Waarom?

Bron: Google foto’s

Allerlei dingen kunnen tegenwoordig niet meer. Dingen die we vroeger gewoon noemden, hebben tegenwoordig een soort van smet. En moeten dus hernoemd worden. Maar dan blijft het toch gewoon wat het is.

Nu las ik weer dat allerlei Amerikaanse (maar blijkbaar ook elders in de wereld) vogels een andere naam moeten krijgen. Want de man of vrouw waarna ze genoemd zijn, heeft een slavernij verleden, had ouders met slaven of was op een of andere manier in de geschiedenis niet helemaal smetvrij.

Waarom wil men toch de geschiedenis herschrijven? Wat toen normaal was, is heden ten dagen fout. Maar veranderen kunnen we het niet. De mensen die geleden hebben onder de slavernij, die gedood werden in welke oorlog dan ook, hebben niks aan onze vernieuwingsdrang.

En wat zal de maatschappij over 80 of 100 jaar te zeggen hebben over deze tijd? Moeten dan ook weer allerlei dingen opnieuw “bijgesteld” worden?

Gedane zaken nemen geen keer. Nu goed kijken wat er toen fout was en het in deze tijd beter doen, lijkt me veel verstandiger.

Boek

Nooit geweten dat er zoveel (kinder)boeken waren die in Rotterdam spelen.

Tientallen zag ik er in dit boek voorbij komen. Leuk om zo het en der wat te lezen, de omslagen te bekijken en soms je te verwonderen over het wel wat slappe verhaaltje, de ouderwetse zinnen.

Een beetje nostalgie, wat detectives of zoete meisjes boeken. Niet alle beschrijvingen heb ik gelezen, maar een paar wel. Natuurlijk Pietje Bell, wat meisjesboeken en detectives.

Geen boek om stug in door te lezen, meer een leuk naslagwerk. Voor Rotterdammers vooral.

Maar leuk dat een wat uit de hand gelopen project toch een heel boek opgeleverd heeft.

Knippen

Leo had op internet info gevonden over het Papierknipmuseum in Westerbork. Het leek hem net iets voor mij en gelijk had hij.

Het museum is niet groot en draait geheel op vrijwilligers. Maar wie van dit soort priegelwerk houdt, is er aan het juiste adres. Wij vonden het absoluut de moeite waard.

In twee zalen worden knipsels van vroeger en nu getoond. We kennen allemaal wel de geknipte silhouetten uit diverse boeken en soms zie je ook wel eens knipsels uit een vervlogen tijd. Toen de mensen geen afleiding van TV, radio of telefoon hadden en hun tijd op een andere manier besteed hebben. Er zitten ware kunstwerken tussen, die niet in een paar verloren uurtjes gemaakt zijn.

Maar ook moderne knipsels kun je er zien en die zijn beslist de moeite waard. Het is niet alleen de handigheid en het gepriegel dat waardering oogst, het is ook de artistieke waarde van sommige kunstwerken.

Alle werken zijn voorzien van de naam van de maker (voor zover bekend) en bij sommige is een uitleg van de kunstenaar zelf.

Er zaten ook wat dames te knippen en toen gevraagd werd of ik ook wat wilde maken, kon ik geen nee zeggen. Ik kreeg wat tips en met een fijn schaartje lukte het me een uil te knippen.

Zou het een begin van een nieuwe hobby zijn….?

Oude tijden

Griemmank schreef al eens over openluchtmuseum De Spitkeet. Het leek ons wel wat en zouden we daar in de buurt zijn, dan gingen we er beslist heen. Dus reden we vorige week vanaf ons hotel in Drenthe naar Harkema.

We boften, want het was heerlijk weer. Eert liepen we door de boomgaard, waar allerlei “ouderwetse” hoogstam fruitbomen staan. Daarna beken we de diverse huisjes en zo konden we zien hoe in de 19e en vroeg 20e eeuw in Friesland, Groningen en Drenthe mensen gewoond hadden. Van plaggenhut tot woningwetwoning konden we bekijken.

