Opluchting

Ruim op tijd zaten Leo en ik gisteren in de wachtkamer het IJssellandziekenhuis. Gelukkig hoefden we niet lang te wachten tot we naar binnen mochten. En daar kwam de chirurg met een brede grijns op zijn gezicht de kamer in. Goedemorgen mevrouw……. En nog voor hij zat,  vertelde hij dat hij een gunstige uitslag kon melden. De weggehaalde tumor was gelukkig niet agressief. Ik krijg dus alleen nog bestralingen en hoef ik verder geen medicijnen te slikken. Er zijn geen woorden om te beschrijven hoe gelukkig ik op dat moment was.
Die bestralingen zijn nog even een dingetje en ik zal daar ook best nog wel last van krijgen, maar dat gaat over na een tijdje. Geen verdere medicijnen betekent vooral geen verdere bijwerkingen en dus geen zorgen meer.
De wereld ziet er ineens weer fleuriger uit!

Opluchting.jpg

Allemaal lieve wensen van familie, vrienden en vriendinnen. Hartverwarmend!

Mengelmoes

Een beetje bijpraten over afgelopen week. Dinsdags het nucleair onderzoek van de poortwachterklier. Het klinkt buitenaards, dat voelt ook voor mij zo. Raar idee dat er radioactiviteit ingespoten wordt, al is het maar een minimale hoeveelheid. Maar de radiologe was allerliefst, stelde me op mijn gemak (nou ja, voor zover je dat dan kunt zijn) en ik ging met Leo weer rustig huiswaarts.
Woensdag was het vroeg op, zonder koffie, thee of boterham. Nuchter moest ik zijn. Dat de operatie pas ver na de middag ging plaats vinden, deed daar niks aan af. En het leek wel of iedereen ineens over Paasbrunch, chocola en lekkere dingen wilde praten. Gelukkig, tijdens de narcose weet je van niks. En ’s avonds kreeg ik wel te eten. Donderdag kon ik gelukkig weer naar huis. Leo nam het huishouden over en de jongens kwamen. Het werd een gezellige avond.
Dat ik de volgende dag kookte, was een eigen(wijze) beslissing. Op de een of andere manier zou dat toch moeten kunnen, dacht ik. Dat kon ook, al heb ik weleens in een betere stemming gekookt. Maar er werden bloemen gebracht, van de Scrabbleclub, van de wandelclub en ook schoonzus en zwager namen bloemen mee.
Zaterdag dacht ik het verband wel weg te kunnen halen. Heel voorzichtig, stukje voor stukje losweken met baby-olie. Het ging prima. Maar wat een schrik toen ik na het douchen de wond langzaam open zag trekken. Paniek, er is geen ander woord voor. Druipnat stond ik in de badkamer. En ook nu weer redde Leo de zaak, door me voorzichtig af te drogen en te helpen. Maar het voelde beslist niet kosjer, dus gingen we naar de Spoed Eisende Hulp. Ook daar weer vriendelijke en vooral adequate hulp. Het leek allemaal erger dan het was. Dicht- en afgeplakt kon ik terug naar huis, waar ik vooral een beetje op de bank gehangen heb. En mooi de tijd vond om dat dikke e-boek binnen de termijn uit te lezen.

Weer thuis!

