Triest

Hoe onvoorspelbaar en wreed kan het gaan in het leven? Een Syrische man ontvlucht zijn land vanwege de onrust daar en hoopt op een rustig bestaan hier. Dan wordt hij zonder pardon doodgeschoten in Alphen aan de Rijn.

De tuinman en de dood
Een Perzisch Edelman:
Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: “Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!” –
Van middag (lang reeds was hij heengespoed)
Heb ik in ’t cederpark de Dood ontmoet.
“Waarom,” zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
“Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?”
Glimlachend antwoordt hij: “Geen dreiging was ’t,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen ‘k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk zag staan,
Die ‘k ’s avonds halen moest in Ispahaan.”
(P.N. van Eyck)

Grenspost

Grenspost

Flarden in visioen gedrenkte wolk reizen in cyclonen rond
Rothonden vermaken zich met zielen in hun kaken malen
Uit het holst van het moeras wellen ongenaakbare vocalen
Dat vervloekte ritme altijd van gerammel & geknor van lege magen

Bij de laatste grenspost (waar ze wisten dat ze onbestaanbaar waren)
staat de felbegeerde oud-gereformeerde Nazidame zich te schroeien
aan de roodroodgloeiende noverbermist; pooiers op trompet,
zwijgend groepsportret van singer-songwriters op bloesems en frambozen,
pose met een supersonisch voetbalmeisje in een elfmans-opklapbed

Ze zeiden dat het eigenlijk m’n moeder was
Ze spraken voetstoots af dat ze m’n dochter was
Jullie namen alles aan wat stom en jong en grijs en krom was
O! De grote monitoren, de oren, de motoren, spoorlozen,
al die overrijpe snoevers en vooral die niet te missen
show van honger en vergelding voor de ramen
De vermissing lijkt vooral op de bevrijding uit een ander ongewisse

Uit: Zwarte Gaten – Hans Verhagen
ISBN 9789038890609

Naar aanleiding van dit gedicht werd onder meer dit filmpje gemaakt:

En wie meer wil weten over de maker van het filmpje, klikt hier.

Sinterklaas

Zelfs een respectabele heilige als Sinterklaas moet met zijn tijd meegaan. Want een briefje schrijven doen kinderen niet meer, ze sturen liever een SMS-je:

Ik stuur de Sint een SMS’je
Ik stuur de Sint een SMS
Maar heeft de Sint wel een mobieltje
Heeft Sinterklaas wel een nul-zes
Wat zal de Sint geweldig blij zijn
Als ie mijn SMS’je ziet
En als de Sint geen GSM heeft
Stuur ik een mail aan Zwarte Piet

Ik heb een lange lijst gemaakt van allerhande dingen
Maar ik leg die lange lijst niet bij m’n schoen
En ik heb ook weinig zin om bij de schoorsteen te gaan zingen
Ik zou ’t wat moderner willen doen

Ik stuur de Sint een SMS’je
Ik stuur de Sint een SMS
Maar heeft de Sint wel een mobieltje
Heeft Sinterklaas wel een nul-zes
Wat zal de Sint geweldig blij zijn
Als ie mijn SMS’je ziet
En als de Sint geen GSM heeft
Stuur ik een mail aan Zwarte Piet
Ach, waarom niet
Als de Sint geen GSM heeft
Stuur ik een mail aan Zwarte Piet

tekst: Ivo de Wijs

Gedicht

Ik vond een tasje,  bedrukt met een gedicht van Jana Beranová:  Elke keer als ik tegen de lamp loop neem ik een stukje licht mee.

Een beetje googlen bracht me naar deze link:

Het filmpje is gemaakt door CityMediaRotterdam.

Haiku’s

Snuffelend op de boekenmarkt kwam ik een klein boekje tegen met allemaal Nederlandse haiku’s.

Deze van Yka Flijlink-Stienstra vond ik zo leuk:

Onverwacht bezoek –
bij het begroeten zegt hij:
“Oma, dit is Loes”

Mijn tiener-kleinzoon
pukkels, een beugel
en een vast vriendinnetje.

Soms, zomaar ineens
– ha oma – krijg ik een kus
en weg is hij weer.

Mijn kleinkind van zes
met haar wisselgebitje
lacht zondr gêne.

Voor het eerst in de trein
spreekt ze haar knuffelkonijn
geruststellend toe.

Ze kijkt me aan, zegt,
“Jammer oma, een gezicht
kan je niet strijken.”

Uiteraard heb ik gezocht of ik Yka kon traceren op internet. Er is inderdaad iets van haar gepubliceerd. Ik vrees echter dat ze inmiddels is overleden, omdat haar commentaar vermeldde dat ze “een oma van 80” was en dat was voor 1997. Maar haar haiku’s blijven onveranderd mooi!

Spelletje #5 (van wie is dit?)

spel_#4-V

spel_#4-A

Vorige week stond hier een detail van een mand. Ik had gedacht dat het heel herkenbaar was, maar het leverde slechts één goed antwoord op, van Tineke. Zij verdient daarmee 1 punt.

spel_#5-V

De zomer schiet met een baan van licht over de laan als door een raam dat open staat. De winter slaat het dicht.

Deze week heb ik een geheel andere opgave. Van wie zijn deze dichtregels?

Wie ook nog weet te melden waar je deze regels op de muur kunt lezen (straat en plaatsnaam) krijgt een bonuspunt.

Oplssingen uitsluitend per e-mail: knutzels@knutzels.nl


Gedichtendag 2010

Het is vandaag in Nederland en Vlaanderen GEDICHTENDAG.

Dit gedicht van Simon Vestdijk stond vorig jaar ook al op mijn oude blog:

Dijk bij avond

Een grenspaal op een klinkerband,

De zee verneveld naast het land.

Hard glibb’rig grauw, een dos van wier:

Bazalt in mijlen, kier na kier.

Ontel’bre vochtige ravijnen,

Waar binnendieren in verkwijnen.

De steenen huid ziek overtogen

Met ringen mos, die geel verdrogen.

Het gras in welf, wat daar nog weidt?

Iets wits en levends, schaap of geit?

Maar zelfs de stormbal geeft geen taal

Of teeken aan zijn klamme paal.

O kuststreek zonder slot of zin,

Gelijk aan ’t einde het begin,

Waar in een eeuw geen branding sloeg,

Stort in, verdwijn, het is genoeg.

Simon Vestdijk (1898-1971)