Ongelofelijk dat men dat toendertijd voor bewoning toelaatbaar vond. Armoe troef. Wat een verschil met de eisen die men tegenwoordig aan een huis stelt.

In de plaggenhut (een spitkeet) bestond de vloer uit leem, er was geen stromend water, geen toilet. Men sliep in een soort van bedstee en vaak moesten de kinderen op de grond slapen. Een buitenplee, een teiltje om je te wassen, dat was al heel wat.

Allengs zag je hoe het langzaamaan beter werd, al kunnen wij ons nog maar moeilijk voorstellen dat men er tevreden mee kon zijn.

Wij volgden rondwandeling uit de folder van het museum en bekeken aan het eind een film/documentaire over hoe het toen was. Kijk even op de museumsite wanneer er wat te doen is, want gedurende de winter is het museum niet altijd open.

In het museumcafé aten en dronken we nog wat, waarna we weer richting hotel gingen. En we zeiden tegen elkaar “wat hebben we het toch goed”. Want naar die tijd wil niemand toch meer terug…?

Boek

Op aanraden van een vriendin las ik “De as van mijn moeder” van Frank McCourt. En het was precies zoals ze me had verteld, hartverscheurend en toch vol van humor.

Frank McCourt: De as van mijn moeder

In de proloog vertelt Frank dat zijn slechte jeugd, maar vooral zijn Ierse en rooms katholieke jeugd hem meer dan genoeg inspiratie gaf.

Frank wordt geboren in Brooklyn, waar hij en zijn ouders een armoedig bestaan hebben. Het gezin bestaat uit vader, moeder, Frank, Malachy en de tweeling Eugene en Olivier. Als hij vier is, keert het gezin terug naar Ierland, waar zijn ouders oorspronkelijk vandaan kwamen. Eén meisje is dan al overleden. In Ierland sterft de tweeling kort na elkaar en worden nog Michael en Alfie geboren.

Er verandert niet veel aan hun leven. Vader is nog steeds een dronkenlap, die zijn kinderen Ierse liedjes laat zingen en dan van ze verlangt om hun leven te geven voor Ierland. Vader houdt er ook principes op na. Sommige dingen, zoals werken, vindt hij beneden zijn waardigheid. Maar dat belet hem niet om regelmatig stomdronken thuis te komen.

Wat als een rode draad door het boek loopt, is de schrijnende armoede, de honger, het gemis van alle noodzakelijke dingen die een leven enigszins dragelijk maken. En de voortdurende schaamte, omdat moeder geen andere uitweg weet dan aan te kloppen bij de armenzorg.

Als hij werk heeft, verzuipt vader telkens weer zijn loon en ook de steun wordt aan drank besteed. Er is nauwelijks eten en vaak moeten de kinderen hongerig naar bed. Geld voor kleding, schoenen, huur, het is er allemaal niet. Moeder is depressief en vaak ten einde raad. Ze wonen in een krot naast een stinkende wc, waar de hele steeg zijn poepemmer in leeg gooit.

Begin jaren 40 komt er een beetje meer welvaart in het dorp als de meeste mannen in Engeland gaan werken. Voor Ierse mannen lijkt het “werken bij de vijand”. Maar geld verzoet de arbeid. Ook Franks vader gaat, maar geld sturen doet hij niet. Alles gaat weer op aan drank.

Het leven van de kinderen bestaat uit schooieren op straat en als ze naar school gaan uit vooral tucht. Want de schoolmeesters hebben een straffe hand van lesgeven.

Ik las het boek stukje bij beetje, want er was voor mij te veel narigheid. Soms liet ik een hoofdstuk even bezinken. Maar ik heb ook vaak moeten lachen om alle dwaze dingen, om hoe liefdadigheid en bedeling werden uitgevoerd, het lesgeven, de voor kinderen onbegrijpelijke uitleg van de roomse rituelen en verhalen en het kattenkwaad wat uitgehaald werd.

Frank McCourt kreeg voor dit boek zeer terecht de Pullitzer Price.