Na de eerste confrontatie zit je er tegen aan te hikken. Ondanks alle verzamelde moed, ondanks alle lieve wensen, het blijft een zenuwentijd, de tijd tussen diagnose en operatie.
Gelukkig heeft men daar in het IJssellandziekenhuis begrip voor.  Meteen werden afspraken gemaakt met chirurg en mammacare-verpleegkundige. En vorige week vrijdag, tijdens een gezellige lunch met Bettie in Delft ging mijn telefoon. Dinsdag stond een poortwachterklier-locatieonderzoek gepland  en woensdag diende ik me om 8 uur ’s morgens nuchter in het ziekenhuis te melden. Geen probleem, we wonen op ongeveer een kwartiertje rijden en kwamen dus ruimschoots op tijd.
weer-thuisDan begint het lange wachten. Eerst naar de echo voor een locatiebepaling en dan wachten tot je naar de OK gereden wordt. Dat liep een beetje uit, maar daar heb ik alle begrip voor. Van de hele operatie merk je niks, je bent in slaap voordat je ook maar gapen kunt. En dan word je met zachte hand weer wakker gemaakt. Het viel me ook nu weer mee. Nauwelijks pijn, geen misselijkheid. En ’s avonds had men voor mij zelfs al een lekkere maaltijd klaargemaakt. Geen klachten dus.
En toen ik gisteren van de arts hoorde dat ik diezelfde morgen al naar huis mocht, was ik helemaal in de gloria. Manlief gebeld, die me keurig op tijd kwam afhalen. En dan nog een dagje een beetje bijkomen. Onze jongens kwamen, Leo kookte heerlijk. Ik mocht wel een blogje tikken, maar “rustig aan hè!!” En dat deed ik, nog één dagje verplicht vakantie.
Maar vandaag gaan we als vanouds weer verder. Wat er nog meer op mijn pad ligt, dat horen jullie te zijner tijd.

Vooruit kijken!!

In deze dagen gaan mijn gedachten vaak terug naar mijn moeder. Zo’n gemakkelijk leven heeft die niet gehad. Jong haar moeder verloren, bittere armoe gekend, de oorlog, mijn vader met zijn manisch depressieve buien en zijn stijfkoppigheid. Toen alles een beetje op de rails leek te komen, kreeg ze mij. Mijn ouders hielden van me, maar echt welkom was ik niet. Mijn zus was al 18 en altijd enig kind geweest. Dan komt er ineens zo’n hummel bij. Als kind begreep ik in onwetendheid niet waarom ze me niet “teruggestuurd” hadden, maar later snapte ik heel goed de angst dat ze me niet groot zou zien worden. Gelukkig, dat kwam allemaal in orde en heeft ze ook kunnen genieten van haar twee kleinkinderen.
In november 1983, ze was toen 75, kreeg ze te horen dat ze borstkanker had. Naar bijna alle onderzoeken en afspraken ging ik met haar mee. Aan mijn vader en zus had ze niet zoveel. Die konden daar niet mee omgaan. Mijn moeder hield zich liever aan mij vast.
De dag dat ze geopereerd werd, gingen we ’s avonds naar haar toe. Ze was nog duf, lag te slapen met haar mond open, geen gebit in, bleek en grauw. “Hij is er af, hè?!” was het enige dat ze toen zei.
De volgende dag kwamen we op bezoek. En wat kan één dag verschil maken. Daar zat mama, gekamde haartjes, rouge op de wangen, gestifte lippen. Ze maakte grapjes, vroeg naar onze kinderen. Ze vrolijkte ons allemaal op. Wat een verschil met de vrouw naast haar, die hetzelfde had ondergaan. Tranen, droefheid, bedrukte gezichten, als er een grauwsluier rond haar bed hing. .
Mama vertelde later dat de vrouw niets anders deed dan huilen. Waarop mijn moeder zei: “Je kunt nog zeven emmers vol huilen, maar je krijgt er echt niks mee terug. Pak jezelf op. Kijk vooruit en probeer er het beste van te maken.” Dat deed ze zelf ook. En dat ga ik dus ook weer doen!

Eigen schuld….

