Meer dan 1900 robes had koningin Elisabeth I. En niks is er bewaard gebleven….. of toch wel?
In een klein kerkje in Bacton (UK) hing een geborduurd doek. Het was ingelijst en men dacht dat het gebruikt was als altaardoek. Maar het is waarschijnlijk een deel van een japon van koningin Elisabeth I.
Het doek is uit de lijst gehaald en zeer behoedzaam onderzocht en geconserveerd.
Gelukkig hing de lijst niet in het felle licht en bleef de verkleuring binnen de perken. En bij onderzoek bleek dat de stof gevoerd was, zodat na al die eeuwen alle fraaie en kostbare kleuren weer aan het licht kwamen en de schitterende borduursels zichtbaar werden.
In het Fries museum ontdekte ik deze stoel. Qua model kwam het een beetje ouderwets op mij over en dat klopte ook. Want in de Hindelooper kamer stond net zo’n stoel, maar dan van donker hout en met een rieten zitting.
Nu bestond de zitting uit dikke (wollen?) draden in een zachte roze/grijze kleur en was een deel van de stoel wit geverfd. En zo werd het meteen een stoel die zou passen in elk interieur. Hij oogde helemaal niet hard of ongemakkelijk.
De klaptafel erachter is ook gebaseerd op een Hindelooper tafel. Maar nu zijn de patronen niet geschilderd maar zijn ze ontstaan door metaal, dat tannine uit het eikenhout trekt.
Thuis zocht ik wat verder en kwam ik tot de ontdekking dat deze stoelen zijn ontworpen door Christien Meindertsma. Ik vind ze prachtig en dat ze er ook in nog veel andere kleuren zijn, maakt het nog mooier.
Even na kerst schreef ik over het Museum Bisdom van Vliet in Haastrecht. Wij waren er toen voor de prachtig gedekte tafel, maar namen meteen een wat uitgebreidere kijk in de rest van het huis.
En dat is ook zeer de moeite waard. Want de laatste bewoonster, mevrouw Pauline de Monchy-Bisdom van Vliet was een echte verzamelaar. Niet alleen van porselein en aardewerk, maar het hele huis ademt de sfeer nog van toen met prachtige tapijten, meubels, gordijnen, speeldozen. Te veel om op te noemen, er is zelfs een kamer vol met kostuums en japonnen uit die tijd.
In elke kamer is een vrijwilliger aanwezig die uitleg geeft, soms een speeldoos laat spelen of de klok laat slaan.
Nu is het museum weer geopend: vanaf zaterdag 4 februari 2023 is het op zaterdagen en zondagen te bezichtigen van 11.00 tot 17.00 uur. Vanaf april is het museum ook doordeweeks weer geopend.
Thuis dekken we altijd wel de tafel, maar een beetje op een houtje touwtje manier. Behalve met kerst, dan doen we het “op chic”.
Dat lijkt in de verste verte niet op de manier waarop deze tafel is gedekt. Deze rijke tafel stond klaar om de bezoekers te ontvangen tot en met 23 december in het museum Bisdom van Vliet te Haastrecht.
Het huis is een pareltje en de collectie, die mevrouw Pauline Bisdom van Vliet bijeen wist te verzamelen, is een bezoek meer dan waard. Meubels, turfkisten, kachels, porselein, stoelen, tafels, tapijten, alles is er nog te bezichtigen. Het huis ademt de sfeer van de bewoonster, die in 1923 overleed.
Vele vrijwilligers geven uitleg over wat er allemaal staat. Je kunt er vrij rondlopen en kamer voor kamer bekijken. Bij droog weer is het ook heerlijk wandelen in de fraai onderhouden tuin.
Er is parkeergelegenheid in de nabijheid van het museum en een bezoekje aan Haastrecht en omgeving is meer dan de moeite waard.
Wij waren er nog kort voor dat het museum weer voor enkele weken gesloten werd. Maar vanaf zaterdag 4 februari 2023 is het op zaterdagen en zondagen geopend van 11.00 tot 17.00 uur. Vanaf april is het museum ook doordeweeks weer geopend. Binnenkort kom ik hierop dus nog een keer terug.
Meteen toen ik de aankondiging van de tentoonstelling over Alphonse Mucha in Den Haag zag, wist ik dat die beslist zou moeten zien. Het duurde even, maar uiteindelijk gingen Leo er ik er dan toch heen. En toen viel het gewoon tegen.
Misschien had ik me er te veel van voorgesteld, misschien waren we nog niet helemaal terug in de “tentoonstellingsmood” na al die maanden van niet kunnen of mogen. Wie zal het zeggen?
Maar wie toch nog eens met eigen ogen wil zien, Alphonse Mucha is nog te zien tot en met 28 augustus 2022 in het Kunstmuseum in Den Haag.