Triest

In de jaren tachtig kwamen wij regelmatig in Duitsland. We moesten vaak omrijden, want over het grondgebied van Oost-Duitsland mochten we niet. Het IJzeren gordijn sloot dat gedeelte hermetisch af. Wie in de buurt kwam, stuitte op een hoog hek, bloedhonden die onmiddellijk aansloegen en verdekt opgestelde politiemensen.

Bron: Facebook / E.C. Weve

Meermalen bezochten we grensplaatsen, waar mensen stonden te zwaaien naar de overkant. Soms hadden ze grote borden bij zich om kenbaar te maken wie ze waren. Daar in de verte stonden dan in portieken of achter bomen verscholen mensen, familieleden die men al heel lang niet gezien of gesproken had. Zwaaien naar het westen, dat was verboden. Angst heerste, dat voelde je ook van verre. Heel beklemmend. En waarom? Zo goed was die heilstaat toch niet.

Dit is een foto (gevonden op Facebook) uit de tijd die we maar al te graag achter ons laten. Mensen die hun kinderen tonen aan hun grootouders, die onbereikbaar woonden in Oost Berlijn.

Met hoeveel tamtam en festiviteiten hebben we in 1989 de val van de Berlijnse muur gevierd. Vanaf dan zou het allemaal anders worden. Glasnost, vrijheid…

Maar is het allemaal bewaarheid? Nog dagelijks kunnen we zien hoe jonge mensen sneuvelen, voor hun leven verminkt worden, mensen uit hun huizen en land verdreven worden. Het maakt niet uit aan welke kant je staat, de ellende is voor alle slachtoffers gelijk en meer dan verschrikkelijk.

Ik weet dat we het niet altijd met elkaar eens zijn, maar moet dat altijd met geweld bestreden worden? Wie oh wie heeft zoveel moed om water bij de wijn te doen? Wie begint met vredesonder-handelingen, zoekt naar een oplossing?

Van de politici met stoere taal en spierballen emoticons moeten we het niet hebben. Zij blijven veilig achter het spreekgestoelte en maken vrolijk lachend selfies. En dan beloven ze, nippend van een drankje, nog meer en sterkere wapens.

Hoe ging dat…

Het is heel gewoon tegenwoordig, in de trein kun je naar het toilet. Alhoewel…. er zijn nog steeds treinen zonder wc.

Voor een kort ritje geen bezwaar, maar een langere rit is een ander verhaal. Meestal probeer ik zo’n bezoek uit te stellen. Thuis is het toch veel prettiger, veel meer privacy. Tijdens onze treinreis vanuit Londen kon ik het echter niet vermijden. Nou ja, wat moet dat moet!

En dan kan ik soms zo verdwalen in mijn eigen hersenspinsels… Want ineens moest ik denken aan veel, veel vroeger. Aan de tijd van de eerste treinen. Nieuwerwetse gekkigheden, dat heeft men toen natuurlijk gedacht over die nieuwe supersnelle wagens, die wel 40 kilometer per uur konden. Waar je binnen een paar uur van Amsterdam naar Haarlem ging.

Toen zullen de vrouwen toch ook wel eens hoge nood gehad hebben. Moet je voorstellen, met al die rokken….

Dus vroeg ik me af, hoe ging dat toen?

Boek

Cathalijne Boland: Reuchlins reis

Een boek over de Holland-Amerika Lijn, dat wilde ik wel lezen. Geen roman, geen reisverslag, maar het leven van een man in goede doen. Hij is zoon van de oprichter van de Holland-Amerika Lijn, behoort tot de gegoede burgerij van Rotterdam.

Hij reist van in luxe hutten van Europa naar Amerika, woont in New York, maar ook in Wenen, Bremen en Parijs. Zijn thuis is toch Rotterdam, waar zijn vrouw Atie en zijn kinderen op hem wachten.