Ziek zijn, beter worden. Dat is op dit moment natuurlijk het allerbelangrijkst.
Ik weet van mezelf dat ik een nogal praktische tante ben. Niet zeuren, niet huilen (nou ja, soms een beetje), maar aanpakken. Doen wat gedaan moet worden. Nou, daar ben ik dan ook druk mee bezig.
Toch is het vaak de buitenwereld die je de zaken ineens van een andere kant laat bekijken. Precies op de dag dat ik hoorde dat ik weer borstkanker heb, las ik een artikel waarin de journaliste de relatie tussen alcohol en die ziekte ter discussie stelde. Alsof je, door te drinken, schuld hebt aan je defecte lijf. Dat je dus beter had moeten weten. Wat een k.tverhaal! Vrouwen opladen met een schuldgevoel! Hou toch op!!
Ik weet het wel: alcohol kan een negatieve invloed hebben. Maar wat niet? Suiker, vet, zonlicht, luchtvervuiling, het kan allemaal bijdragen aan het ontstaan van allerlei enge kwalen, bij mannen en vrouwen. Het is dus niet eerlijk om alleen die alcohol de schuld te geven. Het is doodgewoon helemaal niet realistisch om de schuld bij één ding te gaan zoeken. Een combinatie van factoren heeft er toe geleid en ik vind dan ook de beste omschrijving: “domme pech“.
Want had ik iets kunnen doen aan de genetische kwaliteit van mijn moeder, vader?
Hadden mijn ouders mij ander eten, vooral biologisch en onbespoten, moeten geven?
Had ik kunnen weten dat mollig niet gezond was?
Had ik de eerste ongesteldheid kunnen uitstellen, de overgang kunnen vervroegen?
Had ik toch mijn baby moeten dwingen om borstvoeding te drinken?
Had ik als kind kunnen protesteren tegen veelvuldige onderzoeken met, toen nog bovenmatige, Röntgenstraling? Dan was ik misschien wel als kleuter gestorven aan TBC en had ik inderdaad nooit borstkanker gehad.

Overmatig alcoholgebruik kan beslist niet goed zijn, dat moge duidelijk zijn. Maar moeten we nu voortaan zo gaan leven dat we alleen maar geitenharenwollensokkenmelk drinken en smakeloze sompige schotels tot ons nemen? Geen wijntje, geen biertje, geen glaasje bubbels op Oudejaarsavond? En als je dan toch nog een keertje ernstig ziek wordt? Nee,  leven is geven en nemen, zon en schaduw, vreugde en verdriet. En helaas, soms ook ziek zijn en (hopelijk) beter worden.
Dus ik neem gewoon zo nu en dan een glaasje wijn. Proost, L’chaim!

Fijne winkel

Als opmaat voor wat er straks komen gaat, kocht ik gisteren een paar sportbeha’s. Na de borstkanker operatie zal ik die een tijd lang 24 uur per dag aan moeten houden om het weefsel wat support te geven. Tien jaar geleden kocht ik mijn lingerie bij ons in het winkelcentrum. Toen die speciaalzaak daar weg was, probeerde ik een aantal winkels van grote lingerieketens. Dat was geen succes. Ik kan wel zeggen dat ik een “behoorlijke bos hout voor de deur heb”. Dus moet ik een BH met voldoende steun en die zijn meestal met een beugel. Maar na de bestralingen in 2008 verdraag ik dat niet meer. Die ketens verkopen vooral luchtige en kanten modelletjes. En de kittige kirrende verkoopsters willen je die dan ook aansmeren. Mooi, leuk, maar voor mij volstrekt ongeschikt en ondraagbaar.
Gelukkige vond Leo op internet voor mij “Van der Linde Lingerie” in Bleiswijk. Daar vond ik al een tijd geleden mooi en zelfs wat “sexy” ondergoed in mijn maat en word ik altijd fijn geholpen. Dus toog ik daar naar toe om die sportbeha’s te scoren.
En wat is het dan een zegen om een vriendelijke, klantgerichte vakvrouw tegenover je te hebben. Ze wist precies wat ik zocht, dacht even mee over de opties en kwam met een aantal comfortabele modellen aan. Ze controleerde alles nog een keer en verstelde de bandjes op de juiste maat. Nu ben ik straks netjes en goed voorbereid.
Er zijn ongetwijfeld meerdere speciaalzaken in deze branche, maar deze is voor mij echt TOP!!

Rauw op mijn dak…!

