Weer thuis…

En dan zijn we al weer een paar dagen terug van weggeweest. Je kijkt een hele tijd naar de vakantie uit en het is in een zucht voorbij. Nou ja, thuis is ook wel weer leuk. Maar reizen en trekken door prachtig Groot Brittannië heeft wel heel vel charme.

We reden van Harwich naar de Cotswolds en hadden een hotel geboekt in Painswick. De dorpjes in Engeland stralen nog steeds de sfeer van vroeger uit en met een beetje fantasie en het wegdenken van de vele auto’s kun je er zo een detectiveverhaal verzinnen.

Al leek het hotel dat we geboekt hadden in eerste instantie niet wat we verwachtten. Er was een feest gaande, zodat de hoteldame weinig tijd had om ons uitgebreid te ontvangen.

De ingang was geen statige deur, maar een klein houten deurtje, waar Leo regelmatig zijn hoofd stootte. En via via moesten we naar onze kamer. Maar die was goed en comfortabel, dus wat hadden we te klagen? En we boften dat de auto nog een plekje voor de deur vond, want het goot van de regen en dan is sjouwen met koffers helemaal niks.

En al gauw maakten we plannen voor de komende dagen….

Voorpret

Je hoeft natuurlijk niet te vragen waar wij dit jaar met vakantie naar toe gaan. To good old England 😉
Het duurt nog wel even, want wij gaan bij voorkeur niet in het hoogseizoen. Maar dan kun je natuurlijk al wel genieten van de voorpret. Samen zoeken naar welke plaatsen we zullen gaan, hoe (met de boot of het vliegtuig) en waar we willen logeren. Dat betekende al een paar avonden struinen op internet, op zoek naar leuke hotels. Snuffelen in de boekenkast naar dat ene grote boek over Great Britain en dan gelukkig ook vinden. Dus niet in een opwelling weggegeven. Dat alles maakt zo’n vakantie al bij voorbaat heel erg leuk. En natuurlijk ons verheugen op de reis. Voorpret in optima forma!!

..dan heb je wat…

In het programma van Salvage Hunters kwam laatst een bezoek aan Wenthworth Woodhouse voorbij. Het is het huis in particulier bezit met de breedste voorgevel van Europa (!!). En ook binnenin is het prachtig ingericht. Drew Pritchard voelde zich als een vis in het water en wilde een heleboel kopen. Maar ja, niet alles was te koop en dus moest hij zich tevreden stellen met wat spullen uit de opslag.
Wat hij kocht weet ik eigenlijk niet meer zo goed. Maar ik was helemaal onder de indruk van die enorme voorgevel van 185 meter lengte. Stel je eens voor, ongeveer 35 “gewone” huizen achter elkaar, een paar keer de straat waar ik zelf woon…
Arme schilders, die weer meteen opnieuw kunnen beginnen als ze klaar zijn.  En arme dienstbodes in vroeger tijden, die steeds maar heen en weer tussen al die enorme vertrekken moesten lopen. En wat een rijkdom uit vervlogen tijden…

Wenthworth-Woodhouse

Bron: Wikipedia

Slapen

Wat kan een mens zich soms toch onzinnige dingen afvragen. Vragen waar geen antwoord op te krijgen is, maar waar je toch even diep over na wil denken. Want ik vroeg me deze week af hoe Premier Theresa May van Groot Brittannië nou zou slapen. SlapenLigt ze urenlang wakker, tobbend over hoe het nu verder moet..? Neemt ze voor het slapen gaan een slaapmutsje en dommelt ze dan in, terwijl de papieren waar ze in zat te kijken langzaam op het tapijt glijden…? Of denkt ze “nou we zullen wel zien waar het schip strandt”, kruipt ze gezellig onder het gebloemde dekbed en is ze in dromenland voordat er ook maar één nare gedachte is opgekomen…?
Ik zal het wel nooit weten en dat hoeft natuurlijk ook niet.
Maar ik vraag het me toch af 😉

