agneta-park in Delft. Leo had al te voren uitgevogeld waar we de auto zouden zetten. Omdat mijn knie nog steeds veel pijn doet, had hij een plekje dichtbij de ingang van het park gezocht.

Tegenover onze parkeerplaats stond een paal met het nummer van de parkeerzone. Makkelijk, want dan kunnen we met onze parkeer-app alles regelen. Dat parkeren alleen met een dagkaart kon, lazen we wel. Hoeveel het zou kosten, stond nergens aangegeven.

We zetten de auto zo rond kwart over tien in de Wallerstraat en wilden rond kwart voor twaalf weer wegrijden. Leo klikte de app aan en viel bijna van zijn stoel. Voor nog geen twee uur parkeren moesten we dertig euro betalen, exclusief de 34 eurocent administratie.

In dit Corona-tijdperk kun je veel geld besparen, want een kopje koffie met een broodje op een terras is (nog) niet mogelijk. Maar als je parkeert, is van je geld afkomen ook geen probleem meer.

Hoe kan dat?

Laatst maakte ik foto’s in Delft, samen met Jeanne en nog wat andere fotomaatjes.

En dit plaatje kon ik natuurlijk niet weerstaan. Want hoe krijg je in hemelsnaam je fiets daar geparkeerd? Wel lekker veilig, niemand zal hem daar jatten. Maar makkelijk lijkt het me niet.

Of is het nou zo’n deelfiets en wilde iemand hem per slot van rekening toch niet met anderen delen? Ik blijf het onhandig vinden 😉

Hufterig

Wat kunnen sommigen zich toch hufterig gedragen. Toen wij vorige week wilden wegrijden, bleek de straat versperd door een vrachtwagen. Er werden machines afgeleverd.

Dat kan gebeuren en even wachten is nou ook niet het eind van de wereld. Maar er kwam niemand om de auto weg te rijden. Achter ons kwam de buurman. Die wist te vertellen dat die auto er al een uur stond. Hij had zijn hond uitgelaten en toen werd de wagen uitgeladen.

Ik belde aan bij het betreffende huis. “Hij komt zo hoor, even de zaakjes afronden”. “Maar wij willen weg en kunnen geen kant op”. “Ja, ja, die man moet ook ergens parkeren hè…?” Ik was perplex. Natuurlijk, maar ga dan even afleveren en daarna snel de straat vrij maken. Pas dan kun je machines monteren of afrekenen.

Inmiddels stonden er nog twee buren achter ons en ook zij vonden het maar niks. En dan praat ik nog niet eens over een noodsituatie, want ambulances of brandweer konden er ook niet langs natuurlijk. Onbegrijpelijk dat men dat dan niet snapt. Hufterig gedrag.

Opladen

oplaadpaalDie nieuwe elektrische auto’s lijken wel fijn, maar er kleven toch ook wel wat bezwaren aan. Niet dat wij er een hebben. Nee, wij zijn nog ouwerwets en rijden op fossiele brandstof. Of lopen, nemen het openbaar vervoer. Want wij hebben al meteen bedacht, dat het wel moeilijk zal worden om je auto straks op te laden. Te weinig palen of oplaadpunten. En ja hoor, deze week lazen we het al. Mensen die hun autootje bij zo’n paal hebben gezet en hem daar (te) lang laten staan. Ook al is de accu al lang opgeladen en zou er een ander graag gebruik van willen maken. “Laadpaalklevers” worden ze genoemd. Er zijn natuurlijk te weinig oplaadpalen. En sta je er eenmaal, dan heb je toch geen zin om ergens anders je karretje te parkeren. Al riskeer je een flinke boete. Tja, dat daar nou niemand aan gedacht heeft …..

Weer terug

Afgelopen week waren Leo en ik een paar dagen in Wenen. Zoals bijna elk jaar, vieren wij onze trouwdag (dit jaar de 44e) met een reisje. Later zal ik er meer over vertellen. Maar eerst onze terugreis. We vlogen heen en terug op Rotterdam, lekker makkelijk dachten we. Maar de thuiskomst was toch minder simpel dan wij aanvankelijk dachten.
Allereerst moesten we een lange tijd wachten op onze bagage. Bijna een uur stond de band stil. Daarbij was het uitzonderlijk druk in de hal en dat om 11 uur ’s avonds. Zelden zoveel afhalers gezien als daar. Het leek wel of er een beroemdheid aankwam. Nou ja, misschien was dat ook zo, maar dat is ons dan ontgaan.
Toen met koffer en rugzakken op zoek naar de auto. Rotterdam-The Hague Airport is niet zo groot, maar er is een tamelijk uitgebreid parkeerterrein. En dat is me toch slecht gemarkeerd! Ik dacht slim te zijn en een foto van onze geparkeerde auto te maken. Maar bij daglicht ziet alles er toch anders uit. Het was bij een hek, maar waar was dat? Minstens drie kwartier hebben we gezocht en uiteindelijk bleek Leo toch de beste speurneus. Ik begrijp niet waarom er zo weinig markeringen zijn. Volgende keer gaan we toch maar weer vanaf Schiphol. Nemen we de trein daar naartoe, wel zo makkelijk.

Logisch toch?

Het is me ook wel eens gebeurd: parkeren op een invalidenparkeerplaats. Nadat iemand mij terecht had gewezen, wist ik niet hoe gauw ik er weer weg moest gaan.
Nou, niet die meneer met de mooie cabrio, bruingebrand en sportief (nou ja…). Hij zette zijn auto plompverloren neer, stapte vief uit en rende naar de supermarkt. Hij had duidelijk haast, ja, ja.

Zou voor zo’n man dit bord helpen? Ik vind het wel een logische ruil…