De Wieger

In Deurne was Hendrik Wiegersma een bekend figuur. Hij was arts, maakte zelf zijn medicijnen en was ook een begenadigd kunstenaar. Een man, zoals de vrouw in het museum zei, binnenkwam en niet omver te lopen was. Dat kon je ook wel opmaken uit de film die in het museum gedraaid werd.

Hendrik begon pas laat met schilderen en maakte kennis met diverse kunstenaars die ook regelmatig in zijn huis op bezoek kwamen en bleven logeren.

Het huis “De Wieger” is nu een museum, waar regelmatig wisselende tentoonstellingen worden gehouden.

Wij waren er vorige week vrijdag en zagen schilderijen en tekeningen van Hendrik Wiegersma. Daarnaast was er ook een tentoonstelling van Gerrit van Bakel en tijdgenoten en van Gerrit’s zoon Michel van Bakel.

Het huis op zich is ook beslist het bekijken waard. Kleine musea zoals deze moeten gekoesterd worden, want juist daar ontdek je soms zulke mooie pareltjes.

Inspiratie

Ik denk dat er weinig mensen zijn die het lied “Het tuinpad van mijn vader” niet kennen. Maar wie weet waar de tekstdichter -Friso Wiegersma- zijn inspiratie vandaan haalde?

Dat ontdekten we vorige week, toen we in Deurne waren. Daar staat het huis van Friso’s ouders. Het huis heet De Wieger en is sinds lange tijd een museum. Daar over vertel ik later.

Destijds behoorde bij het huis een enorme tuin, waar de kinderen Wiegersma heerlijk konden spelen en waar Friso later zo prachtig over zou dichten.

Zijn levenspartner Wim Sonneveld vertolkte het en maakte het tot een evergreen.

De tuin is inmiddels al lang niet meer zo groot, maar de hoge bomen staan er nog. We liepen het verkorte “Tuinpad van mijn vader”. Het is nog steeds een inspirerende omgeving.

Nog een museum

Na even zoeken in een nat Harderwijk kwamen we aan bij het Marius van Dokkum museum.

Marius van Dokkum is de enige nog levende schilder met een eigen museum. En daar is niet alleen heel veel werk van hem tentoongesteld, maar kun je als je geluk hebt, hem ook aan het werk zien. Velen zullen zijn schilderijen wel kennen, want er zijn al langer diverse kaarten van te koop.

Wij moesten het doen met een film, maar ook die gaf een mooi beeld van de kunstenaar. Hij haalt zijn ideeën uit het dagelijks leven, maar ook uit zijn vrijwilligerswerk waar mensen graag voor hem poseren. Hij legt dan in snelle houtskool of conté streken hun portret vast. En misschien later zien zij zichzelf terug in een heel andere situatie. Altijd geschilderd met veel humor, met een knipoog naar de dagelijkse werkelijkheid.

Natuurlijk was er ook vroeg werk te zien. Schilderijen met fijntjes en nauwkeurig geschilderde onderwerpen, die een beetje deden denken aan Jopie Huisman of Henk Helmantel. Maar zijn faam begon pas nadat er kaarten van zijn humoristische werken te koop waren.

Ook in dit museum, dat is gevestigd in een oud gebouw van de Universiteit, was het weer veel klimmen. Maar er is een lift, dus dat was onze eigen beslissing. Het was zeer de moeite waard.

Puzzelen

Legpuzzels leggen is sinds de C-tijd een geliefde bezigheid. Maar de wandelvriendinnen Jeanne en Marianne deden dat al veel langer. En dan hebben ze ook nog een favoriet puzzelgenre, namelijk de puzzels van Jan van Haasteren.

Geen wonder dat ze graag naar Harderwijk wilden om daar de tentoonstelling van deze puzzeltekenaar in het Stadsmuseum te zien. Dus gingen vier wandelvriendinnen afgelopen zaterdag al vroeg op pad, want Harderwijk is best een tijdje treinen.

In het Stadsmuseum dronken we eerst een lekker kopje koffie en daarna liepen we naar de bovenste verdieping om de tentoonstelling te zien.

Leuk om te kijken naar al die tekeningen met honderden mensen in allerlei komische of tragi-komische situaties. Natuurlijk herkenden de doorgewinterde puzzelaars meteen om welke puzzel het ging.

Maar ook wie niet zo bekend is met het werk van Jan van Haasteren kan er toch veel plezier beleven. Niet alleen puzzels, maar ook andere tekeningen en vroeger werk van zijn hand was te bekijken. Natuurlijk kon je ook puzzels leggen en kopen.

