Druk, druk

Hoe ouder ik word, hoe drukker ik het lijk te hebben. Nou is de kersttijd altijd al een beetje druk, maar dit jaar ben ik zo bezig met bakken, dat het bloggen er een beetje bij inschiet.

Dus bezig geweest met ingrediënten zoeken, afmeten, wegen en alvast klaarzetten. De resultaten hebben nog even de tijd, er staat van alles te wachten.

Dit is in ieder geval al klaar. En ze smaken heerlijk.

Recept van de maand

Blogster Elisabeth lanceerde het idee voor een maandelijkse receptenronde. Vandaag dus hier mijn Recept van de Maand.

Deze keer een gerecht met knolselderij. Wij zijn er dol op, maar voor velen een beetje onder-gewaardeerde groente.

Voor 2 personen:
450 gram aardappelen, geschild in stukken
350 gram knolselderij, geschild en in blokjes van 2 centimeter
1 ui, in reepjes
1 knoflookteen, gehakt
2 lente uitjes, in dunne ringetjes, ook het groen
60 gram pecannoten (of walnoten)
60 gram geitenkaas in blokjes
Van elk een halve theelepel: tijm, rozemarijn en (gerookte) paprika
Eventueel pittige paprika/cayennepeper naar smaak
Peper, zout
Olie om in te bakken
Klontje boter

Zet de aardappel op met kokend water. Na 4 minuten de knolselderij erbij doen en na ca. 5 tot 6 minuten vuur uitdoen en nog 10-15 minuten laten staan. Zet wat kookvocht apart, en giet de rest af. Daarna op het vuur enigszins droog stomen.

In de tussentijd de ui en knoflook zachtjes in wat olie bakken met een snufje zout tot het goudgeel is. Voeg tijm en rozemarijn toe en bak nog even zachtjes mee. Schep op een bordje en zet even apart.

Bak in de zelfde pan daarna de noten zachtjes, hussel ze goed zodat ze met een dun laagje olie zijn bedekt en strooi de paprika, pittige paprika en een snufje zout er over. eng goed. Hak de noten daarna grof (optioneel).

Stamp de droog gestoomde aardappel/knolselderij met een klontje boter en wat kookvocht tot een smeuïge stamppot. Roer er de gekruide uien door, daarna de lente ui en als laatste de kaas en noten. Breng op smaak met peper en zout.

Serveer op borden en garneer met wat achtergehouden noten en kaasblokjes.

Druk bezig

Nou ja, zo druk heb ik het nou ook weer niet. Maar toch, gisteren was ik in de weer met een grote pan erwtensoep koken. En moest ik me haasten omdat we later die dag naar de film gingen.

Er lagen nog andere dingen die geregeld moesten worden. Dus vergat ik helemaal een blog te typen.

Er zijn ergere dingen in de wereld, toch? Vandaag dus gewoon een beetje toepasselijk plaatje. Verder niks!

Pannen

In de kookwinkel in de Rotterdamse Markthal zag ik een mooie set pannen. Nou heb ik al jaren een set pannen natuurlijk, maar deze waren wel een beetje bijzonder.

Leo was de kookboeken aan het bekijken, dus liep ik naar hem toe en zei hem dat ik nieuwe pannen nodig had. Verbaasd keek hij op. Nieuwe pannen, waarom?

Een beetje kribbig vertelde ik dat dit wel heel bijzondere pannen waren en dat ik beslist niet meer zonder kon koken. Hij liep met me mee, maar snapte niet zo gauw waarom ik nou precies dié pannen wilde.

Totdat hij beter keek en het kwartje bij hem viel. Want zeg nou zelf, koken in pannen die Leo heten…..

Nee, ik heb ze niet gekocht, het was maar een grapje. Ik kook nog wel uit mijn vertrouwde pannenset. Dat smaakt ook gewoon lekker, vindt Leo.

Recept van de maand

Via Marthy van Heen en terug naar de Ardèche kwam ik op deze site van Elisabeth. Zij startte een nieuwe rubriek op haar ook al nieuwe vervolgblog en vroeg om dagelijkse recepten. Want koken moeten we toch regelmatig en dan zijn recepten nooit weg.

Dit maakte ik deze zomer, maar vergat er een foto van te maken. Dus moet een oude foto van Google maar helpen 😉

Bron: Google foto’s

FLAMMKÜCHEN MET CHAMPIGNONS
1 rol flammküchen deeg
250 gram kastanjechampignons in plakjes
1 rode ui, in (halve) ringen
1 rolletje geitenkaas
1/8 ltr. Crème fraiche
1 teen knoflook, geperst
1 kleine eetlepel vloeibare honing
Peper en zout naar smaak

Leg het deeg met papier en al op een bakplaat.
Meng de knoflook door de crème fraiche en verdeel niet te dik over het deeg.
Verdeel dan de champignonplakjes en uienringen regelmatig over de deegplak.
Snijd het rolletje geitenkaas in plakjes en verdeel dit over de flammkuchen. Peper en zout naar smaak hierover strooien.
Sprenkel ook zuinigjes wat honing. (Ik gebruikte hiervoor zo’n buisje wat je krijgt bij (munt)thee)
Bak af in een voorverwarmde oven (200 graden Celsius). Na ongeveer 15 minuten is de flammküchen goudbruin en serveer klaar.