Emie blogde er over en op meerdere blogs had ik al iets gelezen over de tentoonstellingen die georganiseerd worden met werken van Jeanne Bieruma Oosting. Ik had al wel over haar gehoord, maar kende het werk niet. En dat was jammer, want ze maakte vele en mooie schilderijen, tekeningen, grafiek.
Wij bezochten de kleine maar fijne tentoonstelling in het museum in Maassluis. Schilderijen van uitzichten van haar raam met frisse en zachte kleuren en een sfeer van huiselijkheid, knus en gezellig. Geen opschik, geen tierelantijnen. Gewoon momenten van “klein geluk”, zoals we bij de uitleg lazen. Maar juist dat klein geluk is vrijwel altijd om ons heen. Je moet het wel herkennen en er van genieten.
Ook waren er tekeningen te zien. Soms klein, in een boekje van kevers en andere insecten, eikenblaadjes. Alles heel gedetailleerd en zuiver.
Jeanne tekende ook de omgeving waar ze in verkeerde. En doordat ze nogal veel reisde in haar leven, waren er scenes uit Nederland, maar ook uit Moskou of Marokko, trefzeker op papier gezet.
Leo en ik vonden het een heerlijke tentoonstelling. Nu bekijken we of we de andere tentoonstellingen o.a in Zutphen, Heerenveen of Fochteloo kunnen bezoeken. Het is intussen wel weer tijd voor een treinreisje…!
Al eerder waren we in Veenhuizen, waar in vroeger tijd landlopers en paupers woonden en te werk werden gesteld. Maar dat was in de C-tijd en konden we het museum niet in.
Nu dat weer wel kon, hebben we niet geaarzeld om een bezoek te plannen. Veenhuizen is sowieso een mooie plek om naar toe te gaan. Het ademt een heel speciale sfeer en je kunt er heerlijk wandelen.
Maar dit keer kwamen we speciaal voor het “Tweede Gesticht” waar het gevangenismuseum is gehuisvest.
Al bij binnenkomst kreeg ik meteen al een soort van claustrofobisch gevoel. De sluis gaat dicht achter je en voor je gaat hij nog niet open. Eerst een film over hoe in vroeger tijd misdaad beoordeeld, veroordeeld en gestraft werd. Toen was stelen een veel ernstiger vergrijp en kon je diefstal met de dood bekopen.
Dat diefstal het enige alternatief was, omdat geen werk, geen geld, geen sociaal opvangnet ook geen enkele mogelijkheid bood om aan eten te komen, dat ontging de rechterlijke macht. Gelukkig was niet elke rechter even hardvochtig, maar dat ze strenger waren dan we nu zien, dat staat buiten kijf.
Erg weekhartig moest je als slachtoffer ook niet zijn. We keken in slaapkooien, waar het woord comfort niet op van toepassing was. We zagen ketenen en lazen over regels die toen golden. Het was een hard, heel hard leven daar in Veenhuizen.
We kregen ook een “rode pannen”rondleiding in locatie Esserheem, die voor heel zware criminelen gebruikt werd. De rondleidster vertelde hoe het aan toe gaat bij aankomst van gedetineerden.
We mochten de isolatiecel bekijken en ik vroeg me af hoe het zou zijn om daar in totale afzondering te moeten zitten. Mij benauwde het al met een groep en de deur nog open.
In ieder geval was ik blij weer naar buiten te kunnen en te genieten van een wandeling in alle rust en vrijheid.
In ons gezin werd gespaard. Met dubbeltjes, stuivers, in busjes en potjes. En na verloop van tijd werden die potjes geleegd, geteld, rolletjes gemaakt en bij slager of kruidenier omgewisseld voor “groot” geld.
Natuurlijk spaarde ik ook op school. Met een kleine bruine envelop, waarin elke week een muntje ging. Voor het schoolreisje, maar ik dacht ook dat er geld op een rekening werd gezet.
En ik had een eigen spaarpot, van de Spaarbank te Rotterdam. Die kon alleen open met een speciale sleutel die ik vanzelfsprekend niet had. Daarvoor moest ik naar de bank. Het bedrag wat er in de spaarpot zat, werd op mijn spaarbankboekje gezet.
In het Streekmuseum Jan Anderson in Vlaardingen bekeken we naast de eigen collectie ook een verzameling spaarpotten. Die groene spaarpot van toen stond er ook. Maar daar vergat ik een foto van te nemen.
Wel fotografeerde ik deze spaarmogelijkheid. Een voorloper van de “automatische bijschrijving”. Je kreeg als rekeninghouder een kaart. Die kaart stopte je in de gleuf, wierp een dubbeltje in het gleufje boven en draaide aan de slinger rechts. Dan werd het dubbeltje op je kaart bijgeschreven.
Handig toch? Konden je ouders meteen controleren of je dat dubbeltje niet aan snoep had uitgegeven 😉