Wat nu

Dat er in de kerken regelmatig gecollecteerd wordt, dat weet ik natuurlijk wel. Maar dat zoiets voor problemen zorgt, was me niet geheel duidelijk. Toch schijnt het dat al die munten die wekelijks in de collectezakken gestopt worden, niet zo gemakkelijk in te wisselen zijn.

Vroeger ging je naar de bank en werden de munten in een geldtelmachine gegooid. Supersnel kreeg je dan te zien hoeveel het allemaal bij elkaar was. En dat kon best flink oplopen. Je zult er ook toen al wel iets voor moeten hebben betalen. Maar nu rekent de bank er een flink bedrag voor.

Leo vertelde dat hij vroeger heel wat stuivers heeft geteld, want schoonpapa exploiteerde een tijdlang kauwgomballen-automaten. Zelf had ik een heel spaarzame moeder, die overal potjes en busjes had met munten. Van een piekpijp tot een stuiverspotje. Eens in de zoveel tijd moest ik meehelpen tellen. En nette rolletjes maken van de muntjes.

Binnenkort misschien geen collectezak, maar een pin-apparaat? Moderne tijden nietwaar…… !

Bron: Google foto’s

Over de grens

Sluis ligt in het uiterste zuidwest puntje van Nederland en je hoeft dan ook niet ver te rijden om in België te komen. Het was koud en dus kropen we na een wandeling in Sluis gauw de auto in om wat verder te kijken. Leo had gelezen dat Lissewege een leuk dorpje is. Het is nog allemaal authentiek en de huisjes zijn hel wit geschilderd. In het dorp staat een grote kerk, met mooie ramen en een prachtig gerestaureerd orgel.

De klok van de toren heeft een nieuwe wijzerplaat, maar de oude plaat wegdoen was niet aan de orde. Die staat nog in de kerk naast het orgel.

De omgeving van Lissewege heeft helaas niet de authentieke sfeer behouden. Grote viaducten doorsnijden het landschap en een constante stroom van goederenverkeer dendert er overheen. Ja ja, de nieuwe tijd…. net wat u zegt…!

Laurenskerk

In een stad als Rotterdam, waar het hele oude hart uit gebombardeerd is, staat als een van de weinige oude gebouwen de Laurenskerk. Ik ben niet kerks, toch kwam ik er een tijd regelmatig. Nou ja goed, één keer per jaar, want dan vond de promotie (officiële overgang naar een hogere klas) plaats van het Erasmiaans Gymnasium. Onze beide kinderen zaten daarop en gingen, gelukkig, elk jaar zonder kleerscheuren over. Daarna kwamen we er niet meer. We liepen er natuurlijk weleens langs, maar binnen kijken deden we nooit meer. Tot een paar weken geleden. De eigenlijke aanleiding was de tentoonstelling van World Press Photo, maar ook de aanbeveling van een vriendin.
En wat is die kerk mooi! Oh, het helemaal authentiek is het niet meer. Veel dingen waren beschadigd en werden gerestaureerd, een aantal zaken is voor altijd verloren gegaan. En helaas, geen houten banken meer, maar zwarte theaterstoelen. Die oude kerkbanken zaten niet zo fijn, maar waren meer sfeer- en interieur-bepalend.
Hoewel het nu een protestantse kerk is, was het in vroeger eeuwen rooms-katholiek. Er staan dus ook nog wat heiligenbeelden. Er is een stukje gewijd aan Erasmus. Ook is er een galerij met allerlei uitingen van andere godsdiensten. Niet vreemd in een stad met  meer dan 170 verschillende nationaliteiten en totaal andere geloofsovertuigingen. Het is dus een kerk geworden voor iedereen en dat vind ik een mooie gedachte.