Als alternatief kun je ook pizzadeeg of tortilla’s gebruiken als ondergrond.

EET SMAKELIJK!

What’s in a name..?

Dat we minder vlees zouden kunnen eten, is inmiddels wel aan iedereen bekend. Daarvoor werd al eerder de “week zonder vlees” onder de aandacht gebracht.

Bron: Google foto’s

Je hebt natuurlijk helemaal geen vlees nodig om lekker te koken. Maar nu zijn er vleesvervangers onder allerlei namen te koop. Het is gemaakt van plantaardig materiaal, maar lijkt te smaken als vlees en de structuur is ook “vleesachtig”.

Knutselvoer noemt Karin Luiten dat. Ik vind het wel geinig gevonden, maar wat moet ik nou?

Want elke dag zet ik Leo een zelf gekookte maaltijd voor. Soms met vlees, soms vegetarisch. KnutzEls’ voer zou je kunnen zeggen….

Kan ik hem dat nou nog voorzetten? Of moet ik een nieuw pseudoniem zoeken? 😉 😉 😉

Diepvries

In veel huishoudens is een diepvries te vinden. Handig, om gekochte spullen in te bewaren, als voorraad. Maar ook om te gebruiken als er eens iets overblijft of te veel is klaargemaakt.

Veel recepten zijn gemaakt voor vier personen. En dan wordt het moeilijk om zo’n recept aan te passen voor twee mensen. Ook zijn verpakkingen vaak te groot en blijft er wat over.

Lange tijd verpakte ik een restje in een diepvriesdoos en stapelde ik dat in onze vrieskast. Tegenwoordig gebruik ik van die handige afsluitzakken. Dan worden het platte pakketjes, die gemakkelijk te stapelen zijn.

Maak ik veel in één keer klaar, zoals rijst of (bruine) bonen, dan stop ik twee porties in zo’n zak en stapel de pakketjes op in zo’n zakje dat tegenwoordig bij de groenten ligt. Die zijn groot genoeg.

Briefje erbij wat er in zit en wanneer ik het maakte. Lekker handig.

Lekker

Op Instagram kwam een lekkere abrikozentaart voorbij.

Uit het commentaar erbij maakte ik op dat het vrij simpel te maken was. En omdat de abrikozen op dit moment goed te verkrijgen en lekker zijn, besloot ik die cake te maken. Het is een “moeulleux”, een zeer zachte en soepel soort cake. Simpel te maken, met eerlijke producten.

Origineel recept: www. carnetdesaveurs.com

Dit is het recept:
2 eieren
115 gram zachte boter
135 gram suiker
115 gram bloem
6 gram bakpoeder (= half zakje)
445 gram abrikozen, zonder pit, ongeschild in vieren gesneden.
snufje zout (optioneel)

Meng eieren, boter en suiker goed tot een glad geheel, voeg de bloem en bakpoeder toe en roer de abrikozen er door. Bekleed een vorm met bakpapier (ik gebruikte een vierkante glazen vorm van ca. 25 cm. ) en stort het deegmengsel er in. Strijk enigszins glad en bak ca. 35-40 minuten in het midden van een voorverwarmde oven op 180 graden.

Heerlijk, om in de Franse stijl te blijven: délicieux!!

Recept

Het is warm, maar er moet hoe dan ook gegeten worden. En of je nou voor twee of een heel gezelschap kookt, het blijft een warm karwei. Dus maakte ik al diverse salades. Maar gisteren werd het een recept, waar bijna geen koken aan te pas komt.

Bron: Site Eatertainment / Google

Ik maakte “Pasta alla checca” van de site van Eatertainment. Zo simpel, maar zo lekker. Kreeg meteen het predikaat “herhaalrecept”. Koken komt er bijna niet aan te pas, want alleen de pasta moet even op het vuur.

Verder snijd je ruim te voren twee flinke vleestomaten in blokjes. Meng ze met olijfolie, peper, zout en wat basilicumblaadjes. En laat het een half uurtje staan, zodat de smaken zich goed mengen.

Rooster intussen ca. 20 gram pijnboompitjes en rasp eenzelfde hoeveelheid Parmezaanse kaas.

Dan pasta en tomaten mengen, op een bord draperen, bestrooien met wat kaas en pijnboompitten en her en der nog een basilicumblaadje.

Wijntje er bij…. ah, la vita è bella.

Nutteloos

Niet iedereen houdt van koken. Toch moet er elke dag iets eetbaars op tafel komen en dat kan best wel eens problemen opleveren.

De industrie heeft daar natuurlijk handig op ingespeeld en ons voorzien van talloze pakjes en zakjes, die van niks iets weten te maken.

Maar toen ik laatst dit in de super zag liggen, vroeg ik me af waarvoor het diende…? Spinazieschotel, voeg toe… spinazie, aardappel, room en oh ja, dat pakje.

Maar dan moet je dus toch eerst die spinazie koken, de aardappelen schillen, koken. Alles door elkaar roeren, room toevoegen in een ovenschotel doen, Dat pakje is alleen maar smaak: zout, peper, wat nootmuskaat en misschien nog wat andere kruiden. Die heb je toch ook zo zelf in die pan gemikt….? En ook nog geheel naar eigen smaak.

Nou ja, ik hoef het niet…. maar het gemak zie ik er ook niet van in.