Nog even een kijkje in de andere zalen van het museum, met geschiedenis van Harderwijk en omstreken en toen was het tijd voor de lunch en een bezoek aan nog een museum. Want de tentoonstelling van Jan van Haasteren is eigenlijk een cadeautje van zijn vriend Marius van Dokkum, ook een schilder/tekenaar.

Maar zijn museum en zijn werk komt morgen aan de beurt.

Knippen

Leo had op internet info gevonden over het Papierknipmuseum in Westerbork. Het leek hem net iets voor mij en gelijk had hij.

Het museum is niet groot en draait geheel op vrijwilligers. Maar wie van dit soort priegelwerk houdt, is er aan het juiste adres. Wij vonden het absoluut de moeite waard.

In twee zalen worden knipsels van vroeger en nu getoond. We kennen allemaal wel de geknipte silhouetten uit diverse boeken en soms zie je ook wel eens knipsels uit een vervlogen tijd. Toen de mensen geen afleiding van TV, radio of telefoon hadden en hun tijd op een andere manier besteed hebben. Er zitten ware kunstwerken tussen, die niet in een paar verloren uurtjes gemaakt zijn.

Maar ook moderne knipsels kun je er zien en die zijn beslist de moeite waard. Het is niet alleen de handigheid en het gepriegel dat waardering oogst, het is ook de artistieke waarde van sommige kunstwerken.

Alle werken zijn voorzien van de naam van de maker (voor zover bekend) en bij sommige is een uitleg van de kunstenaar zelf.

Er zaten ook wat dames te knippen en toen gevraagd werd of ik ook wat wilde maken, kon ik geen nee zeggen. Ik kreeg wat tips en met een fijn schaartje lukte het me een uil te knippen.

Zou het een begin van een nieuwe hobby zijn….?

Oude tijden

Griemmank schreef al eens over openluchtmuseum De Spitkeet. Het leek ons wel wat en zouden we daar in de buurt zijn, dan gingen we er beslist heen. Dus reden we vorige week vanaf ons hotel in Drenthe naar Harkema.

We boften, want het was heerlijk weer. Eert liepen we door de boomgaard, waar allerlei “ouderwetse” hoogstam fruitbomen staan. Daarna beken we de diverse huisjes en zo konden we zien hoe in de 19e en vroeg 20e eeuw in Friesland, Groningen en Drenthe mensen gewoond hadden. Van plaggenhut tot woningwetwoning konden we bekijken.

Ongelofelijk dat men dat toendertijd voor bewoning toelaatbaar vond. Armoe troef. Wat een verschil met de eisen die men tegenwoordig aan een huis stelt.

In de plaggenhut (een spitkeet) bestond de vloer uit leem, er was geen stromend water, geen toilet. Men sliep in een soort van bedstee en vaak moesten de kinderen op de grond slapen. Een buitenplee, een teiltje om je te wassen, dat was al heel wat.

Allengs zag je hoe het langzaamaan beter werd, al kunnen wij ons nog maar moeilijk voorstellen dat men er tevreden mee kon zijn.

Wij volgden rondwandeling uit de folder van het museum en bekeken aan het eind een film/documentaire over hoe het toen was. Kijk even op de museumsite wanneer er wat te doen is, want gedurende de winter is het museum niet altijd open.

In het museumcafé aten en dronken we nog wat, waarna we weer richting hotel gingen. En we zeiden tegen elkaar “wat hebben we het toch goed”. Want naar die tijd wil niemand toch meer terug…?

Dikke dames

Bron: Google foto’s

In 1975 werkte ik nog in Museum Boymans -van Beuningen en hielp ik mee bij het organiseren van de tentoonstelling van Fernando Botero.

Hoe die tentoonstelling er uit zag, weet ik niet meer, maar ik herinner me de werken van Botero nog goed. Het waren stuk voor stuk vrolijk aandoende schilderijen. De vrouwen en mannen waren bijna allemaal dikke mensen. Het deed een beetje vreemd aan in die tijd, want toen was slank, liefst superslank, de trend. Obesitas was nog een uitzondering.

Botero had als levensmotto “Vier het leven” en dat deden de mensen op zijn schilderijen duidelijk ook.

Later maakte hij ook beeldhouwwerken, die eveneens robuuste figuren zijn. Toch heeft hij niet alleen de vrolijke kant van het leven belicht. Hij maakte werken die een aanklacht waren tegen de oorlogsellende. Botero overleed op 15 september 2023.