Natuur in de stad

Het verwondert mij telkens weer dat planten zich eigenlijk weinig aantrekken van allerlei obstakels. Een stoep, stenen, rails of asfalt, het zijn allemaal hordes die ze (soms) met gemak nemen. Wij bouwen een dikke muur om het water regen te houden, maar hoe dik we het cement ook smeren, de planten weten altijd her of der een weg naar buiten te vinden. Zoals hier in Cambridge, waar een aantal planten volop groeiden in een dikke muur langs de rivier. Ik vraag me dan wel af waar ze hun voedsel vandaan halen…

Bewaren

Cambridge

Bloedheet was het, toen we Cambridge bezochten. We logeerden niet ver van een Park&Ride parkeerplaats. Maar door een misverstand kwamen we in de plaats Newmarket uit en moesten we een heel stuk terugrijden. We stonden ook nog in de file, niet voor auto’s maar voor een hele stoet paarden. Niet zo verwonderlijk, want Newmarket bestaat voornamelijk uit paarden, paardensport, races en alles wat daarmee samenhangt.
Maar uiteindelijk kwamen we toch in Cambridge aan. We vonden de stad wat bekakter dan Oxford. Er zijn hele mooie stukken, maar de sfeer leek anders. Duurdere winkels, deftig aangeklede dames en heren, veel zwarte pakken, jacquets en hoge hoeden in de portierloges van de Universiteit. Kortom, alles iets minder losjes. We hadden geen vast plan en liepen op goed geluk richting rivier. En daar was het in de schaduw onder de bomen echt heerlijk. Op de rivier probeerde een hele groep Nederlandse jongens en meisjes onder luid gejoel vooruit te komen met zo’n punter. Maar dat viel nog niet mee. Wij lieten ons punteren en genoten ontspannen van het uitzicht op de fraaie gebouwen en tuinen van de colleges. We maakten talloze foto’s, maar jammer genoeg kwam Leo op het eind van de dag tot de ontdekking dat hij zijn camera verloren was. Er zat een adreskaartje bij, dus hoopten we dat ie zou worden opgestuurd. Maar helaas, dat gebeurde niet.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Wales

De natuur in Wales was voor ons een openbaring. Zo groen, zo rustig, zo weids en met onnoemelijk veel schapen. Die witter zijn dan bij ons, maar dat zal wel door de schone lucht komen. Met kleine, pittoreske dorpjes, stoere huizen en gezellige pubs.
De dorpjes liggen nogal verspreid in het landschap en door de bochtige en smalle wegen kun je niet zo snel van de ene plaats naar de andere gaan. Er is nog stilte, al raast de wind soms langs je oren.
We gingen een dag naar Abergavenny. En ja, die dag zat dat liedje aldoor in mijn oren. Abergavenny is een leuk plaatsje. Er was een rommelmarkt, maar dat is in Groot Brittannië niet ongewoon. We keken er natuurlijk even rond, dronken koffie en gingen naar de kasteelruïne. Het was prachtig weer, dus picknickten we in het gras.
Onze standplaats was Dolgellau, waar we logeerden in een huis uit 1840. Romantisch begroeid met klimop en wingerd. De huiskat kwam regelmatig langs met een vers gevangen muis, zeer tot onsteltenis van de huisbazin.
We reden, via Machynlleth, Aberdovey en verder, langs de kust, naar Llangelinin en via een binnenweg terug naar Dolgellau.
De volgende dag reden we wat verder noordwaarts, naar Porthmadog en langs een riviertje met veel vissende mannen naar Beddgelert. (klik op een foto om te vergroten)

En toen, helaas zaten onze dagen in Wales er al weer op. Maar we komen vast nog wel eens terug. Er zijn al vage plannen… dus wie weet…

