Lampje

Toen vorige week Leo een glazen lampje aan diggelen liet vallen, kwam onmiddellijk de herinnering aan zijn vakantie in Monschau naar boven.
Hij was nog maar twaalf en met vader en moeder op vakantie. Pa regelde een hotelletje in Monschau. De eigenaar had het niet zo op Hollanders, maar vooruit, deze familie leek wel aardig en beschaafd. Leo kreeg zelfs een eigen eigen kamer. Alles ging goed tot op de laatste dag, toen  hij het nachtkastlampje om stootte. Het viel in stukken op de grond. Hij durfde het niet te vertellen en besloot de scherven uit het raam in de snelstromende rivier te gooien. Het was tenslotte toch de laatste dag en ze zouden hier nooit weerkomen. Dan hoefde hij dat lampje niet te betalen.

Lampje

Bron: Google foto’s

Helaas, ze waren nog maar net op weg toen pa ineens heel nodig naar de wc moest. “Dan ga ik wel even terug naar het hotel…”, besloot hij. En ja, daar wachtte hem de eigenaar, die hem toebeet dat ook dit gezin bestond uit “verdammter Holländer”. Pa kreeg het verhaal over het verdwenen lampje te horen. Waar was dat dan wel? Uit het raam gesmeten! Pa mocht nog wel naar het toilet, gelukkig. En vergoedde natuurlijk de geleden schade. Daarna liep hij briesend naar buiten en las Leo de les. Dat eerlijkheid boven alles ging en dat zijn naam te grabbel was gegooid. Schoonpapa was niet snel kwaad, maar als ie het was, bleef dan maar uit zijn buurt. Hij hield niet op met tieren en die arme Leo voelde zich steeds ellendiger op de achterbank. De sfeer in de auto was en bleef om te snijden, al een lifter bracht gelukkig wel wat afleiding. Nee, Leo zal die vakantie echt nooit meer vergeten. 😉 😉 😉

Ergernis

Afgelopen zondag lag ik in de clinch met een paar halogeenlampjes. Die zitten boven in de boekenkast en het is een crime om ze te vervangen.
Het zijn maar kleine lampjes, ter grootte van een pinda en ze zitten per twee in een blisterverpakking. Die openen is alleen een hele happening. Ik weet dat en let dan ook goed op dat zo’n lampje er niet uitfloept. Maar dan mag je zo’n lampje niet met je blote handen aanraken, dus doe je dat met een tissue. Daarin verdrinkt zo’n pinda natuurlijk. De twee dunne draadpootjes moeten in de piepkleine gaatjes van het armatuur. Maar die kun je niet zien, omdat dat tissuepapier in de weg zit. En natuurlijk sta ik ook nog een een beetje uit balans boven mijn hoofd te prutsen. Grrmph, wat een gedoe! Maar goed het lukte.

Helaas duurde de vreugde nog geen vijf uur. Toen was het lampje al weer geknapt. Het wordt tijd voor iets nieuws, een ledlamp misschien?