Jurk

In 2010 werd voor de kust van Texel door hobby duikers een 17e eeuws vrachtschip ontdekt. Toen in 2014 de duikers ontdekten dat het schip gedeeltelijk vrij was gespoeld, hebben ze het onderzocht en dingen naar boven weten te halen. Ze vonden onder andere palmhout en noemden het schip derhalve “Het palmhoutwrak”

Bron: Google fotos / Museum Kaap Skill, Texel

Het bleek een schatkamer te zijn. Er werden een heleboel prachtige voorwerpen opgehaald, maar het mooist was een jurk. Een (bijna) complete jurk van gouden zijde. Van wie was die jurk, hoe kwam zo’n fraaie en dure japon aan boord van dat schip? Wie waren er allemaal aan boord en waarom vervoerde het schip ook zo veel boeken?

De duikers weten niet goed wat met de jurk aan te vangen. Ze spoelen hem schoon en hangen hem op. Maar als de directrice van het Texelse museum Kaap Skill op bezoek komt, realiseert ze zich dat er nu wel een groot probleem is. Want je mag niet zomaar iets uit zee opvissen. Dat moet gemeld, anders valt het onder diefstal.

En hoe moet je verder met zo’n jurk. Nat kan het niet blijven, maar drogen brengt risico’s met zich mee. En omdat het zo’n kostbare en bijzondere jurk is, beginnen allerlei instanties, waaronder musea, zich te roeren. Die willen zo’n object wel onderzoeken, conserveren en dan in hun eigen collectie hebben.

Twee jaar lang werd er gesteggeld, overlegd en onderzocht. De duikers beseffen wel dat alles wat ze in dit wrak gevonden hebben, nu aan de staat en het publiek bezit behoort. Het valt hen zwaar om er afstand van te doen. Zoiets bijzonders vinden gebeurt maar één keer in je leven. En ze hebben toch geen misdaad begaan, handelden uit goede wil.

Moeten ze dat nu allemaal uit handen geven? Ja, daar zit niks anders op. Maar er wordt beloofd dat alles weer terug zal komen naar Texel en tentoongesteld zal worden in Museum Kaap Skill. Uiteindelijk worden alle voorwerpen nauwkeurig onderzocht, er wordt gezorgd voor de juiste vitrines en een (semi) permanente tentoonstelling wordt opgesteld.

Dat alles was te zien in de 3-delige TV-serie “De jurk en het scheepswrak” die ik met heel veel belangstelling volgde. En natuurlijk ook luisterde naar de 5-delige podcast, waarin gezocht wordt naar verhalen die kunnen leiden naar de oorsprong van de jurk.

En nou wil ik vanzelfsprekend ook weer een keer naar Texel. Zelf zien hoe die jurk er uit ziet en wat er nog meer uit dat palmhoutwrak is opgedoken.

Afrika

In het Museum van de vrouw in Echt bekeken we ook nog de tentoonstelling Afrika in beeld.

In diverse vitrines stonden beelden, beeldjes, poppen en andere voorwerpen die belangrijk zijn in het leven van een Afrikaanse vrouw. Zo zijn poppen heel belangrijk in de opvoeding van meisjes. Met de poppen kunnen wij hun gevoelens uiten en boodschappen overbrengen. Sommige poppen waren primitief, andere hadden zoveel details en je kon er dan ook heel veel in herkennen.

Ook zwanger zijn wordt vaak nog verteld via een beeld. En wie kent niet de mooie van kralen geweven kettingen en andere sieraden waarmee hele verhalen verteld kunnen worden.

In onze cultuur bekijken we beelden vaak met andere ogen.

Dit beeldje van een vrouw die haar borsten aanraakt, is helemaal geen erotisch beeld. Het verwijst naar de moeder als degene die zorgt voor het gezin en de clan en daarmee ook de natie in stand houdt.

Echt

We waren in Echt, ja echt! En wel in het Museum van de vrouw, dat gevestigd is in het oude stadhuis in het centrum van Echt.

Beneden wordt in de Wonderkamer aandacht besteed aan de geschiedenis van Echt. In diverse vitrines staan voorwerpen, kleding of handwerken die betrekking hebben op wat er in de geschiedenis in Echt gebeurde.

Op de eerste verdieping loopt nog tot en met 10 april 2023 de tentoonstelling Et Dieu créa la femme, waarin Limburgse kunstenaars hun “muze” hebben verbeeld.

Het Museum van de vrouw is het zeker waard om bezocht te worden. Want we bezochten ook nog de tentoonstelling Afrika in beeld. Daarover vertel ik binnenkort.