Oxford

Al lange tijd wilde ik naar Oxford toe. Oxford, de stad van de beroemde universiteit, van Alice in Wonderland, van Morse en Lewis en Hataway, de detectives. We gingen met de trein, vanaf het kleine stationnetje van Evesham. Natuurlijk is één dag niet genoeg. Maar ja, roeien met de riemen, want meer dan die dag hadden we niet.
Van te voren had ik een wandeling uitgezet, die ons langs de meeste colleges en gebouwen zou leiden. Dus stevenden we van af het station meteen richting centrum, liepen langs de Carfax Tower en bezochten de Covered Market. Een verzameling oude winkeltjes met veel eettentjes, maar ook slagerijen, hoeden- en bloemenwinkels.
Er werden veel anjers verkocht, want met een anjer kon je laten zien dat je geslaagd was en de kleur verraadt dan waarvoor. We zagen dan ook studenten met zo’n bloem op hun toga.
We liepen Saint Aldates Street in, waar het stadhuis staat en de hoofdingang van Christ Church College is. Het leek me vertrouwd na het lezen van Alice Lidell’s biografie, al liepen de toeristen hier heel anders gekleed dan de meisjes Lidell in hun tijd.
We wandelden over de Meadows en wilden naar Magdalen College. Helaas, de studenten zaten aan hun maaltijd dus…. sorry, no entrance. Het hek was en bleef dicht. Er zat niets anders op om terug te lopen en via de High Street onze wandeling te vervolgen. Onderweg lesten we onze dorst in een donkere pub. Leo met een pint of bitter, ik met eenzelfde hoeveelheid cider.
Het was best warm en onze tijd beperkt, dus bekeken we al die mooie gebouwen, zoals Radcliffe Camera en de Bodleian Library alleen van de buitenkant. Aan het eind van de middag liepen we onder de “Bridge of Sighs” door en kwamen we via allerlei steegjes bij de Turf Tavern, waar we bier en cider dronken maar ook aten. Leo koos voor worstjes en aardappelpuree met de onvermijdelijke groene erwten. Ik nam een burger, iets minder traditioneel.
Onze voeten begonnen te protesteren en via een grote boekenwinkel liepen we terug naar het station.
We hebben nog maar een klein deel van Oxford gezien en gaan er vast nog eens naar toe. Maar dan met meer tijd, zodat we op meer ons gemak van alles kunnen genieten en ook in de omgeving van Oxford kunnen wandelen.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Beleefd

Nederland is een land van verboden, regels en verordeningen. Wij zijn streng, heffen snel het vingertje en zetten soms zelfs het nummer van een wetsartikel op het verbodsbord.
Engelsen zijn een stuk vriendelijker. Oh ja, er zijn vast wel heel erge bromberen te vinden. Maar kijk nou op dit bordje. “wilt u a.u.b. hier geen fietsen neer zetten. Dank u”. En dan doet ook niemand dat. In de verste verte geen fiets te bekennen. Dat soort dingen vallen mij dan op. Ook hoe ze nog steeds keurig in een rij staan te wachten. En in de trein ergens anders gaan zitten, zodat jij met je man samen op één bank kunnen.

We gingen met de trein naar Oxford en ik was op een gereserveerde plaats gaan zitten. In een normale trein, dus ik verwachtte dat niet. Toen wat stations verder een man instapte en zijn plaats wilde innemen, stond ik uiteraard op. Maar hij kon nog ergens anders zitten, dus…. nee,nee , no problem. Ik was stomverbaasd, maar ook blij verrast.

Bewaren

Bewaren

Wifi, maar toch…

Britten zijn echt “quite different”.
In het hele land loopt iedereen, net als elders in de wereld, met een smartphone. In bijna elk B&B was wel wifi. Misschien niet altijd echt om over naar huis te schrijven maar toch. Een ouderwetse telefoon zal dus ook in Groot Brittannië wel totaal in onbruik geraakt zijn. Hier zijn inmiddels de cellen met een lantaarntje te zoeken. Maar als je denkt dat Engelsen dan meteen alle telefooncellen van de straat halen, dan heb je het toch mis.

Die laten ze gewoon staan. En als ik me niet vergis, kun je ze zelfs nog steeds gebruiken. Om te bellen, maar ook om een tekstbericht te sturen. Helemaal zeker ben ik daar niet van, maar die knalrode hokjes geven het straatbeeld wel een heel speciale sfeer.