Rauw-op-het-dakWekenlang al stond de tweejaarlijkse controle voor de Mammacare en de bijbehorende mammografie in de agenda. Routine, toch? Ik was dan ook heel verbaasd dat ik niet meteen naar huis mocht gaan, maar ook nog een echo moest laten maken. Maar al snel werd me duidelijk dat het helemaal niet zo routinematig was. Er was iets gevonden… En niet in de al behandelde borst, maar nu in de andere.
Ik ben niet zo’n pessimist, maar ik voelde meteen dat dit niet goed zat. En ja hoor, bingo! Gisteren vertelde de chirurg me dat ik weer geopereerd moet worden. Binnen nu en zo’n paar weken lig ik in het ziekenhuis. Afspraken zijn al gemaakt, dingen geregeld.

En dan komt het hele circus op gang. Kinderen, schoonzus en zwager bellen, appen naar vrienden en vriendinnen. Er ligt een notitieblok onder handbereik, zodat ik niks vergeten zal. Er moeten zaken uitgezocht en nagekeken worden. Nog van alles te doen tussen nu en straks. Zo nu en dan zal ik wel iets laten horen, maar soms zal er geen blog zijn of een heel klein voorgebakken blogje. We zien wel!

Onvermijdelijk

 

 

 

Oktober is borstkankermaand. Mijn bijdrage ditmaal een poster, die ik tijdens onze reis naar Japan in 2009 ergens in een trappenhuis van een warenhuis ontdekte.

Niet van die enge plaatjes, maar vrolijke tekeningen. Die wel weer heel duidelijk laten zien wat je moet doen. Alleen begreep ik niet waarom die poster daar nou hing. Ga je echt even rustig kijken? Maar mijn kennis van het Japans is nihil. Misschien staat er wel gewoon een verwijzing naar een kliniek in gebouw.Ik vond het in ieder geval een foto waard!

 

 

Punt erachter!

Gisteren was de laatste controle bij de internist. Na ruim 5 jaar ben ik klaar met de onderzoeken en controles en hoef ik niet meer terug te komen. Punt, uit!

Ik hoef hier niet uit te leggen dat het voor mij (en voor Leo) een hele opluchting was. Borstkanker betekent niet alleen operatie, bestraling, ziek zijn. Het graaft zich in je leven in. Lange tijd was het prominent aanwezig, al probeerde ik dat voor de buitenwereld te verbergen. Mettertijd slijten ook veel scherpe kantjes af, maar toch. Hoe goed ik me ook voelde, bloednerveus was ik bij elk onderzoek. Angst laat zich niet ompraten of wegstoppen! 

Maar het levert niet alleen negatieve gevoelens op. Het goede eraan is dat je alle normale en dagelijkse dingen veel meer gaat waarderen. Dat je keer op keer zaken móet en kúnt relativeren. Dat niet alles hoeft. Dan doe je maar wat minder en bijna perfect is ook nog goed.

 

En vooral ook heb ik geleerd dat ik sterk ben. Niet bij de pakken neer gaan zitten, maar met frisse moed er tegenaan. Want je leeft nu en dat leven is de moeite waard.

Jammer, dat er gisteren niemand achter me liep en zag hoe ik een klein vreugdesprongetje maakte 😉

Opgelucht

Opgelucht stapte ik vorige week het ziekenhuis weer uit, na een jaarlijkse mammografie en controle. “Alles prima in orde en… u hoeft eigenlijk niet meer terug te komen. Vanaf nu kunt u weer meedoen aan het tweejaarlijks borstkankeronderzoek”, vertelde de chirurg me.
Dat is waarschijnlijk de normale procedure. Toch voelt het voor mezelf beter als ik elk jaar zo’n borstfoto laat maken. Gelukkig kan dat.
Maar voorlopig ben ik er voor de eerste 12 maanden weer van af!
Volgend jaar kom ik ter controle bij de mammacare-verpleegkundige. De chirurg nam afscheid van met “nou, tot over 5 jaar dan maar weer”.
Afgelopen maandag was er nog de controle van de oncoloog. En die vertelde me dat ik kan stoppen met de hormoontabletten. Gelukkig, want die voorkomen waarschijnlijk veel, maar hebben ook nogal vervelende bijverschijnselen.
Dus hebben we ’s avonds maar een lekker glaasje gedronken op zo’n goeie afloop!