Verzamelen

Waar laat je al je spullen als er geen zakken in je kleding zitten? Dat is niet mijn probleem, maar was de vraag in Japan, toen er nog heel veel kimono’s gedragen werden. Vrouwen stopten hun kleine spulletjes in de mouwen. Daar was ruimte genoeg voor. Maar mannen hadden meer en vaak grotere dingen bij zich. Die hingen hun spullen aan een koord dat door hun riem werd gehaald. En dat werd dan weer gesloten met een verschuifbare knoop, een netsuke. En omdat in Japan van bijna alles kunstwerkjes worden gemaakt, gebruikten ze dus men niet zomaar een blokje hout met een paar gaten. Nee, het waren vaak kleine maar prachtig gesneden ivoren of (hard)houten beeldjes. Niet veel groter dan een lucifersdoosje, vaak veel kleiner, maar zo gedetailleerd.
Ik heb al vaak zo’n mooie netsuke gezien op een antiekmarkt, maar nooit gekocht. Omdat ze meestal ver boven mijn budget zijn.
Maar nu heb ik dan toch een kleine en mooie verzameling. Okay, niet in het echt, maar via Pinterest. En ik laat jullie even meegenieten 😉 (Dubbelklik op een foto om te vergroten)

De haas met de amberkleurige ogen

Op aanraden van Bettie en Wieneke dit boek in de bieb aangevraagd. Alleen kreeg ik niet deze titel, maar “Het knoopjeskabinet”. Gelukkig ging het om hetzelfde boek, wel een oudere uitgave.
De eerste paar bladzijden was ik enigszins verward, omdat ik niet goed wist wie wie was. Maar de stamboom hielp me op weg en allengs vond ik het zo mooi, dat ik er maar met moeite los van kon komen.

Edmund de Waal beschrijft zijn familiegeschiedenis zo levendig en echt. Je kunt bijna de geur ruiken die in de 19e eeuwse kamers hangt en je voelt de aanwezigheid van hun vrienden, zoals Proust, Monet, Manet, Renoir, Degas.
In die tijd is handel met Japan nog maar net mogelijk en daar vinden kunsthandelaren de mooiste dingen. Die dan weer grif in de handen van rijke kunstliefhebbers overgaan. Zoals de netsukes, kleine beeldhouwwerkjes in ivoor of glanzend hardhout,  die dienen als een soort knopen aan een kimonoriem.

Na verloop van tijd komen de netsukes in het bezit van een familietak in Wenen, waar ze een beetje uit de toon vallen en onopgemerkt blijven. Alleen de kinderen bekijken de netsukes met een eigen en liefdevolle blik. De rijke Joodse familie ontkomt niet aan het nazi-geweld en moet vluchten, met achterlating van alle kunst en kostbaarheden. Alhoewel, de hele verzameling netsukes wordt wonderbaarlijk gered en komt via omwegen weer terug bij de familie. En via een even wonderlijke speling van het lot weer terug in Japan, al is dit nog niet het eindstation.

Een prachtig boek over kleine, maar schitterende kunstwerkjes.