Zijn leven staat in schril contrast met de levens van de miljoenen landverhuizers, die ook aan boord van de grote oceaanstomers gaan. Op weg naar een onzekere toekomst, weg van de honger en ontberingen in Oost Europa en vaak niet erg welkom in de Verenigde Staten. Zij reizen niet in een luxe hut, maar in grote ruimen. Waar de bedden boven elkaar gestapeld zijn en geen contact mag worden gelegd met de mensen van de eerste en tweede klas.

Als directeur van de HAL maakt Reuchlin de maidentrip met de Titanic mee. Helaas behoort hij niet tot de overlevenden.

Ik vond het niet een gemakkelijk boek om te lezen. Er komen veel personages in voor en het is lastig een goed tijdsbeeld te krijgen. Voor mij hadden de gedeelten over de landverhuizers nog wel uitgediept mogen worden.

Maar als geheel heeft het boek me wel geboeid. Te meer daar er erg veel over Rotterdam te lezen valt. Al is veel daarvan in de loop van de tijd en de oorlog verloren gegaan.

Borduren

Borduren kent in Engeland een lange traditie. Niet alleen de robes van de koninklijke familie en adellijke dames werden geborduurd, maar denk ook de vele rijk versierde uniformen, vaandels en kerkkleden. En in veel Engelse kerken liggen knielkussentjes, die ook rijkelijk voorzien zijn van borduurwerk.

In het boek van Ilaria Tutti wordt verteld hoe gewonde soldaten in de 1e wereldoorlog geleerd wordt te borduren, om zo in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Dat ze daar niet meteen erg enthousiast over zijn, is wel te begrijpen. Stoere knapen, die door hun verwondingen en handicaps hun carrière wel kunnen vergeten. Maar zichzelf toch te veel man voelen om zulk vrouwenwerk te doen. Mooi bedacht, maar klopte het ook? Ik ging dan ook op zoek of het waar was…

Jazeker, dat is geen fantasie. De acteur, die hielp bij het opzetten van de borduurcursussen, leden van de koninklijke familie die borduurden en zelfs het kleed dat in het boek genoemd wordt, het is allemaal authentiek.

En al zoekend vond ik deze site, vol verhalen over de borduurtraditie en een heuse borduurstekenbank met wel 300 verschillende steken. Het moet een eldorado voor borduursters zijn.

Zelf ben ik wel eens enthousiast begonnen aan een tafellaken of wat placemats maar het is nooit afgekomen. Ergens moeten zelfs nog wat UFO’s liggen te verstoffen. Maar de bewondering voor de borduurkunst is er niet minder om.

Boek

Ongehuwd zijn in het Engeland van 1914 is geen sinecure. Cate moet haar kind alleen opvoeden,  geld verdienen en dan ook nog opboksen tegen de argwaan die de maatschappij heeft bij een vrouwelijke arts.

Vrouwen mogen dan wel medicijnen studeren, zich ontplooien als zelfstandig arts is iets geheel anders. Dan blijven de benoemingen zeer schaars.

Het begin van de 1e wereldoorlog brengt echter een ommekeer.  Cate wordt gevraagd om, samen met anderen, in Frankrijk een hospitaal op te zetten, waarvan de staf uitsluitend uit vrouwen bestaat. Het lijkt een utopie en ze moet er haar dochtertje tijdelijk voor achterlaten onder de hoede van goede vrienden.

Na maanden kan ze weer terug naar Londen, waar nu wel ruimte wordt gemaakt voor een militair hospitaal. Ook daar weer bestaat de hele bezetting uit vrouwen.

Toch is er tegenstand, want nog steeds is men niet gewend aan vrouwelijke artsen. Maar het is juist die vrouwelijke touch en de empathie die de gewonden weer terug in het leven plaatsen. Velen verloren ledematen, werden levenslang invalide. Daarnaast leden ze onder de psychische gevolgen van de moderne oorlogvoering.

Feiten en fictie, ze lopen in dit boek door elkaar. Dat is echter geen bezwaar, want het een mooi geschreven roman. Maar juist door de historische feiten gaat het verhaal leven. Het zou zo maar mogelijk zijn geweest.

Ilaria Tutti: Waar de wind de aarde raakt.